Zeven gps-stuursystemen getest: Valtra voorop
Weet je nog, dat TREKKER vorig jaar zeven trekkers uit het 300 pk-segment heeft getest? Daarvan hebben we alle details behandeld, behalve de gps. Daarom nu een grote gps-vergelijkingstest. Daaruit blijkt dat alle zeven trekkermerken een prima gps-stuursysteem leveren. Verschil zit ’m in geavanceerde functies en gebruiksgemak. Valtra gaat voorop, John Deere staat op nummer 2.
Als je kijkt naar het totaalplaatje, dus hoe geavanceerd het gps-stuursysteem is in combinatie met hoe makkelijk het allemaal werkt, dan loopt Valtra voorop. John Deere staat op plek twee. Dan volgen New Holland en Massey Ferguson.
Dat blijkt uit een uitgebreide vergelijking van gps-stuursystemen die TREKKER vorig jaar heeft uitgevoerd in Denemarken. Zeven trekkermerken zijn daarbij van de partij: naast de eerdergenoemde merken participeerden ook Claas, Deutz-Fahr en McCormick. Ja, Fendt ontbreekt. Ten tijde van de test (voorjaar 2023) wilde Fendt nog geen pre-productiemodel van de 728 Vario leveren.
Vier eigen gps-stuursystemen, drie externe
Vier merken in deze test maken gebruik van hard- en software onder eigen merknaam. En toevallig of niet: dat zijn de vier trekkermerken met de hoogste puntenscores. Daarnaast is er de Claas-trekker met een Trimble-systeem. Dat komt zo: we vroegen bij aanvang van de test om een zogenoemde U-turn-functie waarbij de trekker geautomatiseerd draait op de kopakker. Dat kan het Claas-eigen Cemis 1200-scherm nog niet. Die functie komt eind 2024 beschikbaar. Dan wordt de Trimble-optie uit de Claas-prijslijst gefaseerd.
McCormick heeft geen eigen gps-systeem. Daarom kun je af fabriek verschillende opties bestellen. Onze testtrekker heeft een AGI-4-Topcon-antenne met een Topcon X25-terminal. Deutz-Fahr gebruikt de iMonitor, wat een Deutz-Fahr-merk is. Maar de terminal zelf is in feite een Topcon X35-scherm en daarom zijn iconen en dergelijke van deze twee grotendeels identiek.
Lees verder onder alle foto’s
Voorkeur voor twee beeldschermen
In John Deere, New Holland en Deutz-Fahr hebben we één beeldscherm – in feite het scherm dat je ook gebruikt voor de instellingen van de trekker. Het gaat respectievelijk om de Command Center 4600, Intelliview 12 en de iMonitor. In alle drie de gevallen is het mogelijk om een tweede beeldscherm bij te bestellen, en in geval van Deutz-Fahr gaat het dan om een tablet.
De Massey Ferguson en Valtra zijn beide voorzien van een tweede beeldscherm: de Field Star 5 en Smart Touch Extend. De Claas en McCormick hebben twee beeldschermen, waarvan op één alleen de gps draait. Want op het DSM-beeldscherm van McCormick kan geen gps-systeem draaien, en over Claas hebben we ’t gehad.
Alle testchauffeurs geven de voorkeur voor het hebben van twee beeldschermen. Je hebt een stuk beter overzicht en je kunt nog steeds de trekkerinstellingen doen of een Isobus-werktuig bedienen. Bij één beeldscherm ben je veel door de menu’s aan het navigeren, en hoewel de schermen vaak alles in één beeld kunnen weergeven is de gps-weergave dan (te) klein.
Gebruiksvriendelijkheid stuursysteem
Voordat we de diepte in gaan, eerst een paar woorden over de gebruiksvriendelijkheid van de gps-stuursystemen. Want dat is ongelofelijk belangrijk. Valtra wint op dit gebied, met een over het algemeen zeer eenvoudige menustructuur en weergave. Het hele menu zit steengoed in elkaar en spreekt veelal voor zich. Dat geldt zowel voor als je alleen AB-lijnen gebruikt, maar ook als je werktuigprofielen opslaat en perceelsgrenzen netjes bijhoudt. Ondanks z’n eenvoud, zit ’t scherm vol met geavanceerde functies. Ook is er een simpele Go-modus, ook wel een ‘snelle modus’ genoemd. Het scherm heeft zelfs informatie-icoontjes bij de meeste menu’s waar je extra informatie kunt vinden.
Het meest geavanceerde beeldscherm is op dit moment dat van John Deere. Dat is waarom deze twee merken bovenaan eindigen in deze test: Valtra met 43,5 punten en John Deere met 40,1 punten.
