fbpx
Terug naar nieuwsoverzicht

Litouwse sleutelaar bouwt zelfrijders met Zetor en Danfoss

De Litouwse Jonas Chaladauskas (rechts), zijn zoon Andrius in het voertuig en links neef Donatas Stundzia. Geef sleutelaar Jonas een Zetor-motor, een Danfoss-hydrostaat en het liefst een cabine van een bietenrooier en hij kan er alles van bouwen. Een zelfrijdende spuit, een verreiker, een zelfrijdende maaier en nog veel meer. – Foto’s: Mark Pasveer

Jonas Chaladauskas gebruikt 17 trekkers en maar 4 daarvan zijn nog origineel. De andere bouwde hij om tot iets specifieks. De Zetor-motoren en Danfos-hydromotoren liggen op de plank. Daarmee bouwt Jonas alles wat hij wil, het liefst zelfrijders. Zijn meest recente creatie: een zelfrijdende versgrasvoerwagen.

Tijdens de TREKKER-toer door de Baltische Staten komen we terecht op het erf van Jonas Chaladauskas in Litouwen. We kijken onze ogen uit. Geef Jonas een Zetor-motor, een Danfoss-hydrostaat en het liefst een cabine van een bietenrooier, en hij kan er alles van bouwen. Een zelfrijdende spuit, of een verreiker, een zelfrijdende maaier en ga zo maar door. Niks is hem te gek.

Er staan 17 voertuigen op zijn bedrijf, 4 daarvan zijn in de basis nog origineel. De meeste machines zijn gericht op de ruwvoederwinning. Chaladauskas boert biologisch in de Litouwse Jonava-regio (een halfuur noordelijk van Kaunas). Daar heeft hij 60 tot 70 stuks vleesvee en 4 melkkoeien. Hij heeft 80 hectare grasland in gebruik om zijn dieren van voer te voorzien. Op 20 hectare teelt hij akkerbouwgewassen, met name granen.

Lees verder onder de foto’s; bekijk nog veel meer foto’s onderaan dit artikel

Jonas Chaladauskas (in het midden), links zijn zoon Andrius en rechts neef Donatas Stundzia poseren trots voor Jonas’ machinepark. Zoon Andrius is actief in de grond- en wegenbouwsector en sleutelt ook in de werkplaats bij Jonas. Neef Donatas hielp voorhien op de boerderij, maar werkt nu op een vliegveld.
Jonas Chaladauskas (in het midden), links zijn zoon Andrius en rechts neef Donatas Stundzia poseren trots voor Jonas’ machinepark. Zoon Andrius is actief in de grond- en wegenbouwsector en sleutelt ook in de werkplaats bij Jonas. Neef Donatas hielp voorhien op de boerderij, maar werkt nu op een vliegveld.

Goed uitgeruste werkplaats

Jonas bouwt, onderhoudt en repareert al zijn voertuigen zelf. Hij heeft daar aardigheid in, en het is er van oudsher zo ingeslopen. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie startte Chaladauskas zijn boerderij in 1991 met één Belarus-trekker. Die heeft hij zelf leren repareren. “In het adresboek van m’n telefoon staat niet één monteur”, lacht hij.

De werkplaats is van alle gemakken voorzien, van een bovenloopkraan tot een verstuivertester en een smeerput. In de schuur ernaast bewaart Jonas alle voorraad: Zetor-motoren, assen, hydrauliekmotoren en versnellingsbakken.
De werkplaats is van alle gemakken voorzien, van een bovenloopkraan tot een verstuivertester en een smeerput. In de schuur ernaast bewaart Jonas alle voorraad: Zetor-motoren, assen, hydrauliekmotoren en versnellingsbakken.

De werkplaats waarin Jonas en zijn zoon Andrius sleutelen, is haast net zo indrukwekkend als het wagenpark. De ruimte is voorzien van een bovenloopkraan, een grote kolomboor waarmee hij ook cilinders kan uitboren, een verstuivertester en een smeerput. Er hangt gereedschap in overvloed. Aan de muur hangen tekeningen van opengewerkte Zetor-motoren en -versnellingsbakken.

Opvallend: aan de muur, op 3 meter hoogte, hangt een bietenrooiercabine. Met de overheaddeur dicht was het donker in de werkplaats. Het was makkelijker om een cabine op te hangen als lichtkoepel dan een raam te maken. Pluspunt: in de zomer biedt-ie een schaduwplekje als je eronder werkt.

Rechts achter de trekkers de bietenrooiercabine aan de muur, die fungeert als lichtkoepel in de werkplaats.
Rechts achter de trekkers de bietenrooiercabine aan de muur, die fungeert als lichtkoepel in de werkplaats.

