Is spotbemesting tijdens zaaien de toekomst?
Gestimuleerd door almaar krappere bemestingsnormen bedenken machinefabrikanten oplossingen om meststoffen nog preciezer toe te dienen. Zoals spotbemesting tijdens zaaien: ‘dotjes’ kunstmest in plaats van een lange smalle strook. Zitten telers in Nederland daarop te wachten?
Precisiebemesting is de toekomst, zei een van de gesprekspartners in een discussie over het toedienen van startmeststoffen, microgranulaat en andere korrelmeststoffen tijdens het zaaien. Aanleiding was de Pudama-techniek van Kverneland: PUnktgenaue DüngerApplikation bei der MAisaussaat. Oftewel punt- of spotbemesting van korrelmeststoffen tijdens het zaaien van mais (en suikerbieten).
Bij spotbemesting doseer je een startmeststof niet in een lange strook naast en onder het zaad, maar puntsgewijs ernaast en eronder. Kunstmestkorrels worden opgevangen en gegroepeerd door een conisch, trechtervormig borsteltje, waarna een luchtstoot ze op het juiste moment door het borsteltje drukt. Je haalt zo volgens Kverneland dezelfde opbrengst met tot 25% minder startmeststof. Die bespaarde kunstmest kun je elders benutten.
In 2019 zijn de eerste prototypes beproefd. In 2023 zou het systeem beperkt en dit jaar vrij beschikbaar komen. Dat is ook het geval. Volgend seizoen gaat de eerste Nederlandse gebruiker ermee aan de slag, in Duitsland draaien nu vier stuks in de mais. Allemaal getrokken Optima TF Profi SX-zaaimachines; ook op andere Optima-modellen is de techniek beschikbaar. Momenteel kost het Pudama-systeem op een achtrijige maiszaaimachine € 17.450.
Amazone levert FertiSpot
Concurrent Amazone werkt sinds 2019 aan FertiSpot en introduceerde dat afgelopen najaar op vakbeurs Agritechnica voor de Precea-zaaimachines. Mede omdat Kverneland Pudama patenteerde, bedacht Amazone een andere techniek. Een zogenoemd portioneerblad draait snel en vangt de kunstmestkorrels op, om deze portie vervolgens op het juiste moment naast of tussen het zaaizaad los te laten.
Amazone stelt eveneens 25% te besparen op startmeststoffen bij het zaaien van mais en suikerbieten. In suikerbieten moet het groeperen van korrels tussen het zaad tevens verbranding van bietenzaad door meststoffen tegengaan.
FertiSpot is vrij beschikbaar op Precea-zaaimachines en ook achteraf op te bouwen. De meerprijs op een nieuwe achtrijer bedraagt af fabriek € 8.000. Importeur Kamps de Wild geeft aan dat één Nederlandse klant momenteel concrete interesse heeft.
Ook Monosem werkt aan spotbemesting
Importeur Farmstore geeft aan dat ook Monosem werkt aan een techniek om startmeststoffen en microgranulaten groepsgewijs te doseren, dat wordt momenteel in Frankrijk getest. Hoe het precies werkt, wanneer het op de markt komt en wat de potentiële besparingen zijn, kan Farmstore nog niet vertellen. Wel wil de importeur kwijt dat Monosem volgend jaar spotbemesting voor vloeibare startmeststoffen introduceert.
Korrelvormige of vloeibare mest toedienen?
Dat laatste roept de vraag op in hoeverre precieze plaatsing van korrelmeststoffen nodig is, en of het in Nederland actueel is en/of wordt. (Ver) over de grens is het toch vooral vloeibare meststof wat de klok slaat, zeker in de Verenigde Staten. Daar levert CapstanAG SelectShot, Precision Planting FurrowJet, Great Plains AccuShot, en start John Deere dit jaar voorzichtig met het uitleveren van ExactShot. De techniek van beide laatste systemen komt naar verluidt van dezelfde leverancier. Ze dienen allemaal een ‘shot’ vloeibare (start)meststof toe naast, tussen of op het zaaizaad.
“Nederland is echt een korrelland”, zegt Rick de Groot, productmanager Spuiten en Precisiezaaiers van Kverneland Group Benelux. “Altijd wordt een startmeststof en/of granulaat toegediend tijdens het zaaien, en je kunt korrels met verschillende meststoffen combineren (blends). Tegelijkertijd merken wij ook dat de populariteit van vloeibare startmeststoffen zoals Entec toeneemt. Technisch prima puntsgewijs toe te dienen, maar vooralsnog gebeurt dat in een ononderbroken strook tijdens het zaaien.”
Erwin Tessers, business unit manager Amazone en Schmotzer van Kamps de Wild, vraagt zich af wat spotbemesting met korrelmeststoffen de loonwerker oplevert. “Als de maisteler zelf de kunstmest heeft, levert dat de loonwerker geen besparing op. Die investeert wel, terwijl er meestal geen extra inkomsten tegenover staan. Dan zou ik als loonwerker de levering, logistiek en toediening van een vloeibare meststof op me nemen. Dan heb je alles zelf in de hand en verdien je er ook nog wat op.”
“Als ik loonwerker was zou ik het liefst vloeibare kunstmest toedienen”, zegt ook Chris van de Lindeloof, productmanager van Farmstore. “Dat is het meest efficiënt qua logistiek en werking en je bent als loonwerker onafhankelijk van je klanten. Bovendien ben je niet afhankelijk van de luchtvochtigheid, zoals bij korrelmeststoffen. Toelating van Renure en andere vloeibare meststoffen kan bovendien een stimulans zijn voor vloeibaar. Korrelkunstmest is wel wat voordeliger, en je hebt een fronttank nodig voor vloeibare meststoffen. De keuze voor korrel of vloeibaar wordt echter ook sterk bepaald door adviseurs en voorlichters.”
Auteur: René Koerhuis
Lees ook: Robots en slimme wieders op Future Farming & Food Experience 2024
Gerelateerde tags: Precisielandbouw, Zaai- en poottechniek, Zaaien en Poten