fbpx
Terug naar nieuwsoverzicht

Uien zaaien en druppelslang leggen in één werkgang

Het gewicht van de zaaimachine is een aandachtspunt bij uien zaaien. Maar met RTK-gps kan een 6 metermachine met een trekker op cultuurbanden ook 3 meterbedden zaaien. Twee keer 1,50 is ook 3,00. - Foto: Koos Groenewold

Op de markt van de uienzaaiers is er weinig standaard. Niettemin zijn er wel enkele trends waar te nemen in het uien zaaien. Druppelirrigatie oftewel fertigatie maakt opgang. Deze watervoorziening met druppelslangen heeft invloed op de zaaimachine.

Wat zaaitechniek betreft is de uienzaaier behoorlijk uitgekristalliseerd. Een handvol leveranciers van precisiezaaiers bedient de markt, die een veelvoud van teeltsystemen kent. Beddenteelt is algemeen, maar in de breedte van het bed. Qua aantal rijen en rijafstand is er veel te kiezen.

De teelt op 1,50 meterbedden was ooit de standaard en blijft actueel in de uienteelt. Maar ook 1,80, 2,00, 2,25 en 3,00 meter bedden komen regelmatig voor. In detail zijn daar ook nog variaties in. Wie kiest voor 3,00 meter bedden hanteert vaak een spoorbreedte van 3,15 meter.

Na de keuze voor een bedbreedte volgt die voor het aantal rijen en de rijafstand. Leveranciers ervaren dat daar weinig peil op te trekken is. “We zijn nog steeds zoekende”, stelt Luc Remijn, akkerbouwadviseur bij Delphy en accountmanager van het Uien Innovatie Kennis Centrum (UIKC). In 2003-2004 deed het UIKC onderzoek naar diverse zaaimethoden. In kilo’s opbrengst per hectare werd weinig verschil gevonden, wel was er iets verschil in de vorm van de uien.

Lees verder onder de foto’s: bekijk de video ‘Zelfgebouwde uienzaaier van 9 meter’ onderaan dit artikel 

Een voor verhoogde beddenteelt (viermaal 75 centimeter) aangepaste volveldsfrees. Bovenop de katrollen om in één werkgang druppelslangen aan te leggen.

Een voor verhoogde beddenteelt (viermaal 75 centimeter) aangepaste volveldsfrees. Bovenop de katrollen om in één werkgang druppelslangen aan te leggen.

Druppelslang steeds vaker toegepast

Recente ontwikkeling in Nederland is de opkomst van druppelirrigatie en fertigatie. Twee namen voor technisch gezien hetzelfde: watervoorziening met druppelslangen, al of niet in combinatie met toediening van meststoffen. Hoewel zeker nog niet massaal toegepast, neemt het aantal telers dat overgaat op druppelslangen wel toe. Landelijk gezien is deze toepassing dit jaar verdubbeld in de uien, ruw geschat naar zo’n 1.000 hectare, vertelt productmanager meststoffen Johan Aarnoudse van Van Iperen in Westmaas.

Het nut van fertigatie, in de zin van een meeropbrengst, is inmiddels duidelijk aangetoond. De techniek om het toe te passen wordt ook steeds beter. Het doel is efficiënter om te gaan met water en voedingsstoffen. Om dat in harde cijfers uit te drukken is lastig, want het resultaat hangt ook af van het seizoen. Valt er wel of niet steeds op tijd een mooie regenbui? Vergeleken met beregenen met de haspel was de meeropbrengst van fertigatie afgelopen jaren volgens Van Iperen 20 tot wel 25 ton uien per hectare.

Vocht en losse grond

Een andere recente ontwikkeling is de teelt van uien op ruggen of verhoogde bedden. Luc Remijn ziet nog geen hard bewijs, maar wel duidelijke indicaties uit proeven van het UIKC (in opdracht van Uireka) dat losse grond de ontwikkeling van wortels bij uien sterk bevordert. De ui heeft daardoor minder last van fusarium. Voor deze hardnekkige bodemschimmel hebben telers nog geen goede oplossing gevonden.

Voor de zaaitechniek heeft de teelt in losse grond vooral gevolgen als je voor ruggen kiest. Al is dat vooral een kwestie van het opschuiven van zaaielementen.

