Histoparts is leverancier van onderdelen voor de wat oudere trekkers en motoren. TREKKER bezocht de vestiging in het Friese Oudega en ontdekte wat er schuilgaat achter het bedrijf met meer dan 100.000 onderdelen uit 15.000 artikelnummers op voorraad.
Histoparts is het bedrijf van Ronnie Schilstra. Het ontwikkelde zich in bijna dertig jaar tijd tot een echte specialist in onderdelen die niet zomaar overal verkrijgbaar zijn.
Het begon in 1997 met de overname van Historical Parts Service (H.P.S.) in Schijndel (N.-Br.). Schilstra was al een aantal jaren een frequente bezoeker van en deelnemer aan oldtimerevenementen. Stationaire motoren hadden zijn interesse, en als zoon van een veehouder was hij ook geïnteresseerd in oude trekkers. Tot 2008 werkte hij nog mee op het ouderlijk bedrijf en hij werkte tien jaar lang in de landbouwmechanisatie en in het constructiewerk.
Oude techniek interesseerde de Fries meer dan de melkveehouderij, en zo rolde hij in de onderdelenhandel. De overname van H.P.S. ging om een aanhangwagentje vol onderdelen. Vooral bougiekabels, ontstekingslont, stickers, vetdoppen – het soort kleine zaken waar hobbyisten naar op zoek zijn en die in de reguliere handel moeilijk te vinden zijn, blikt Ronnie terug op de start van zijn onderneming. Inmiddels is die uitgegroeid tot een bedrijf met veertien werknemers, die vanuit het magazijn in Oudega vrijwel alle landen van de wereld bedienen.
Aanvankelijk waren oldtimerruilbeurzen een belangrijke plaats om potentiële klanten te ontmoeten. Internet bestond nog niet. Het was nog de tijd van prijslijsten en hobbyisten die adressen zochten in advertenties in de clubbladen. In dertig jaar tijd is de wereld, ook die van de oldtimerhandel, flink veranderd.
Kort samengevat ligt de focus van Histoparts op onderdelen die in de reguliere kanalen niet of moeilijk verkrijgbaar zijn. Voor een belangrijk deel voor Engelse en Amerikaanse trekkers. Enkele jaren geleden kwamen daar auto-onderdelen bij, met name voor de T-Ford en de A-Ford. Schilstra: “Een stukje diversificatie, maar ook omdat onderdelen voor oudere Amerikaanse benzinemotoren veel overlap hebben met die in Amerikaanse trekkers uit die tijd. Vooral Ford was kampioen in het zo veel mogelijk gebruiken van standaard onderdelen voor zo veel mogelijk toepassingen. Dus is ook de markt voor zulke onderdelen een stuk groter.”
Voor bijvoorbeeld Lanz Bulldog hoef je niet bij Histoparts te zijn. Hoewel daar een grote markt voor is, zijn er enkele bekende specialisten die dat deel van de markt heel goed bedienen. Dat maakt het minder zinvol om daarin te investeren. Zoals het ook geen zin heeft om te investeren in onderdelen voor de moderne trekker. Die vraag kunnen de dealerorganisaties en de daarop gerichte kanalen ook prima en zelfs beter bedienen. Anderzijds hebben die vaak geen kennis van vooroorlogse techniek, en bellen ze Histoparts voor onderdelen van een petroleumvergasser of een magneetontsteking.
Hoe de markt door de jaren veranderde? Allereerst werd het aanbod van onderdelen steeds groter. Wereldwijd zijn veel oudere trekkers gewoon nog in gebruik, en in andere landen bouwen ze nog steeds oudere series. Door internet is het ook makkelijker contacten te leggen, en deels laat Histoparts zelf onderdelen maken. “Een deel van mijn dagelijkse werk is te bepalen waar mogelijk voldoende vraag naar is, en waar je dat kunt inkopen of kunt laten maken”, vertelt Schilstra.
Samenwerken met andere partijen is cruciaal. Overal ter wereld zijn wel onderdelen te koop, maar bedrijfsmatig gezien moet het ook te overzien en betaalbaar blijven om de onderdelen op tijd in het magazijn te krijgen. En om onderdelen te laten maken moet er een zeker volume in zitten om het betaalbaar te houden. In de loop van de jaren zijn goede contacten ontstaan om de inkoop te stroomlijnen, onder andere in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten.
Behalve dat het assortiment aan onderdelen nog steeds groeit, verschuift ook de vraag. Twintig jaar geleden lag de focus op vooroorlogse trekkers en de modellen uit de jaren 50. Nu verschuift dat steeds meer naar trekkers uit de jaren 60, 70 en 80. Restaureren van een Ford uit de 10-serie of een International uit de XL-serie was twintig jaar geleden nog niet aan de orde en is nu dagelijkse kost.
Wat ook is veranderd: de liefhebber stelt hogere eisen aan onderdelen. “Toen waren de klanten al blij als je een spatbord of een uitlaat kon leveren die paste. Nu wil hij onderdelen die ook precies de originele details hebben. Ook daarop wordt ingespeeld”, zegt Schilstra.
De wereld is groter dan Nederland. In de Scandinavische landen is veel belangstelling voor Amerikaanse trekkers, en ook nog steeds voor de petroleummodellen. In Oost-Europa proberen ze oudere trekkers voor het gebruik aan de praat te houden. In Afrika zijn ze vooral geïnteresseerd in zo goedkoop mogelijk. De klanten zitten werkelijk overal en soms ook buiten de landbouw. Motoren worden vaak ook in andere toepassingen gebruikt. Bijvoorbeeld in aggregaten, waardoor soms ook een ziekenhuis klant is omdat het een aggregaat heeft staan waar een wat oudere Perkins- of MWM-motor voor staat.
Verreweg de meeste klanten zijn eindgebruikers. Een hobbyist, maar vaak ook een bedrijf dat zelf repareert. En een mechanisatiebedrijf werkt wel eens aan een trekker waarvoor sommige onderdelen niet makkelijk zijn te vinden. Het succes kent twee belangrijke pijlers: een goed toegankelijke website en snelle levering. Zoals Schilstra het ziet: “Ieder bedrijf kan wel onderdelen bestellen, maar je hebt pas een klant als je ook kunt leveren.”
Auteur: Martin Smits
Lees ook: Trekkeronderdeel niet meer leverbaar? Hier moet je zijn
Gerelateerde tags: Gebruikt, Histoparts, Klassiekers, oldtimers, tweedehands