Verschillen in activatie stuursysteem
Een of twee keer per dag zul je het stuursysteem veiligheidshalve moeten ontgrendelen, ofwel het stuurventiel activeren. En dat gaat bij elke trekker net even anders. Bij Valtra gaat dit makkelijk: je drukt op de hoofdschakelaar, waarmee je ook bijvoorbeeld de hydrauliek activeert, en daarna druk je op de autostuur-knop. In Deutz-Fahr moet je eerst de schakelaar voor de veld- en wegmodus op ‘veld’ zetten, dan drie seconden lang een knop ingedrukt houden, vervolgens een activatieknop indrukken. John Deere is het makkelijkste: gewoon de activatieknop indrukken.
Om vervolgens de gps-besturing te activeren, gebruik je in alle trekkers een knop op de rijhendel. Bij Deutz-Fahr moet je daarvoor de functie programmeren in het kopakkermanagement en dan de daarvoor bestemde knop gebruiken. Andere optie: de gps-activatie als Isobus AUX-N-functie programmeren. Nog een andere optie is het, om een daarvoor bedoelde knop op de armleuning te gebruiken of door ’m te activeren met de touchscreen.
Ook McCormick en John Deere hebben geen vaste knop op de rijhendel voor de gps-activatie. Voor de rode Italiaan kun je een van de vijf vrij toewijsbare My Buttons gebruiken (of knop in de armleuning) en in de groengele Duitser heb je in principe alle knopen op de CommandPro-joystick beschikbaar om ’m onder te programmeren.
Over het algemeen kun je er ook voor kiezen om de gps-activatie op te nemen in een kopakkersequentie, zodat deze automatisch aangaat. Dit kan in alle trekkers, behalve in Claas en John Deere.
Stuursysteem stilstaand activeren
In Claas, New Holland en John Deere kun je het stuursysteem al stilstaand activeren; in de andere moet je ’m langzaam laten rollen. Maar: als je niet binnen 30 tellen sneller rijdt dan 1 km/u, dan deactiveert het John Deere-systeem, tenzij je specifiek de Slow Speed AutoTrac-functie bestelt die 0,1 km/u mogelijk maakt. En in feite kun je ook stilstaand activeren in Valtra, Massey Ferguson en Deutz-Fahr, maar hier komt het systeem in een soort stand-by-stand, en wordt het actief zodra je gaat rijden.
En als je na het rijden tot stilstand komt, dan blijft het New Holland-systeem actief, terwijl het stuursysteem in McCormick en Deutz-Fahr meteen uitgaat. In Claas blijft het 10 seconden actief en de rest van de merken duurt het meestal zo’n 30 seconden of iets langer voordat het wordt uitgeschakeld.
Op twee manieren gps-stuurautomaat gebruiken
In principe zijn er twee manieren om een gps-stuurautomaat te gebruiken. De makkelijke manier is om gewoon telkens een AB-lijn te maken als je op een perceel arriveert. De meer geavanceerde manier is om een catalogus aan te leggen met daarin alle perceelsgrenzen, kopakkerlijnen en AB-lijnen. Beide is natuurlijk prima; doe wat bij je past.
Voor wie die makkelijke manier het fijnste vind, lopen de systemen van Massey Ferguson, Valtra en John Deere voorop. Met name de Agco-merken hebben hiervoor namelijk een functie die volledig in het teken staat van een snelle AB-lijn. Bij MF heb je zeven toetsen op het scherm nodig om een AB-lijn te maken en die te gebruiken (excl. wijzigingen in het werktuig), en bij Valtra zelfs nog wat minder. Het grote voordeel is dat je niet per se een werktuigprofiel moet hebben geselecteerd, en ook niet per se een perceel of taak, wat in veel andere merken wel nodig is. Ook belangrijk: de AB-lijn wordt niet opgeslagen, en ook niet in een perceel waar je die eigenlijk helemaal niet wilt. Daardoor blijft de data schoon.
Ook John Deere doet het goed op dit gebied: je klikt op ‘Quick Line’ en in vijf keer op het scherm toetsen, is het gepiept. In feite zet je ermee een A-punt, rijdt 15 meter en dan wordt er automatisch een punt B gemaakt, en dan voer je de werkbreedte in. Ook hier hoef je geen perceel aan te maken. Echter, in tegenstelling tot de Valtra en MF moet de John Deere de lijn ergens opslaan. Dus komt-ie automatisch in het laatst gebruikte perceel.
