​Lezer van de maand: Michiel Drummen

Heb je veel eigen mechanisatie op je akkerbouwbedrijf?

“Ik wil zo veel mogelijk zelf kunnen doen. Bieten en uien rooien en ook het zaaien van de uien besteed ik uit aan de loonwerker. Aardappelen rooien en al het andere akkerbouwwerk doe ik zelf met eigen machines. Ik wil precies aan de slag als de omstandigheden ideaal zijn en de grond er bekwaam bij ligt, en daarbij niet afhankelijk zijn van de agenda van anderen. Komt bij dat personeel steeds moeilijker te krijgen is en loonwerkers daarom minder flexibel zijn.”

En hoe zet je de arbeid zelf dan rond?

“Het meeste werk kan ik zelf af. En mijn vrouw, die in de eerste plaats een hondenpension heeft, kan ook trekker rijden en helpt mee in drukke tijden. En met een groep collega’s springen we bij bij elkaar. Mijn oudste zoon doet op zijn manier ook mee, maar die is nog maar 10. Iets voor de toekomst, dat denk ik wel.”

Heb je vaste machinemerken?

“Mijn drie hoofdtrekkers zijn New Hollands, en er is nog een Renault voor eenvoudige klussen. Dat reden we van vroeger uit, maar toen dat Claas werd zijn we overgegaan op blauw. Vooral omdat het aantal dealers hier in Zuid-Limburg niet heel dik gezaaid is. Het was vooral een praktische keuze. Maar de trekkers bevallen erg goed moet ik zeggen. Het is toch een wereldmerk met een groot concern en goede service erachter, prima prijs/kwaliteitverhouding.”

Is een dealer in Duitsland of België geen optie?

“Ik houd het bij Nederlandse dealers. De aardappelrooier is bijvoorbeeld een Grimme, net als de vorige. Dat was 35 jaar lang een supermachine. Dus ik ben bij dat merk gebleven. Al zit de dealer aan de andere kant van Limburg, in Grashoek. Mocht je dan pech krijgen, dan kan het wat langer duren voor er iemand komt. Maar gezien de betrouwbare voorganger durf ik dat wel aan.”

Ben je zelf ook nog handig met sleutelen?

“De basisvaardigheden heb ik opgestoken tijdens mijn opleiding aan AOC Limburg. En verder moet je niet te bang zijn om iets uit elkaar te halen, is mijn ervaring. Ik maak dan ook altijd foto’s als geheugensteuntje, zodat je het ook weer in elkaar krijgt. Maar het is niet zo dat ik er zelf veel aan ga lassen of verbouwen. Als ik iets specifieks aan of op een machine wil, bespreek ik dat bij aanschaf en mag de dealer daar voor zorgen. Net als bij moderne techniek natuurlijk; sommige dingen worden met elektronica en automatisering steeds complexer, daar kun je als akkerbouwer op een gegeven moment niet zelf meer mee aan de slag.”

Wat vind je het leukste werk, qua mechanisatie?

“Met de grond bezig zijn, en bieten perfect zaaien is altijd een mooie uitdaging. Heb ik van mijn veel te vroeg overleden vader nog geleerd. Maar het mooist is de aardappeloogst. De hele oogsttrein, van de rooier via de kieper en de stortbak de schuur in. Een mooi circus. Daar heb je toch het hele jaar voor gewerkt, en om dan een mooi product boven de grond te halen, dat voelt goed.”

Nog een mechanisatieliefde die niet onvermeld mag blijven?

“Ha, ja: een Unimog U 1000 uit 1977. Dat is een virus dat ik ooit heb opgelopen, een heel speciaal voertuig. Ik heb ’m piekfijn opgeknapt en helemaal mooi laten spuiten. Ik doe er niet heel veel mee als akkerbouwer, maar hij mag zijn mooie gezicht laten zien in de carnavalsoptocht!”

Auteur: Eric Wientjes

Ben je op zoek naar een gebruikte Unimog? Kijk op Traktorpool.nl