Omvangrijke onderdelenvoorraad

De onderdelenvoorraad in de schuur ernaast is evenzo omvangrijk. Met een snelle blik tel je zo 7 radiateurs voor Zetor-motoren, 2 motorblokken, verschillende versnellingsbakken en allerlei assen. Achter in de machineloods staat zelfs een heuse testbank met motorblok erin, waarmee Jonas zijn Danfoss-hydromotoren kan testen. Die hydromotoren zitten in zijn Fortschritt-maaidorser, maar ook in praktisch alle zelfbouwmachines.

Wat betreft motoren kent Jonas twee smaken: een Zetor-viercilinder met 102 pk en een Zetor-zescilinder met 160 pk. Jonas: “Die motoren zijn zuinig en ik ken ze door-en-door.” Weet trouwens dat trekkerfabrikanten Zetor en Ursus samen dezelfde motoren hebben gebouwd, mede daarom de Ursus-trekkers.

Andrias Chaladauskas toont een van de explosietekeningen van Zetor-motoren en -versnellingsbakken die aan de muur hangen.
Andrias Chaladauskas toont een van de explosietekeningen van Zetor-motoren en -versnellingsbakken die aan de muur hangen.

Vier wielladers

Chaladauskas bouwde zelf drie minishovels, waarvan één met een telescopische giek. De machines zijn nog geen 2 meter hoog. “Waarom zou je een stal bouwen van 7 meter hoog voor een koe die amper 2 meter hoog is?”, redeneert hij. De staldeuren en -doorgangen zijn laag. Daarom bouwde hij zelf de laders, die compact genoeg zijn. De eerste is in de basis een Ursus-trekker waarvan de versnellingsbak is omgedraaid: 8 versnellingen vooruit en 4 achteruit. De giek bouwde Jonas zelf.

Jonas Chaladauskas bouwde zelf drie compacte wiellader/verreikers. Ook de telescopische giek is zelf ontworpen en gebouwd.
Jonas Chaladauskas bouwde zelf drie compacte wiellader/verreikers. Ook de telescopische giek is zelf ontworpen en gebouwd.

Daarnaast heeft Jonas nog twee kleinere wielladers. Beide zijn hydrostatisch aangedreven. Hij bedient ze met één pedaal. Als je voor op het pedaal drukt schiet-ie vooruit, druk je achterop dan vliegt-ie achteruit. De motor moet laag in toeren draaien, anders rijdt de wiellader té snel. Een machine heeft zelfs een telescopische giek; zelf ontworpen en in elkaar gelast.

Voor het zware werk en het inkuilen van gras heeft Jonas nog een Charkov T150-kniktrekker omgebouwd tot shovel. Er is een Danfoss-hydrostatische transmissie ingebouwd en een Ursus-motor. Achterop bouwde de sleutelaar een giek.

Een wiellader op basis van een Charkov-kniktrekker.
Een wiellader op basis van een Charkov-kniktrekker.

Zelfgebouwd multifunctioneel voertuig

Jonas houdt de grindwegen rondom het bedrijf zelf bij. Daarvoor heeft hij een eigen voertuig ontwikkeld. “ Een multifunctioneel voertuig’, grapt hij. In de basis is het een kiepbak van een pick-up, met UN053-assen eronder, een Zetor-motor, een Danfoss-hydrostaat, een Charkov-tweezitterscabine en een Hydramet-kraanopbouw. Onderop is nog een scraperblad geplaatst. Bovendien kan Jonas aan de kraan ook een hydraulisch aangedreven klepelmaaier bouwen om de bermen te maaien.

De multitool, een zelfrijdend voertuig om onverharde wegen rond het bedrijf bij te houden. Aan de kraanarm past ook een klepelbak.
De multitool, een zelfrijdend voertuig om onverharde wegen rond het bedrijf bij te houden. Aan de kraanarm past ook een klepelbak.

Vers gras voeren met zelfrijdende versgrasdriewieler

In de schuur staat een vrij recente Zamet-versgrasvoerwagen achter een Ursus-trekker. Die Ursus is een van de weinige trekkers die nog origineel is, al ontbreekt wel een voorwiel. De reden daarvoor is buiten te zien. Daar staat Jonas’ laatste creatie: een zelfrijdende versgrasvoerwagen.

