Zo werkt de kolossale GMD 15030-triplemaaier van Kuhn
Machinefabrikant Kuhn komt op de markt met een nieuwe maaier. De GMD-maaierlijn wordt naar boven uitgebreid met een triplemaaier die maar liefst 14,5 meter breed kan maaien. Dit doet de maaier met een dubbele maaibalk. Een impressie van deze kolossale machine.
Kuhn verrast tijdens een persbijeenkomst in het Franse Marmoutier met een enorme achtermaaier voor aan de trekker. Die had het bedrijf al met de getrokken FC 13460 RA-halfgedragen maaier. Nu komt de fabrikant met een gedragen GMD 15030-triplemaaier die uitvouwt tot 14,5 meter werkbreedte.
Lees verder onder de foto’s
Vier maaibalken, tandwielbak scharniert
De enorme werkbreedte haalt Kuhn met vier maaibalken van elk 3,1 meter breed en zeven maaischotels. In combinatie met een 3,1 meter brede frontmaaier haal je de genoemde werkbreedte van 14,5 meter. Om de maaibalken aan te drijven ontwikkelde Kuhn een nieuwe tandwielkast die onderdeel is van het frame. Dit interessante en vooral knappe staaltje techniek dient als scharnierpunt én als aandrijving.
Omdat de maaibalken naast elkaar zitten, en niet in verstek staan, móeten de maaischijven te allen tijde synchroon draaien met elkaar. Oftewel: om en om. Het is dan nodig om een tandwielverbinding te hebben, zodat je hier zeker van bent. De behuizing van het scharnierpunt dient als huisvesting voor deze tandwielen. Een aftakas aan de achterkant van de draagarmen drijft een haakse tandwielbak aan, die op zijn beurt de tandwielen in het gepatenteerde scharnierpunt in beweging zet. Vervolgens gaat het vermogen omlaag en drijft de machine de maaibalken vanuit het midden aan.
Het opklappen gaat praktisch zoals een vijfdelige zodebemester vaak doet. De buitenste maaiers vouwen bijna 180 graden om en liggen op hun kop op de draagarmen. Vervolgens klappen deze recht op, en ben je in totaal niet breder dan 3 meter en ook niet hoger dan 4 meter. Netjes binnen de kaders van de wet dus.
Bodemontlasting met mini-cilinder
Vervolgens kom je bij een probleem. Om gras te maaien kun je niet zomaar de maaier op de grond leggen en gaan rijden. Het is belangrijk dat je de oplegdruk kunt aansturen, zodat de maaier gaat zweven. Bij een normale triplemaaier kun je in het midden van de balk een scharnierpunt maken en het element op veerdruk of oliedruk laten zweven. Met deze constructie gebeurt dat ook, maar vanwege het scharnieren willen de maaiers van zichzelf als een omgekeerde V gaan staan: de punten willen omlaag.
Om dit op te lossen monteert Kuhn een mini-cilindertje tussen beide maaibalken dat je op druk zet. Door dit te doen duw je de maaiers als het ware van onderen uit elkaar, waarmee je beide maaiers recht dwingt. Zo kun je de ontlasting juist verdelen over beide maaibalken, maar behoud je toch het pendelen tussen de twee maaibalken. De cilinders zitten aan één kant vast, aan de buitenste maaiers. Bij in- en uitklappen hoef je er niet naar om te kijken.
Slimme obstakelbeveiliging
Kuhn ontwierp voor deze maaier ook een nieuwe obstakelbeveiliging. Kom je een obstakel aan de binnenkant van de maaier tegen, dan zit er een scharnierpunt vlak voor de aandrijving van de maaibalken boven op de maaibalken. De punt van de maaier kan zo naar voren zwenken en de binnenkant naar achteren. Aan het scharnier zit een cilinder die gekoppeld is aan het zogenoemde Liftcontrol. De druk in de cilinder loopt op, waarmee de cilinder (die ook dient voor het inklappen) iets intrekt en zo de maaier automatisch iets optilt om het obstakel te passeren.
Komt er een obstakel in het midden of aan de buitenkant onder of tegen de maaier, dan zit er ook bij de hefarmen een scharnier waarmee de gehele maaier naar achteren kan zwenken. Ook hier loopt de druk dan op in een cilinder die aan het eerdergenoemde Liftcontrol gekoppeld zit. De obstakelbeveiling reset automatisch na het passeren van het obstakel, en zo kun je met een forse werkbreedte toch gerust een perceel in rijden.
Minimaal 230 pk
De enorme triplemaaier is niet leverbaar met kneuzers. Dat is simpelweg niet mogelijk door het extra gewicht dat je dan zou toevoegen aan de maaier. De machine weegt nu al 3,8 ton. Kneuzers toevoegen zou de machine enorm complex maken. En nog belangrijker: de machine zou boven de 4 ton komen en daarmee de meeste aslasten van trekker-achterassen overschrijden.
Hoewel maaiers zonder kneuzers vaak een stuk minder vermogen nodig hebben, schrijft Kuhn toch 230 pk voor als aanbevolen vermogen. Dit zit hem met name in het gewicht van de machine en de benodigde tractie. Inclusief een frontmaaier voeg je namelijk zo 5 ton toe aan het totaalgewicht van de trekker.
Sectiecontrole mogelijk
De bediening van de maaier verloopt in standaarduitvoering via een eenvoudige Kuhn KFA 12-bedieningskast. Wil je wat meer gemak, dan kun je de maaier met Isobus laten uitvoeren en gebruikmaken van een zogeheten Isobus Mower Control-kit. De maaier kun je dan via een Isobus-terminal en een Kuhn AUX-N-joystick aansturen. Het is zelfs mogelijk de maaiers automatisch uit te laten tillen met sectiecontrole.
Grote machine, forse prijs
De machine is groot, en dat brengt ook een hoge prijs met zich mee. De richtprijs voor deze machine in basisuitvoering bedraagt € 96.000 bruto voor de Duitse en Franse markt.
Voor Nederland is nog geen definitieve prijs bepaald, maar Kuhn ziet wel markt voor de maaier in Nederland. De verwachting is dat die prijs rond hetzelfde niveau zal zijn. Dat is dan exclusief frontmaaier à € 20.000.
Auteur: Jacco van Erkelens
Lees ook: Kuhn FC 13460 RA-maaier ook geschikt voor Nederland
Gerelateerde tags: hooibouwmachines, Kuhn, Maaiers