fbpx
Terug naar nieuwsoverzicht

Variabel zaaien met taakkaart nog geen gemeengoed voor telers

Technisch is het geen kunst meer: variabel zaaien van mais, peen, suikerbieten, uien en andere (groente) gewassen aan de hand van een taakkaart. Maar gebeurt het ook? TREKKER vroeg het aan zaai- en pootmachinefabrikanten en leveranciers. - Foto: Lemken

In hoeverre varieert de Nederlandse akkerbouwer vandaag de dag zijn zaai- en pootafstand op basis van een taakkaart? Met die concrete vraag benaderden we een tiental zaai- en pootmachinefabrikanten en leveranciers. Dat resulteerde in een aantal opmerkelijke inzichten.

Technisch is het geen kunst meer; de zaaidichtheid tijdens het zaaien van mais, peen, suikerbieten, uien en andere (groente) gewassen variëren aan de hand van een taakkaart. Bovendien kunnen aardappelpootmachines vaak de afstand tussen de poters variëren. Maar gebeurt dat ook? Dit is wat zaai- en pootmachinefabrikanten en leveranciers zien.

Variabel zaaien nauwelijks een thema in mais

Bij het zaaien van mais komt het variëren van de zaaiafstand niet of nauwelijks voor. Hierbij speelt mee dat het gewas meestal als veevoer eindigt en dat mais vaak op lichte grond wordt geteeld. Het afstemmen van de zaaidichtheid op bodemgesteldheid of opbrengstpotentie levert niet de meerwaarde op (in droge stof of zetmeelopbrengst) die een veehouder zoekt om de meerkosten terug te verdienen die de loonwerker zou rekenen.

“Bovendien is maiszaad niet het duurste zaad”, zegt Erwin Tessers, business unit manager van Amazone-importeur Kamps de Wild. Hij vervolgt: “Minder zaaien per hectare levert per definitie weinig besparing op. Ik merk wel concrete interesse in de techniek, maar dat is dan vooral met het oog op de toekomst.”

Rick de Groot, productmanager Spuiten en Precisiezaaiers van machinefabrikant Kverneland Benelux, ziet klanten hier en daar wel variatie aanbrengen in zaaidichtheid. “Ik hoor bijvoorbeeld van meer zaden per hectare op een hoge (en droge) zandkop, om dat deel toch goed en tijdig dicht te krijgen om de onkruiddruk te verlagen. Soms speelt ook mee dat mais dichter zaaien een gewas oplevert dat minder windgevoelig is. Ook kom ik uniformer afrijpen in de praktijk als argument tegen. Dat wil zeggen: meer zaden per hectare op een arme, droge plek zodat de planten daar meer concurrentie hebben, langzamer groeien en eerder afrijpen.”

Hans Hoogland, area sales manager van machinefabrikant Lemken, ervaart een minimale vraag naar mais zaaien op taakkaart. “Nut en noodzaak zijn niet of in geringe mate aanwezig. En een loonwerker krijgt de meerkosten vaak niet vergoed. Wat wel helpt, is dat zaaizaadleveranciers (gratis) tools bieden die op basis van grondsoort of satellietbeelden van eerdere teeltjaren een taakkaart kunnen maken.”

Monosem-importeur Farmstore en Kuhn-importeur Reesink Agri zien dat akkerbouwers en loonwerkers mondjesmaat taakkaarten inzetten voor het variëren van de zaaiafstand van mais. “Een van de belangrijkste redenen voor een loonwerker om een elektrisch aangedreven maiszaaier aan te schaffen, is om geen kettingen om te hoeven leggen als hij het aantal zaden per hectare verandert. Bijvoorbeeld als hij van de ene naar de andere klant gaat”, zegt Christiaan Borkus, product manager van Reesink Agri.

Lees verder onder de foto’s

Bij het zaaien van mais komt het variëren van de zaaiafstand niet of nauwelijks voor. Akkerbouwers en loonwerkers tonen wel concrete interesse in de techniek, maar dat is vooral met het oog op de toekomst. Nut en noodzaak zijn nu nog niet of in geringe mate aanwezig. Bovendien kan een loonwerker de meerkosten niet doorberekenen. - Foto: Amazone

Bij het zaaien van mais komt het variëren van de zaaiafstand niet of nauwelijks voor. Akkerbouwers en loonwerkers tonen wel concrete interesse in de techniek, maar dat is vooral met het oog op de toekomst. Nut en noodzaak zijn nu nog niet of in geringe mate aanwezig. Bovendien kan een loonwerker de meerkosten niet doorberekenen. – Foto: Amazone

In suikerbieten al wel (wat)

Farmstore en Kverneland bespeuren voorzichtige interesse bij akkerbouwers en loonwerkers voor het variëren van de zaaiafstand bij suikerbieten. Rick de Groot van Kverneland durft daar geen percentage op te plakken, terwijl Chris van de Lindeloof van Farmstore inschat dat 2% van de akkerbouwers en loonwerkers het momenteel toepast. “In Nederland zijn we met z’n allen veel te veel met de techniek bezig, terwijl die totaal geen uitdaging meer vormt. Je strategie is veel belangrijker. Gebruik je de opbrengstpotentie van een perceel bijvoorbeeld voor een uniformer (afrijpend) gewas, of streef je opbrengstmaximalisatie na? Je strategie bepaalt waar je dikker of dunner zaait en waar je meer of minder bemest. Houd het simpel en blijf bij jezelf.”

Dat een strategie ondanks hetzelfde teeltdoel kan verschillen, bleek vorig jaar tijdens een rondgang langs een aantal deelnemers aan het project Nationale Proeftuin Precisielandbouw (NPPL). Sommigen zaaien nauwer op gedeeltes met een lager opbrengstpotentieel en anderen juist ruimer.

