Slimme unieke combi uit eigen werkplaats: banden én rups
Op rupsengebied zijn wereldwijd al heel wat zaken uitgedacht. Maar een rupsband geïntegreerd tússen de banden van een standaard tandemstel, dat hebben we nog nooit gezien. Van Stipdonk Landschapsrichting in Geldrop (N.-Br.) bedacht én bouwde het in de eigen werkplaats. Het is de eenvoud die de slimme vinding nóg genialer maakt.
“Gewoon beginnen en vertrouwen hebben”, verklappen chef werkplaats Johan Wijffelaars en eigenaar Dirk Jan van Stipdonk de start van het sleutelproject. Toch is het woord ‘uitvinding’ hier beter op z’n plek. Niet zonder reden hebben de techneuten inmiddels een patentaanvraag de deur uitgedaan op hun zelfontwikkelde onderstel.
Wanneer we de vinding in actie zien, komt vooral één gedachte boven: hoe kan het toch dat niemand hier eerder op kwam? Iets wat de mannen zelf ook dachten. “Dit is niet alleen voor ons interessant. Het kan in een nat jaar ook een uitkomst zijn onder iedere silagewagen of meststrooier. Zeker nu er zoveel aandacht is voor bodemverdichting. Met de rups heb je er flink wat extra draagoppervlak bij in combinatie met een normaal onderstel. En naar keuze is de rups aangedreven of niet.”
Lees verder onder de foto’s
Rups tússen de banden
Laten we maar gelijk schetsen hoe de vork in de steel zit. De opraapwagen op de foto is voorzien van een vrij standaard gestuurd tandemstel, dus gewoon met doorlopende assen en bladvering. Weliswaar speciaal samengesteld door Van Stipdonk, om zo maximale ruimte te hebben midden onder de wagen. Hier bevindt zich namelijk het zelfgebouwde rupsonderstel, waar de mannen na het nodige denk- en testwerk optimaal gebruik maken van de ontstane ruimte die het aangepaste chassis en asophanging nu bieden.
De doorlopende assen met daaraan de wielen steken dwars door het hart van het rupsonderstel, dat ruim 4 meter contactoppervlak heeft. Hier is de rups ook opgehangen aan de assen. Door de druk in de ophangcilinders te variëren zet je de rups aan de grond én is de bodemdruk instelbaar. De 75 centimeter brede en 4 meter lange rups vergroot het contactoppervlak enorm en verlaagt dus de bodemdruk. Daar bovenop is de rups ook nog eens hydraulisch aangedreven via de loadsensing van de trekker, voor de nodige extra tractie. Tegelijk kun je hem volledig uitheffen en gewoon met 40 kilometer per uur de weg op zonder slijtage. De machine hoeft niet meer op een dieplader.
Dankzij software en slimme beveiligingen wisten de ontwikkelaars de bediening eenvoudig te houden. Ook een onervaren chauffeur kan weinig verkeerd doen. Zo schakelt de rijaandrijving automatisch uit bij het heffen en in wanneer er tegendruk is. Ook schakelt de Poclain-rijmotor tijdens transport in vrijloop. De bodemvrijheid zit op zo’n 40 centimeter. Dus mocht je een obstakel tegenkomen of door een karrenspoor rijden, dan kan de rups gewoon vrij meedraaien om schade te voorkomen.
Van veel en brede banden naar rups
De mannen vertellen het bescheiden. Maar met tientallen rupsen in het machinepark, zelf gebouwd én in onderhoud, heeft Van Stipdonk een berg praktijkervaring in huis die niet vanzelfsprekend is en de basis vormde voor de ontwikkeling. “We zijn altijd bezig met verbeteren: beter werken, meer capaciteit, betere werkomstandigheden. Proberen voorop te lopen”, legt eigenaar Dirk Jan uit. Zijn bedrijf richt zich met name op landschapsonderhoud en werkt grotendeels in (natte) natuurgebieden.
Op het gebied van brede banden en rupsen heeft de eigen werkplaats zo’n beetje alle concepten al wel eens toegepast, aangepast of zelf gebouwd. Van een rondebalenpers op achtwielig onderstel tot 1050-banden onder de gekste machines en allerhande uiteenlopende rupssystemen die je maar kunt bedenken. Zowel onder zelfgebouwde wetland-zelfrijders, pistenbully’s, trekkers als getrokken machines. Deze jongste uitvinding is een logisch vervolg, maar daarmee niet minder bijzonder.