Dus: voor wie geregeld gewoon even een lijntje aanmaakt voor het makkelijke werken, hebben deze drie merken een voorsprong. Want bijvoorbeeld in Claas (Trimble) heb je minimaal 34 toetsen op het scherm nodig om een werktuig te maken of te selecteren (exclusief naamtekens), een perceel te kiezen en dan een AB-lijn te maken. Dat kan met wat minder, maar dan wordt de data een rommeltje.
Als je in de Deutz-Fahr een nieuwe AB-lijn maakt, moet je eerst in het hoofdmenu een werktuig selecteren of aanmaken. Als je een dekkingskaart wilt maken (inkleuren waar je bent geweest), moet je ook eerst een taak aanmaken. Er zijn in ieder geval 25 toetsen op het scherm nodig om een AB-lijn te maken, en het scherm moet eens opnieuw opstarten als je een werktuig kiest. Dat opnieuw opstarten zou echter met nieuwe software zijn opgelost.
In McCormick, ook met Topcon-techniek, zijn 31 toetsen nodig om een snelle AB-lijn te maken. En de New Holland-trekker heeft nu het nieuwe Intelliview 12-scherm dat stukken beter is dan z’n voorganger, maar je moet hier nog wel een werktuig kiezen en een nieuwe taak aanmaken voordat je AB-lijnen kunt maken. Dat betekent 28 keer op het scherm drukken. Ook hier geldt: als je eenmaal alle werktuigen met bijhorende geometrie hebt opgeslagen, wordt het makkelijker.
Kopakkers en grenzen opnemen
Dan voor de meer gevorderde gebruiker: degene die alle lijnen, perceelsgrenzen, werktuigen en eventueel klanten netjes opslaat. Alle trekkers in deze test bieden die mogelijkheid. Maar ook hier geldt: het gemak waarmee je dat doet, maakt het verschil. Ook zijn er veel details die verschil maken.
Met alles wat we hebben opgemerkt, kunnen we een boek vullen. Dus houden we het bij een paar voorbeelden. Zoals het opnemen van een perceelsgrens: sommige trekkers kunnen dat aan de linker- en rechterkant van de trekker of het werktuig, en sommige kunnen dat ook in het midden van de trekker of kun je zelfs de opgenomen lijn een offset meegeven (McCormick), terwijl andere alleen aan de rechterkant kunnen opnemen (Deutz-Fahr). Ook zoiets: in sommige trekkers kun je niet in één werkgang zowel een perceelsgrens opnemen als een AB-lijn (John Deere). In andere wel, en dan kun je meteen die gang laten inkleuren in de dekkingskaart.
‘Contour segment’ fraaie functie
Massey Ferguson en Valtra hebben overigens een fraaie functie genaamd ‘contour segment’. Hier kies je welke perceelsgrenzen en hoeveel je binnen een perceel wilt gebruiken om nieuwe lijnen op te baseren. Dat is een erg fijne functie, omdat het systeem dan automatisch ook de verschillende lijnen binnen het perceel laat zien als je draait. Er is zelfs een automatische offsetfunctie die de buitenste lijn verschuift met een halve werkbreedte zodat de machinebreedte en fysieke perceelsgrens overeenkomen. Ook is het niet nodig om diep in de menu’s te duiken of drop-downmenu’s door te gaan op zoek naar de lijnen: die kun je automatisch laten selecteren op basis van de rijrichting. Ook New Holland kan trouwens automatisch kopakkerlijnen selecteren, al werkt dat iets anders.
Een andere goede functie in Valtra, is dat je iedere kopakkerlijn afzonderlijk kunt aanpassen. Meestal krijg je namelijk vier lijnen (één voor elke zijde van een rechthoekig perceel) als je een kopakker aanmaakt. Maar normaal gesproken gebruik je er in Nederland maar twee. De andere twee kopakkerlijnen veroorzaken alleen maar problemen, vooral als je een U-turnfunctie gebruikt. Maar in Valtra zet je die twee lijnen gewoon op nul. New Holland heeft een soortgelijke functie.
Bij Claas zijn er verschillende oplossingen. Je drukt op het ‘perceel aanmaken’-icoon en nadat je om een perceel heen bent gereden, kun je naar de bibliotheek met perceelgrenzen gaan en daar de grens met bijvoorbeeld 15 meter verbreden of versmallen, zodat er een kopakker ontstaat.
In John Deere kun je niet in één werkgang een perceelsgrens en een AB-lijn opnemen. Maar, je kunt wel op basis van de perceelsgrens AB-lijnen maken, zonder nog een rondje te moeten rijden. Je kunt ook perceelsgrenzen importeren en op basis daarvan de lijnen maken.