De Groot haalt een voorbeeld van uniformiteit als strategie aan. “In suikerbieten, maar ook in aardappelen, is het gebruikelijk om voor een uniformere stand naast de spuitsporen of rijpaden wat nauwer te zaaien en te poten. Enerzijds om het opbrengstverlies te compenseren van niet-gezaaide en niet-gepote aardappelen, anderzijds om de mindere concurrentie en de extra lichtinval te benutten. Daar heb je echter geen taakkaart voor nodig. Dat kan standaard met elke zaai- en pootmachine.”

Monosem-importeur Farmstore en machinefabrikant Kverneland bespeuren voorzichtige interesse bij akkerbouwers en loonwerkers voor het variëren van de zaaiafstand bij suikerbieten. - Foto: Farmstore/Monosem

Monosem-importeur Farmstore en machinefabrikant Kverneland bespeuren voorzichtige interesse bij akkerbouwers en loonwerkers voor het variëren van de zaaiafstand bij suikerbieten. – Foto: Farmstore/Monosem

Huiverig voor variabel zaaien in uien

Volgens de techniekleveranciers zijn veel uientelers nog huiverig om de zaaiafstand bij zaaiuien te variëren. De Groot: “Net als bij pootgoed is de maat, de sortering van uien belangrijk voor de classificatie en de uitbetaling. Uniformiteit is belangrijk. Hoewel ik hier en daar zie dat er op gedeeltes met een hoger percentage organische stof dikker wordt gezaaid om te dikke uien te voorkomen. Wat ik ook wel zie is dat de akkerbouwer een perceel met variatie in de bodem opdeelt in twee gedeeltes, waarop hij twee verschillende rassen met een bijbehorende zaaiafstand teelt.”

Van de Lindeloof ziet er ook wel brood in om de zaaiafstand af te stemmen op de afslibbaarheid of de zwaarte van de grond. “Een enkele klant van ons is bezig met dunner zaaien op lichte grond en dikker op zwaardere grond.”

In andere (groente) gewassen nog beperkter

“In een gewas als waspeen zou je heel goed dezelfde zaaistrategie kunnen aanhouden als in uien”, vervolgt Van de Lindeloof van Farmstore en tevens akkerbouwer. “Zelf zaai ik mijn erwten variabel op taakkaart, met de opbrengstpotentie van een perceel als uitgangspunt. Die bepaal ik mede aan de hand van satellietbeelden van de stand van groenbemesters gedurende de winter. Een groenbemester is het meest eerlijke gewas wat dat betreft, want dat bemest je niet. Een hogere opbrengstpotentie betekent dikker zaaien, want erwten worden uitbetaald op hardheid.”

De Groot: “Bij Kverneland zien wij weinig animo voor variabel zaaien in andere groentegewassen zoals peen en rode biet.”

5 tot 10% pootaardappelen variabel gezaaid

Het variëren van de pootafstand bij aardappelen gebeurt in beperkte mate. Kristof De Ruyck, sales manager van machinefabrikant AVR: “Wij zien dat nauwelijks gebeuren op basis van bodemomstandigheden.”

Christiaan Poot, product manager Instore Equipment van machinefabrikant Dewulf, ziet dat telers met bonte percelen en dure grond er actief mee zijn. “Ik denk dat 3 tot 5% van onze klanten ruimer poot op lichte grond en nauwer op zwaardere grond. Ook zie ik een enkeling ruimer poten langs bomenrijen, omdat de knollen daar door gebrek aan zonlicht minder groeien en minder opbrengen. Daar bespaar je dan op pootgoed.”

“Ik had al wel een grotere vlucht verwacht”, geeft Arent Lanenga, teamleader sales van machinefabrikant Grimme, aan. “Ik schat dat minder dan 10% van onze klanten de pootafstand varieert op basis van opbrengstgegevens van een voorgaand gewas. Je moet vooral de meerwaarde zien ten opzichte van de kosten die je maakt voor de techniek en voor het (laten) maken van een taakkaart.”

Een taakkaart van een aantal jaren geleden met proefstroken voor het variabel poten van pootgoed. Net als variabel zaaien is dat nog lang geen gemeengoed. Een enkele akkerbouwer poot ruimer langs een bomenrij, omdat de knollen daar door gebrek aan zonlicht minder groeien. - Foto: Mark Pasveer

Een taakkaart van een aantal jaren geleden met proefstroken voor het variabel poten van pootgoed. Net als variabel zaaien is dat nog lang geen gemeengoed. Een enkele akkerbouwer poot ruimer langs een bomenrij, omdat de knollen daar door gebrek aan zonlicht minder groeien. – Foto: Mark Pasveer

Auteur: René Koerhuis

Lees ook deze blog van TREKKER-hoofdredacteur Bas van Hattum: ‘Waarom investeren in zaai- en poottechniek op basis van taakkaart?’

Gerelateerde tags: ,

Gerelateerde artikelen

Afbeelding artikel

AVR Connect haalt meer uit je pootmachine en rooier

De app AVR Connect levert opmerkelijke inzichten op, zowel voor akkerbouwers en loonwerkers als de fabrikant. Dit kun je ermee.
Afbeelding artikel

Uien zaaien en druppelslang leggen in één werkgang

Druppelirrigatie oftewel fertigatie maakt opgang in uien zaaien. Deze watervoorziening met druppelslangen heeft invloed op de zaaimachine.
Afbeelding artikel

Blog | ‘Waarom investeren in zaai- en poottechniek op basis van taakkaart?’

Bas van Hattum constateert dat slechts 2 tot 5% van de telers variabele zaai- en poottechniek op basis van een taakkaart...
Beheer
WP Admin