UIKC liet voor de proefvelden een werktuig bouwen om vóór het zaaien druppelslangen te leggen. Dat maakt het makkelijker om ook op stugge grond de slangen goed op diepte te hebben. - Foto: UICK

UIKC liet voor de proefvelden een werktuig bouwen om vóór het zaaien druppelslangen te leggen. Dat maakt het makkelijker om ook op stugge grond de slangen goed op diepte te hebben. – Foto: UICK

Twee rijen en een druppelslang op een rug

Proefboerderij Rusthoeve begon in Colijnsplaat in 2021 met ruggenteelt. Iets wat de biologische landbouw (tot nu toe zonder druppelslangen) al veel langer toegepast. Ruggen van 50 centimeter, zoals je die in witlof wel ziet, leek een logische keuze. Maar het bleek toch moeilijk om twee rijen uien goed op de rug te zaaien. Afgeplatte ruggen op 75 centimeter werkt beter. Vorig jaar zaaide Rusthoeve twee rijen op 28 centimeter op de rug, dit jaar worden dat rijen op 20 centimeter afstand. Met in het midden een druppelslang in de rug.

Druppelen is niet onmisbaar bij ruggenteelt, maar net als bij verhoogde beddenteelt moet wel een vorm van water geven beschikbaar zijn. Anders is de kans op een slechte opkomst te groot. Je mist immers de capillaire werking die er wel is bij zaaien op een vaste ondergrond. Bijkomend voordeel van teelt in losse grond – zeker bij ruggenteelt – is dat de wortelvorming sneller en intensiever verloopt. Ook het rooien gaat onder droge omstandigheden een stuk makkelijker.

Uien op ruggen gaat samen met fertigatie. Zaaien vraagt weinig aanpassingen, maar bij de oogst liggen de uien op losse grond. Opladen na een regenbui wordt dan lastiger.

Uien op ruggen gaat samen met fertigatie. Zaaien vraagt weinig aanpassingen, maar bij de oogst liggen de uien op losse grond. Opladen na een regenbui wordt dan lastiger.

Zaaien en druppelen

De praktijk heeft inmiddels geleerd dat slangen leggen technisch gezien het handigst werkt in één werkgang met het zaaien. Vanuit de druppeltechniek gezien, is het het best om een slang precies tussen twee rijen te leggen. Door dat tegelijk met het zaaien te doen, liggen de slangen netjes in het midden.

Het alternatief is om de slangen vóór het zaaien al in de grond te leggen. Met gps kan dat nauwkeurig, maar de kans op afwijkingen is aanwezig. Bij ruggenteelt of verhoogde beddenteelt kan dat meteen in een werkgang met het frezen.

Andere mogelijkheid is om de slangen na het zaaien aan te leggen. Op de klei valt dat bij de traditionele zaaimethodes niet altijd mee. Is het na het zaaien een tijdje droog en schraal weer, dan wordt de grond bovenin stugger en is het moeilijk om de slangen er netjes in te leggen.

Waarom niet iedereen de druppelslangen tegelijk met het zaaien aanlegt, heeft een praktische reden. Vooral loonwerkers zitten er niet altijd op te wachten, omdat het extra werk met zich meebrengt. Ook gaat het ten koste van de capaciteit.

Het gewicht van de zaaimachine is een aandachtspunt bij uien zaaien. Maar met RTK-gps kan een 6 metermachine met een trekker op cultuurbanden ook 3 meterbedden zaaien. Twee keer 1,50 is ook 3,00. - Foto: Koos Groenewold

Het gewicht van de zaaimachine is een aandachtspunt bij uien zaaien. Maar met RTK-gps kan een 6 metermachine met een trekker op cultuurbanden ook 3 meterbedden zaaien. Twee keer 1,50 is ook 3,00. – Foto: Koos Groenewold

Fertigatie kost € 2.500 per ha meer dan traditionele teelt

Afhankelijk van de grondsoort maakt een druppelpunt een kring van 25 tot maximaal 30 centimeter. Voor de 1,50 meterteelt zijn vier rijen per bed met twee slangen de praktische oplossing. Op een 2,25 meterbed wordt dat zes rijen met drie slangen, en een breedzaaikouter van minimaal 3 centimeter. Acht rijen met scherp zaaikouter en drie of vier slangen op een 2,25 meterbed is een optie, stelt Johan Aarnoudse van Van Iperen. Met vier slangen is de verdeling van het water het mooist.

Proeven van Van Iperen wijzen in de richting dat vier in plaats van drie slangen 5 tot 6 ton uien per hectare meer oplevert. Daar staat tegenover dat een extra slang zo’n € 250 per hectare extra kost. Over kosten gesproken: grosso modo kost fertigatie – aan slangen en de wat duurdere meststof – € 2.500 per hectare meer dan de traditionele teelt zonder water geven.

