fbpx
Terug naar nieuwsoverzicht

Registreer nu trekkers en machines

Momenteel is er nog een kleine maand de mogelijkheid om landbouwvoertuigen te registreren zonder keuring of schouwing van de RDW.

Over ongeveer een maand is het 2022. Eigenaren van trekkers, zelfrijders en getrokken machines hebben nog zo lang de tijd om hun voertuigen te registreren. Dit kan nu nog zonder keuring van de RDW voor (slechts) € 18.

 

Vanaf 1 januari 2021 zijn (land)bouwmachines registratieplichtig. Voertuigen kunnen in de periode van 1 januari tot en met 31 december 2021 geregistreerd worden zonder keuring of schouwing van de RDW. Daarnaast gaat de maximumsnelheid omhoog van 25 naar 40 km/u. Registratie is nodig als het gemotoriseerde (land)bouwvoertuig op de openbare weg sneller dan 6 km/u kan rijden of een ontheffing nodig heeft. Dus alle trekkers die op de openbare weg komen hebben een registratie nodig. Sommige eigenaren zijn ervan overtuigd dat hun trekker nooit op de openbare weg komt. Onder de openbare weg vallen echter ook een landweg en een korte oversteek van het ene naar het andere perceel. Het advies is om sowieso alle trekkers te registeren, het bevordert immers de handelswaarde van de trekker of machine in de toekomst. Alle voertuigen die sneller rijden dan 25 km/u moeten ook direct een gele kentekenplaat voeren. Vanaf 1 januari 2025 dient elk gemotoriseerd voertuig op de openbare weg voorzien te zijn van een kentekenplaat.

Identificatienummer inslaan

Wanneer het Voertuig Identificatie Nummer (VIN) ontbreekt, moet je dit ook laten inslaan op het voertuig. Twee partijen mogen dat doen, namelijk de fabrikant en het RDW. De fabrikant mag het nummer alleen inslaan bij nieuwbouw. Als de fabrikant geen VIN heeft ingeslagen, dan kan uitsluitend de RDW alsnog zo’n nummer aanbrengen. De RDW rekent hiervoor kosten, die zijn opgedeeld in een identiteitsonderzoek (€ 44,50) en het inslaan van het Voertuig Identificatie Nummer (€ 44,50). In totaal kost het laten inslaan van een VIN door de RDW dus € 89. Als de RDW op het bedrijf langskomt, komen er ook nog voorrijkosten à € 114 bij.

Zelfbouwvoertuigen registreren

Bij zelfbouwvoertuigen ontbreken vaak de voertuiggegevens. Deze gegevens zijn bij niet-zelfbouwmaterieel meestal wel voorhanden. De RDW komt bij zelfbouwvoertuigen vaak bijzondere merken en handelsbenamingen tegen. Daarom kun je bij de registratie ook aangeven dat het om zelfbouw gaat. In plaats van een merk komt er zelfbouw op het kentekenbewijs te staan. De RDW wil hiermee voorkomen dat een wirwar aan zelf bedachte merken ontstaat. Na de registratie van het voertuig verstuurt de RDW een mail met bevestiging dat de aanvraag in behandeling is genomen. Bij zelfbouwvoertuigen ontvang je naast deze mail ook nog een mail om aanvullende gegevens aan te leveren. In deze tweede mail wordt gevraagd om een foto van het zelfbouwvoertuig, een foto van het ingeslagen VIN en een foto van het typeplaatje. Een zelfbouwbakkenwagen gemaakt op het chassis van een oude opraapwagen wordt niet geheel als zelfbouwvoertuig gezien. Op zich is er wel sprake van een volgende voltooiingsfase, maar de zelfbouwer mag geen eigen VIN meer aanbrengen. Het oude, bestaande chassis heeft immers al een VIN. Het bestaande VIN dien je te registreren bij de RDW. Bij zelfbouwvoertuigen die geheel zelf zijn gemaakt, mag de fabrikant ofwel zelfbouwer zelf een VIN inslaan. In de meeste gevallen is dat bij de bouw van het voertuig niet gebeurd. In de praktijk wordt vaak achteraf nog een VIN ingeslagen om het voertuig toch te kunnen registreren. Bedenk hiervoor zelf een uniek VIN, dat bijvoorbeeld begint met vier letters (initialen van de bouwer of bedrijfsnaam) aangevuld met vier of vijf cijfers. Dit nummer sla je in het chassis en de constructieplaat van het zelfbouwvoertuig.

Lees verder onder de foto

Zowel de trekker als de tank is geregistreerd en voorzien van een gele kentekenplaat. Hiermee mag je 40 km/u rijden op de weg.

Witte volgplaat

Bij elk gemotoriseerd voertuig – een trekker, hakselaar of mobiele kraan – kun je één witte volgplaat aanvragen. Deze volgplaat monteer je op een aanhangwagen die niet geregistreerd is. Met een witte volgplaat op de aanhangwagen geldt een maximale snelheid van 25 km/u. Het komt weleens voor dat een machine in de hefinrichting het zicht op de kentekenplaat belemmert. Denk bijvoorbeeld aan een zaaimachine in de hef van de trekker, of een zoden- of bouwlandbemester in de hef van de zelfrijdende bemester. Bij zowel de trekker als een Vervaet geldt dat de gele kentekenplaat op het voertuig gemonteerd moet zitten en de witte plaat op het gedragen werktuig, de bemester of zaaimachine. Als je wisselt tussen zoden- of bouwlandbemester, verplaats dan ook de witte volgplaat naar het werktuig dat achter de machine zit. In dit geval mag de trekker of zelfrijder wel 40 km/u rijden, omdat het een machine in de hef betreft, en geen aanhangwagen.