Wetlandrups is licht
Vanwege het speciale werk kan Van Stipdonk niet zoveel met de standaardoplossingen die te koop zijn, zoals de driehoekige rupsonderstellen die je onder trekkers kunt schroeven. In de beleving van Van Stipdonk, die werkt met zo licht mogelijke machines, hebben deze verhoudingsgewijs een te hoog eigengewicht.
Daarom werkt het bedrijf nu vooral met zogenoemde wetlandtracks. Deze rupssystemen bestaan uit een dubbele rubberband, verbonden met stalen buizen die het loopvlak vormen. Vele malen lichter dan volrubberen rupsen of een stalen rupsketting met platen.
Van Stipdonk bouwt ze zelf en gebruikt ze veel onder getrokken machines als opraapwagens, om het gras af te rijden. Ook zijn ze te vinden onder de genoemde speciaalbouw zelfrijders, zoals wetlandtrekkers en zelfrijdende maaiers en mulchfrezen. Daarom vormt dit type rups ook de basis van het rupsonderstel midden onder de opraapwagen.
De rupsen zijn superlicht, maar ook onderhoudsgevoelig. Op (natte) graslanden valt dat mee, maar nat zand en water vormen samen een soort schuurpasta. Dan is de slijtage groter. “De meeste rupsen vernieuwen we jaarlijks, afhankelijk van het gebruik.”
Toch zijn ze in het werk van de landschapsbeheerder de ideale oplossing. Het terugkerende nadeel, dat je er niet de weg mee op kunt, is nu ook opgelost. Om dit probleem te tackelen bedacht het bedrijf eerder al talloze oplossingen. Van een extra as die tijdens transport als wielstel dient tot aan verschillende oprijkarren. Allemaal bleek het niet ideaal, dus gaan de rupsmachines in de praktijk vaak op de dieplader van klus naar klus.
De wens bleef om met rupsen in het veld te laden en met volle lading over de weg te kunnen. Van Stipdonk bleef gedreven om het idee door te ontwikkelen. “Soms hebben we situaties waarbij we het maaisel vanuit een nat natuurgebied naar een depot moeten brengen dat met de vrachtwagen bereikbaar is. Met rupsen kost dat tijd, je bekrast de weg en je rijdt alles vol modder. Een rups is gewoon niet geschikt voor op de weg.” Vooral op dit soort klussen wil Van Stipdonk de nieuwste vinding gaan inzetten.
Aangedreven indien nodig
“Het concept met de rups tússen de wielen blijft licht omdat je maar één aandrijfmotor hebt. De 75 centimeter brede rups is volledig zelfbouw. Ook met lagering, schamelstukken en loopwielen weet het bedrijf wel raad. “Al die componenten hebben we gewoon in huis.”
Toch zat er héél veel denkwerk in. Zo is de nieuwe Schuitemaker Rapide 580 besteld zonder onderstel. De BPW-assen werden gekoppeld aan bladvering om zoveel mogelijk ruimte tussen de chassisbalken te behouden. Ook de remboosters zijn verplaatst naar de zijkanten met nieuwe remstangen. Tevens werd de besturing op de tweede as verbouwd om deze compacter te maken.
De hydraulische rijmotor kan tot zo’n 15 kilometer per uur de rups mee aandrijven. “Maar het extra draagvermogen van de rups is in ons werk belangrijker dan de tractie. Als je 15 kilometer per uur kunt rijden heb je geen tractie nodig, want dan is de ondergrond goed.” Het hele systeem is aan de assen geklemd, omdat hier uiteraard niet aan gelast mag worden. Dat maakt de vinding breed toepasbaar, beseffen de bedenkers zich terdege, vandaar ook de patentaanvraag.
Intussen zit de opraapwagen alweer vol, zonder een spoortje achter te laten. Zelfs in bochten loopt de rups mooi mee zonder zichtbare wringplekken. Indrukwekkend voor een idee dat in een aantal maanden uit een bescheiden werkplaats rolt. Het geheim voor een resultaat boven verwachting? “Telkens zo lang mogelijk vasthouden aan je ideaal en zo weinig mogelijk concessies doen. Dat gecombineerd met een team ervaren en gedreven monteurs. Dan kom je een heel eind.”
Auteur: Matthijs Verhagen
Lees meer artikelen over banden op Trekkeronline
Gerelateerde tags: Banden, Bodemverdichting, Rupsbanden