Aanleggen van druppelslangen kán apart, zowel vóór als na het zaaien. Tegelijk met het zaaien heeft echter de voorkeur.

Aanleggen van druppelslangen kán apart, zowel vóór als na het zaaien. Tegelijk met het zaaien heeft echter de voorkeur.

Zaaimachines: wat verdwijnt en wat verschijnt?

Zoals gezegd is in de uienwereld een veelvoud van systemen een gangbare praktijk. Dat betekent niet dat er niks verandert. Het zaaien van dubbele rijtjes is vrijwel verdwenen. Zo’n zaaimachine is met een dubbel aantal elementen bijna twee keer zo duur in aanschaf en aanzienlijk zwaarder om te tillen. Ook schoffelen is dan lastig.

Het echte breedzaaikouter, zoals het 7 centimeter brede kouter waarmee Becker al bijna veertig jaar geleden als eerste op de markt kwam, is bijna verdwenen. Maar zeker bij de teelt met druppelslangen – waar om redenen van kosten het aantal rijen per bed graag minimaal wordt gekozen – is een scherp, maar ook een breed zaaiend kouter (3 centimeter) wel weer gangbaar om de planten meer ruimte te geven. Superscherp zaaien is misschien niet nodig, maar houd er rekening mee dat een ui in principe het best groeit als-ie zoveel mogelijk op rijen staat, stelt Reinoud Tepper van Kramer in Bant, de leverancier van de Kramer Proseeder. Rijenteelt leidt er bijvoorbeeld toe dat het gewas sneller droogt. Dat is een van de voordelen van de teelt op ruggen.

9 meter breed, in dit geval driemaal 3 meter werkbreedte, is in de uienteelt op dit moment het maximale. 2,25 meter bedden hebben niet de plaats veroverd die ervan werd verwacht.

9 meter breed, in dit geval driemaal 3 meter werkbreedte, is in de uienteelt op dit moment het maximale. 2,25 meter bedden hebben niet de plaats veroverd die ervan werd verwacht.

De 2,25 meter beddenteelt heeft een plaats gekregen in de markt, maar zette toch niet zo sterk door als een aantal jaren geleden werd verwacht. Telers die nu, om redenen van capaciteit, bij het oogsten overgaan op breder dan 1,50 meterbedden, kiezen vaker voor een 3 meterteelt. Dat speelt vooral op de zandgronden en de nieuwe teeltgebieden in Drenthe en Groningen, bevestigen onder andere de mensen van Homburg dat Stanhay-zaaimachines levert, en Farmstore dat Monosem aanbiedt.

1,50-meterbedden zijn nog steeds actueel. In combinatie met druppelslangen is vier rijen per bed dan de meest gekozen methode. - Foto: Peter Roek

1,50-meterbedden zijn nog steeds actueel. In combinatie met druppelslangen is vier rijen per bed dan de meest gekozen methode. – Foto: Peter Roek

De combinatie met druppelslangen is nu nog een nichemarkt, maar wel een markt die mogelijk snel kan groeien. Echter, de trend dat schoffelen in de uien toeneemt, gaat niet samen met druppelslangen. Op dat punt is er goede hoop op de inzet van spotsprayers als de Ecorobotix. Wel geldt voor de spotsprayers van dit moment dat die niet breder gaan dan 6 meter. Dat past dan weer beter bij een veelvoud van 1,50 dan bij 2,25 meter.

Een voorzichtige trend die de leveranciers in de nieuwe teeltgebieden zien, is een verschuiving naar telers die zelf een zaaimachine aanschaffen. Dat is dan vaak een 3 metermachine.

Auteur: Martin Smits

Gerelateerde tags: ,

Gerelateerde artikelen

Afbeelding artikel

VIDEO | Akkergiganten: Claas Xerion 5000 met Imants 38FSX

Met 530 pk trekt de Claas Xerion 5000 een Imants 38FSX-spitter/woeler en een Horsch-zaaimachine. Met groot gemak gaan grondbewerking, zaaibedbereiding en...
Afbeelding artikel

Is spotbemesting tijdens zaaien de toekomst?

Spotbemesting tijdens zaaien: ‘dotjes’ kunstmest toedienen in plaats van een lange smalle strook. Zitten telers daarop te wachten?
Afbeelding artikel

Kverneland Satio vervangt DL-zaaimachine

Kverneland introduceert de pneumatische solo-zaaimachine Kverneland Satio, geschikt voor trekkers in de vermogensklasse van 80-120 pk.
Beheer
WP Admin