Met 13 merken is het aanbod aan zodenbemesters groot. TREKKER speurde de markt af en maakte een overzicht van het segment net onder de professionele loonwerkersmachines, met werkbreedtes van 8 tot 9 meter. Bij die machines is een goede mestverdeling de grootste uitdaging. Een overzicht.
Een loonwerker wil een machine die rendabel is, onderhoudsvriendelijk en eenvoudig in de bediening. Ook komt er meer vraag naar sectieafsluiting, een perfecte breedteverdeling bij een lage mestgift per hectare, minimale-maximale uitbrengcapaciteit en een zodenbemester die uitwisselbaar is voor verschillende mesttanks of zelfrijders.
En daarbij: veehouders en akkerbouwers willen voor een scherp tarief de mest op het land hebben. Een dilemma. Immers, het is van essentieel belang dat de mest netjes wordt verdeeld, goed bij de wortels van de plant wordt neergelegd en in de juiste hoeveelheid.
De dierlijke mestgift die per hectare is toegestaan, daalde de afgelopen jaren fors. Die zal in de toekomst nog verder dalen, is de verwachting. Hoe krijg je dan de juiste hoeveelheid voedingsstoffen zo dicht mogelijk bij de wortels van de planten?
Fabrikanten ervaren dat de keus steeds vaker valt op een zodenbemester met sectieafsluiting, doorgaans gecombineerd met afgifteregeling en gps-besturing. Dan gaan bepaalde secties dicht om een pleksgewijs dubbele mestgift te voorkomen. Ook zijn boeren en loonwerkers – mede door de lagere gift – steeds kritischer op het netjes inwerken van de mest.
Omdat de doseringen lager zijn, is het belangrijk om goed te letten op de werking van de verdeler. Is deze wel optimaal afgesteld? Krijgen bepaalde uitlopen eerder mest dan andere? De mestverdeling begint dan niet gelijkmatig. Ook bij lagere giften moet je daar scherp op zijn. De verdeling over de werkbreedte van de zodenbemester moet overal gelijk zijn.
Ook een trend is dat loonbedrijven tegenwoordig de voorkeur geven aan een machine die ze zowel op gras-, bouw- en graanland kunnen inzetten. Dan hoeven ze maar één keer te investeren.
Favoriet is een combimachine die breed inzetbaar is en veel kuubs kan uitrijden, ondervindt Bram Dieker, product manager van machinefabrikant Evers Agro. “Specialisten weten exact waar ze naar moeten kijken. Zo hangen wij tegenwoordig vier schijven aan een element. Dat betekent minder draai- en scharnierpunten aan het frame. Het maakt de bemester onderhoudsvriendelijker. Zodenbemesters met open elementen kampen minder vaak met verstoppingen door gewasresten.”
Veenhuis constateert dat klanten naast een nauwkeurige verdeling en inwerking van de mest ook kijken naar het gewicht van de zodenbemester. Deze mag niet te zwaar zijn. Om die reden bouwde de fabrikant in 2023 een nieuwe zodenbemester: 800 kilo lichter dan het vorige model en voorzien van minder scharnierpunten.
De zodenbemesters vandaag de dag zijn lichter gebouwd, uitwisselbaar tussen meerdere mesttanks en zelfrijders, en ze worden zowel op bouw- als grasland ingezet. – Foto: TBL
Mechanisatiebedrijf S. Tjalma merkt dat de vraag meer verschuift richting sleepslangbemesters. Reden: in de zomer komt de mest vaak dikker uit de mestkelders, waardoor die al vrij snel boven op het land (gras) komt te liggen. Het voordeel van sleepslangen is dat je verplicht bent om de mest dun te maken. Anders werkt het systeem niet.
Volgens Tjalma heeft de verschuiving ook te maken met klimaatverandering. In het voorjaar en in de zomer kan het door zware regenbuien erg nat zijn in het land. Het is dan niet eenvoudig om zonder insporing van de mesttank of zelfrijder drijfmest aan te wenden. En als het erg droog is, wil je zowel vocht als mest toedienen. Met een sleepslangbemester werkt dat erg goed.
Als de zodenbemester wordt ingezet als sleepslangsysteem, wordt vaak een zogenoemde VDB-Slurry Swivel geleverd. Dat is een zwenkbuis die niet aan de zodenbemester zit, maar voor op de trekker hangt. De zwenkbuis beschikt over een lange arm waar je de slang aan koppelt, die dan over de trekker en de zodenbemester heen draait. Deze kun je vrij over het veld bewegen.
Lees verder onder de video
Ook neemt de vraag naar zodenbemesters met grotere werkbreedtes (15 meter) toe, met name voor de zelfrijders. De loonwerker wil snel werken en beschikt hiermee over voldoende uitbrengcapaciteit.
Auteur: Annelies Bakker
Gerelateerde tags: mesttechniek, Zodenbemesters
