Waar bevestig ik mijn kenteken en waar moet ik op letten (deel 4)

In de vorige afleveringen behandelden we;

– Wetten, regels en voertuigindelingen

– Welke trekkers en aanhangers krijgen een kenteken?

– Waar kan ik mijn voertuig registreren en wat heb ik nodig.

In deze aflevering;

– Geen kentekenplaat aan de voorzijde

– Kentekenplaatverlichting

– Historische voertuigen

– Herkenningsplaat (afgeknotte driehoek)

Geen kentekenplaat aan de voorzijde

Bij veel machines is het niet praktisch om een kentekenplaat aan de voorkant te monteren. Denk aan hakselaars, rooiers en andere zelfrijders. Ook in landen als Frankrijk, Polen, Noorwegen en het Verenigd Koningkijk is een kentekenplaat aan de voorkant van de machine niet verplicht. Er moet alleen aan de achterkant van de machine een kentekenplaat gemonteerd worden. Deze plaat moet uiteraard wel zichtbaar zijn als je achter het voertuig staat.

Kentekenplaatverlichting

In de aanloop naar het wetsvoorstel van de kentekenverplichting is er met verschillende partijen gesproken over kentekenplaatverlichting. Dit is bij een trekker van 20 jaar oud lastig te maken. Er moet stroom vanaf de stadsverlichting gehaald worden, de kwetsbare lampjes moet in de kentekenplaathouder blijven zitten. Daarom is besloten dat bestaande trekkers, machines en aanhangwagens géén kentekenplaatverlichting hoeven te hebben. Nieuwe overtuigen worden vanaf fabriek uitgerust met kentekenplaatverlichting.

Historische voertuigen

Bij het registreren van het voertuig is het opgeven van het bouwjaar noodzakelijk voor voertuigen waarvoor de donkerblauwe kentekenplaten gewenst zijn. Deze kentekens zijn uitsluitend voor historisch voertuigen met een bouwjaar van voor 1 januari 1978. Als de RDW niet twijfelt aan het opgegeven bouwjaar, zal 30 juni van het opgegeven jaar in het kentekenregister worden vastgelegd. Verder geldt voor de historisch LBT’s (landbouw en bosbouwtrekkers) dezelfde registratie procedure als voor de overige voertuigen categorieën.

Herkenningsplaat (afgeknotte driehoek)

Op elke trekker of machine zit momenteel een afgeknotte driehoek. Deze afgeknotte driehoek zit vaak op de plek waar in het buitenland een kentekenplaat gemonteerd zit. Een kentekenplaat moet reflecteren in het donker en neemt daarom de functie van de afgeknotte driehoek over. Wanneer er een kentekenplaat gemonteerd is op de trekker of machine hoeft er geen afgeknotte driehoek meer op te zitten. Daarnaast is dit een eenvoudige plek om het kenteken te monteren. De afgeknotte driehoek moet gemonteerd zitten op een goed zichtbare plek dit geld ook voor het kenteken. Het kenteken mag op maximaal 4 meter hoog gemonteerd zitten, dus ook op de cabine rand van de trekker.

Een kentekenplaat moet altijd zichtbaar zijn vanaf de achterkant. Heb je een zaaimachine in de hef en is je kenteken niet meer zichtbaar? Dan moet er een witte volgplaat gemonteerd zijn op de zaaimachine. Vaak is deze zaaimachine al uitgerust met een afgeknotte driehoek. De plek van de afgeknotte driehoek is vaak ook een mooie plek om een kenteken te monteren.