Ecologisch maaien is de toekomst
Een trend in bermbeheer is minder vaak maaien. Of bermen gefaseerd maaien, het zogenoemde sinusmaaien. Ook is er meer aandacht voor het insectenleven in de berm. Dat leidt tot kanttekeningen bij de klassieke klepelmaaier. Maaierbouwers spelen hier op in, opdrachtgevers zetten eisen over ecologisch maaien in bestekken. Maar er is ook veel onduidelijk. Wanneer werkt een eco-maaier ook écht ecologisch?
Al meer dan tien jaar wordt gewerkt aan nieuwe technieken om bermen te maaien. Technieken die beter zijn, althans dat is de aanname, voor met name de insecten die in de berm leven. Want voor de verkeersveiligheid maai je het gras het liefst kort. Voor de natuur wil je echter de in de berm levende beestjes liever niet onnodig verstoren.
De markt is op zoek naar een nieuw optimum. Sinds gemeenten en waterschappen meer oog hebben voor het bermleven, leggen zij deze visie ook bij loonwerkers en aannemers op het bordje. Soms is ecologisch maaien een wens, maar tegenwoordig soms ook als eis in bestekken. Daarom werken leveranciers aan vernieuwde maaiers. Of ze vallen juist terug op oudere technieken, zoals de schijvenmaaier of de traditionele maaibalk.
Minder zuigende werking
De meeste van die alternatieven hebben één ding gemeen: ze claimen een fors minder zuigende werking ten opzichte van een standaard klepelmaaier. Want met name daarin zou een bezwaar schuilen. Door de luchtverplaatsing zou een klepelmaaier met standaardklepels de op de grond levende insecten verstoren. Ook gaan op de grond liggende zaden mee de maaier in; een maai-zuigcombi voert ze dan af.
Een ander thema dat speelt is dat klepelmaaiers ook zwerfafval en zand de maaier inzuigen. Dat is nadelig bij de compostering of vergisting van bermgras. Twee redenen dus waarom de reguliere klepelmaaier wordt doorontwikkeld.
Oude maaitechniek van stal
Om de ecologische redenen greep bijvoorbeeld machinefabrikant Herder al zo’n twaalf jaar geleden terug naar een schijvenmaaier aan de maaiarm.
Dücker-importeur Kruse Ootmarsum lukte het in diezelfde periode om een bestaande klepelmaaier aan te passen aan de nieuwe wensen. “Door het monteren van Y-klepels nam de zuigende werking sterk af. Ook heeft Dücker van zichzelf een ronde kap, dat zorgt voor minimale werveling. Bij wijze van proef legden we vloeitjes tussen het te maaien gras, en die bleven gewoon liggen”, legt Martin Kruse uit.
Sindsdien werden de maaiers nog op details aangepast, bijvoorbeeld door een looprol te monteren die niet over de volle breedte afsteunt. Tevens ging Dücker Kema-maaibalken importeren. Deze dubbele-messenbalken knippen het gras simpelweg af, waardoor de op de bodem levende insecten er helemaal geen hinder van hebben. Nadeel van een maaibalk is dat deze in ruw terrein of bij obstakels minder robuust is. Desondanks ziet de importeur de laatste jaren een toename in de vraag.
Herder combineert de schijvenmaaier tegenwoordig met een achtergebouwde hakselunit, de Ecochopper. Optie is zelfs om deze te voorzien van een geurgordijn dat insecten op afstand moet houden.
Lees verder onder de video
Klepelmaaier op zijn retour?
Genoemde trends kunnen de indruk wekken dat de klepelmaaier op z’n retour is. Dat is zeker niet het geval. Machinefabrikant Votex verwacht dit jaar zo’n 600 klepelmaaiers te bouwen. Dat is zeker niet minder dan andere jaren. Marc Hermans, sales manager van Votex, herkent de trend naar ecologisch maaien, maar de concrete vraag naar zulke machines is volgens hem tot nog toe beperkt, en lastig te definiëren.
Toch is de beweging in de markt naar ecologisch maaien voor Votex voldoende aanleiding om te vernieuwen. Hermans: “Wij zijn bezig met het ontwikkelen van een nieuw ontwerp. Als fabrikant willen we de maaier bouwen die het minst vervelend is voor de omgeving. Daarbij zoeken we het in de maaier zelf, niet door het opbouwen van randzaken. We hebben contact met De Vlinderstichting. Die geeft aan dat insecten niet echt schrikken van een blazer op de maaier. Ze denken dan dat het gewoon waait en blijven zitten.”
Keurmerk eco-maaiers in de maak
De naam De Vlinderstichting valt vaker bij machinefabrikanten en importeurs. De stichting wil via een eigen keurmerk, KleurKeur, op basis van het maairesultaat een certificaat ontwikkelen voor ecologisch vriendelijke maaiers. Ook een jaarlijks terugkerende keuring van deze maaiers zou hiervan onderdeel zijn.
Een jaarlijkse keuring van zogenoemde eco-maaiers, met alle kosten van dien, daarop zit de praktijk natuurlijk niet te wachten. Nico Willemsen van branchevereniging Cumela onderstreept dat. “Wij vinden het prima als een manier wordt bedacht om via een keurmerk duidelijkheid te geven welke maaiers voldoen als ecologische maaier. Eenmalig bij de fabrikant als de machine nieuw is, dat geeft duidelijkheid voor de koper. Maar wij vinden het niet nodig om die machine ieder jaar opnieuw te keuren en certificeren. Cumela-bedrijven worden al overstelpt met allerlei eisen. Ze kunnen hun muren onderhand behangen met certificaten”, legt Willemsen uit.
Bermonderhoud wordt hoe dan ook anders
Ecologisch maaien blijft voorlopig dus een niet-gedefinieerde term, zonder een echt wetenschappelijke basis. Tegelijk wordt er in steeds meer bestekken wel om gevraagd. Met name als loonwerker heb je er simpelweg mee te dealen. Is het niet nu, dan wel in de nabije toekomst.
Deze wind gaat niet meer liggen, denken betrokkenen. “Dat de klassieke manier van bermonderhoud – alles zo strak en glad mogelijk – tot het verleden gaat behoren, daar moeten we wel op rekenen”, zegt Nico Willemsen van Cumela. “De berm heeft ook een natuurfunctie. Steeds meer opdrachtgevers nemen dat aspect mee. Wat wij hopen is dat niet een bepaalde techniek wordt uitgesloten, maar dat maaierfabrikanten zelf de keuze hebben welke technieken ze toepassen om innovatieve ecologische maaiers te ontwikkelen. Uiteindelijk gaat het erom dat je flora en fauna spaart. Weten wanneer je wel en niet maait, is daar ook een belangrijk onderdeel van”, zegt Willemsen.
Auteur: Matthijs Verhagen
Lees ook: Rema bouwt faunavriendelijke maaikorf voor slotenonderhoud
Gerelateerde tags: Bermmaaiers, Cultuurtechniek