Exit afgeknotte driehoek

Vanaf 2021 is er geen algehele verplichting meer om de afgeknotte driehoek op landbouwvoertuigen te voeren. Als de trekker, zelfrijder of een getrokken voertuig voorzien is van een kentekenplaat, hoeft er geen afgeknotte driehoek op te zitten. Machines zonder kentekenplaat moeten nog wel een afgeknotte driehoek voeren. Vaak zit de afgeknotte driehoek al op een goed zichtbare plek, bijvoorbeeld op het spatbord of op de achterklep van de kieper. De afgeknotte driehoek maakt dus plaats voor een kenteken. Ook op gedragen machines zit in sommige gevallen een afgeknotte driehoek. Vaak is de afgeknotte driehoek van de trekker niet meer zichtbaar en zit de driehoek op het werktuig. Deze vuistregel kan ook eenvoudig gebruikt worden wanneer er twijfel is over wel of geen witte volgplaat op het gedragen voertuig.

Lees verder onder de foto

Als het voertuig voorzien is van een kentekenplaat, is het niet verplicht om een afgeknotte driehoek te voeren. Een afgeknotte driehoek is nog wel toegestaan.

Quads en bedrijfsauto

De registratie geldt voor voertuigen die op de openbare weg rijden, dus ook voor een quad of gator die op de openbare weg komt. Als de fabrikant van de quad heeft verklaard dat het voertuig als land- of bosbouwvoertuig is ontworpen, kun je de quad of gator registreren als ‘motorrijtuig met beperkte snelheid’ (MMBS). De rijsnelheid van de gator ligt hoger dan 6 km/u, dat betekent dat de quad of gator registratieplichtig is. Registreer de quad of gator als ‘motorrijtuig met beperkte snelheid’ onder de categorie ‘Overige machines voor transport’. Deze quad of gator mag bestuurd worden door personen met een ‘T’ op hun rijbewijs. Onder deze categorie registreer je ook een teruggekeurde bedrijfsauto. Heeft de quad of gator al een kenteken, dan bestaat de kans dat het voertuig onder een andere categorie valt. Voertuigen die zijn voorzien van een installatie om onkruid te bestrijden, met een tankinhoud van ten minste 100 liter, zijn uitgezonderd van registratie.

Grensverkeerkenteken

Ook bestaande voertuigen met een GV-kentekenplaat dien je in 2021 te registreren bij de RDW. Bestaande GV-kentekens blijven ook na 2021 geldig, mits ze voor het eind van dit jaar zijn tenaamgesteld. Normaal kost een voertuigregistratie € 18, maar als het voertuig al een kenteken voor grensverkeer heeft dan kun je het kenteken om laten zetten voor € 10,40. De afgegeven cijfer- en lettercombinatie voer je in bij de registratie van het voertuig. De bestaande cijfer- en lettercombinatie wordt dan het officiële kentekennummer. De huidige GV-kentekenplaat is dan automatisch een geldige kentekenplaat, mits deze aan de eisen voldoet. Een geldige kentekenplaat is geel met een zwart kader, en heeft een blauwvlak met het EU-symbool en het NL-teken. Voldoet de bestaande GV-plaat hier niet aan, dan moet de eigenaar alsnog een kenteken aanvragen. Bedrijven of mensen die met hun trekkers of zelfrijders in Duitsland of België gaan rijden, moeten twee kentekenplaten voeren. Naast de gele of blauwe (voor oldtimers) kentekenplaat aan de achterkant, dient aan de voorkant van het voertuig een witte volgplaat gemonteerd te zijn. Nederland geeft namelijk maar één gele kentekenplaat af per geregistreerd voertuig.

Meld geregistreerde voertuigen

Na de registratie bij de RDW ontvang je meestal binnen twintig werkdagen een kentekenbewijs. Alle geregistreerde voertuigen worden opgenomen in het kentekenregister. De RDW gebruikt dit register voor een controle op de verzekeringsplicht. Zelfrijdende voertuigen moeten altijd WA-verzekerd zijn als ze op de openbare weg komen. Het is belangrijk dat je geregistreerde voertuigen meldt bij de verzekering. De verzekeringsdekking moet binnen vier weken na de tenaamstellingsdatum zijn aangemeld bij de RDW. De verzekeringsmaatschappij zorgt ervoor dat verzekerde voertuigen worden opgenomen in het centraal verzekeringsregister. Meld je de geregistreerde voertuigen niet bij de verzekering, dan ontbreekt deze koppeling. Bij een staandehouding door de politie trekt deze het kenteken van het voertuig na; als blijkt dat het voertuig vanuit het kentekenregister niet verzekerd is, kun je hiervoor een boete krijgen. Daarnaast kan de RDW aan de hand van het kentekenregister ook een boete uitschrijven voor onverzekerd rijden. Dit geldt alleen voor zelfrijdende voertuigen zoals trekkers, hakselaars en dergelijke.

 

Foto‘s: Mark Pasveer, Hans Prinsen, Robin Looman

Gerelateerde tags: , ,

Gerelateerde artikelen

Afbeelding artikel

Blog | ‘Ford-New Holland aan kop in top vijf trekkermerken’

Volgens RDW-registraties staat John Deere op plek 1, maar helemaal eerlijk is de top 5-lijst niet.
Afbeelding artikel

Stand van zaken uitgifte landbouwkentekenbewijzen

De RDW meldt volop bezig te zijn met het verwerken van de vele registratie aanvragen die gedaan zijn aan het einde...
Afbeelding artikel

Aantal geregistreerde trekkers overtreft verwachtingen

Er zijn heel veel (land)bouwvoertuigen in Nederland, zelfs meer trekkers dan vrachtwagens. Het aantal geregistreerde voertuigen heeft alle verwachtingen overtroffen. TREKKER...