Jonas haalde dagelijks vers gras met een Ursus-trekker en Zamet-maaiwagen. Maar de knikdisselconstructie beviel hem niet vanwege de beperkte wendbaarheid. Hij maait juist vers gras op de minst vierkante en vlakke percelen. De sleutelaar bouwde daarom een zelfrijdende driewieler. Deze zelfrijdende maaiwagen rijdt zo’n 30 kilometer per uur en is een stuk wendbaarder dan een getrokken wagen, vertelt de Litouwer.
Jonas haalde dagelijks vers gras met een Ursus-trekker en Zamet-maaiwagen. Maar de knikdisselconstructie beviel hem niet vanwege de beperkte wendbaarheid. Hij maait juist vers gras op de minst vierkante en vlakke percelen. De sleutelaar bouwde daarom een zelfrijdende driewieler. Deze zelfrijdende maaiwagen rijdt zo’n 30 kilometer per uur en is een stuk wendbaarder dan een getrokken wagen, vertelt de Litouwer.

Het Ursus-voorwiel dient nu als neuswiel voor de zelfrijdende versgrasdriewieler. Waarom een zelfrijder? “Dat werkt veel sneller en het lukt veel beter om hoeken leeg te maaien. Je kunt er veel beter mee manoeuvreren”, vertelt de sleutelaar, die niet zo’n liefhebber is van de knikdissel-constructie van het origineel. De basis laat zich raden: een Zetor-motor, een Danfoss-hydrostaat en een bietenrooiercabine. Met één pedaal rijdt de zelfrijder vooruit en achteruit. De machine rijdt 30 km/u op de weg en 20 km/u tijdens het maaien. Door de V-snaren strak te spannen, drijft een aftakas de maaiwagen aan.

Jonas bouwde een hydrostatische aandrijving; met één pedaal rijdt de maaiwagen naar voren of naar achteren.
Jonas bouwde een hydrostatische aandrijving; met één pedaal rijdt de maaiwagen naar voren of naar achteren.

Nog meer machines

Dan hebben we nog een heleboel machines niet beschreven: een zelfrijdende hakselaar waarvoor Jonas zelf een soort trekker bouwde en er een Kemper-vierrijige hakselaar aan bouwde. Of de zelfrijdende veldspuit, gebaseerd op een getrokken veldspuit waarvan Jonas, die nu biologisch teelt, niet meer weet welk merk het ooit was. En een zelfrijdende maaier met voorop een Samasz-frontmaaier. De zelfrijdende machine draagt het gewicht op de hoge achterwielen, met goed zicht op de maaier. De zelfrijder is wendbaar doordat-ie stuurt met de achterwielen.

De Litouwse sleutelaar zag in een folder een foto van een zelfrijdende spuit en besloot om z’n getrokken versie om te bouwen. Jonas boert nu biologisch, dus de machine wordt nauwelijks meer gebruikt.
De Litouwse sleutelaar zag in een folder een foto van een zelfrijdende spuit en besloot om z’n getrokken versie om te bouwen. Jonas boert nu biologisch, dus de machine wordt nauwelijks meer gebruikt.

Ook zijn er nog zelfgebouwde trekkers, met breedspoor voor over de aardappelruggen. Of juist een trekker voor de zware grondbewerking. De machines hebben twee dingen gemeen: het feit dat ze zelfgebouwd zijn, en de componenten: een Zetor-motor, een Danfoss-hydrauliek en een bietenrooiercabine.

Auteur: Bob Karsten

Een zelfrijdende maaier met voorop een Samasz-frontmaaier.

Een zelfgebouwde trekker op breed spoor voor over de aardappelruggen.

Hier demonstreert Jonas een shovel/verreiker met zelfgebouwde telescopische giek. Zijn stallen en overkappingen zijn laag, daarom heeft hij compacte shovels/verreikers gebouwd.

Zoon Andrius in een zelfgebouwde trekker. De motor is afkomstig van een Ursus en de tweezitter-cabine komt van een Charkov-kniktrekker.

Allerhande onderdelen in de werkplaats. Nuttig voor het knutselen aan de machines.

Gerelateerde tags: , ,

Gerelateerde artikelen

Afbeelding artikel

VIDEO | Trekt financieringsactie trekkerfabrikant jou over de streep?

De kortingsacties op trekkers vliegen de boeren die vakbeurs ATH bezoeken om de oren. Maar slaan die acties aan bij hen?...
Afbeelding artikel

Eite Breeuwsma verzamelt herinneringen met miniaturen

Eite Breeuwsma probeert de machines waar hij vroeger mee werkte zo nauwkeurig mogelijk in miniatuur na te bouwen. Met dank aan...
Afbeelding artikel

Tafe 7515: degelijke trekker zonder opsmuk

De Indiase trekkerfabrikant Tafe is al op diverse continenten een grote speler en wil nu ook zijn vleugels uitslaan in Europa....
Beheer
WP Admin