In Deutz-Fahr, Claas en McCormick kun je niet automatisch AB-lijnen maken op basis van de grenzen. Dus moet je bij die merken één of meerdere AB-lijnen manueel opnemen, als je wil dat die overeenkomen met de perceelsgrenzen. Detail: met de Cemis 1200 van Claas, zou dit wel automatisch kunnen.
In Deutz-Fahr zou het sinds de H5-software-update mogelijk zijn om te schakelen naar een ‘grens-stuurmodus’, waarbij een lijn wordt gegenereerd naast de perceelsgrens. Als je die lijn volgt, kun je meteen een AB-lijn opnemen, zodat de beide lijnen overeenkomen.
Markeren van een obstakel
Nog iets wat je wellicht gebruikt, is het markeren van een obstakel om andere chauffeurs te waarschuwen. Dit is bij alle merken mogelijk, maar de verschillen zitten ’m in AB-lijnen en kopakkers. Bij Claas (Trimble), John Deere en New Holland stopt de AB-lijn als je een obstakel invoert, terwijl die bij de andere merken doorloopt. Bij die eerste drie krijg je dus een alarm, simpelweg omdat je het eind van de AB-lijn nadert. Bij de andere moet je zelf een alarmgeluid instellen.
De AB-lijn stopt bij die drie merken ook, omdat je een specifieke kopakker rond het obstakel kunt maken en afhankelijk van het merk kunt kiezen of het obstakelgebied al dan niet wordt meegeteld bij de totale oppervlakte in het perceel.
Tijdens de test was alleen het John Deere-systeem in staat om daadwerkelijk aangepaste AB-lijnen rond obstakels te maken. Je kunt dan ook kiezen of het systeem de naastliggende lijnen vervolgens weer rechttrekt – en in hoeveel gangen – of dat het hele perceel moet worden ingedeeld met gebogen AB-lijn.
Een van de meest gebruikte functies is het verschuiven van de AB-lijn. Bij alle merken kun je de A-B lijn zijwaarts verplaatsen (nudging), en bij alle trekkers kun je instellen hoeveel centimeter deze beweegt, als je op het icoontje op het scherm drukt (of op de rijhendel, als je ’m zo programmeert).
Geen antenne is vogelvrij
De vraag naar gps-apparatuur is in heel Europa groot. Dit betekent ook dat gps-diefstal een bekend probleem is. De diefstalbeveiliging varieert nogal per merk. Bij New Holland wordt de antenne vergrendeld met een andere sleutel dan de contactsleutel. Dit is ook het geval bij Massey Ferguson, dat ook een deel van de dure hardware in het dak heeft geïntegreerd. Bij Claas kun je een hangslot plaatsen. Op de rest van de trekkers – behalve bij John Deere, want die heeft een snelwisselsysteem – zit de antenne vastgeschroefd zonder enige bescherming. John Deere heeft antidiefstal-beveiligingssets die je kunt kopen voor de StarFire-antennes.
Deutz-Fahr heeft een uitschakelfunctie op afstand samen met een volgfunctie van de ontvanger. Als de GNSS-ontvanger wordt gestolen, kun je het serienummer laten toevoegen aan een ‘zwarte lijst’ die wordt beheerd door Deutz-Fahr en Topcon. In John Deere kun je een pincode instellen, die je elke keer dat je de trekker start moet activeren om het gps-systeem te kunnen gebruiken.
Gps-ontvanger snel demonteren en opbergen
Voor wie de gps-ontvanger toch graag elke dag even binnen legt, is het goed om te weten dat de John Deere Starfire-ontvanger het snelste te demonteren is. Die zit vast met een snelsluiting. John Deere adviseert ook om ’m na elke werkdag binnen op te bergen. Dat werkt prima, al mag de fabrikant dit wel beter meenemen in het ontwerp van de trekker (met een opstapje, ergens). Het vergt nu wel klauteren om de ontvanger te pakken.
De ontvanger op de Deutz-Fahr-cabine is beter bereikbaar, maar zit vast met een lastige stekker en met losse schroeven. Die kun je laten vallen en dat kost dus meer tijd.
Bij de andere trekkermerken is de ontvanger moeilijker bereikbaar. Bij McCormick klim je het beste door het (hiervoor net te kleine) dakraam. Om de Massey Ferguson-ontvanger te pakken moet je ook klimmen. Voor de andere merken kun je beter een ladder pakken.
Auteurs: John Christensen en Bob Karsten
Gerelateerde tags: Precisielandbouw, Stuurautomaten, Trekkertest