Getest: vier precisiezaaimachines met fronttank
TREKKER test vier precisiezaaimachines die het zaad verenkelen met overdruk. Een categorie maiszaaimachines die, mede dankzij de hoge rijsnelheden die ze aankunnen, steeds populairder is. We zetten vier precisiezaaimachines met fronttanks naast elkaar. Welke machine springt eruit qua gebruiksgemak en zaairesultaat?
Hoe verhouden verenkeling, opkomst, gebruiksgemak en kunstmestverdeling van vier maiszaaimachines met fronttank zich tot elkaar? Welk merk scoort daarbij het best? Daartoe hebben we vier machines getest:
- achtrijige Amazone Precea met 1.600 liter FTender-fronttank (pdf)
- negenrijige Horsch Maestro RX met 2.200 liter Partner FT-fronttank (pdf)
- achtrijige Kverneland Optima F SX met 2.200 liter F-drill Maxi-fronttank (pdf)
- achtrijige Väderstad Tempo V met 2.200 liter FH-fronttank (pdf)
Extra opties en technische verschillen
De grootte van de fronttank evenals eventuele extra opties hebben we overgelaten aan de fabrikant, passend bij de door hen meegebrachte trekker. Amazone levert bijvoorbeeld een vulvijzel, en Horsch een dubbele fronttank, pakker en 360 kilo extra gewicht.
Daarnaast zijn er technische verschillen. Zo klapt de Kverneland als enige beide buitenste twee elementen van de zaaimachine parallel op, en blijven alle zaadtankjes vlak tijdens transport. Je kunt de machine ook opgeklapt zonder onderstel wegzetten. De andere merken kiezen voor verticaal opklappen. Dat biedt weer voordelen bij meer rijen en andere rijafstanden. Zoals de negenrijers met 75 centimeter rijafstand die Amazone en Väderstad ook aanbieden. Het leeggewicht varieert van 2.500 tot 3.140 kilo. De negenrijige Horsch weegt 2.980 kilo.
Lees verder onder alle foto’s, kaders en tabellen


Vooral verschil bij hogere rijsnelheid
Bij de opbouw van de elementen en zaai-units zien we overeenkomsten. Ze hangen allemaal in onderhoudsvrije parallellogrammen, hebben dubbele schijfkouters met vangrollen voor het zaad en diepteregelingswielen. Het zaad wordt met overdruk tegen de zaaischijven gedrukt, waarbij Amazone en Väderstad (al dan niet optioneel) met automatisch instelbare afstrijkers werken. Bij Kverneland stel je deze handmatig bij. Horsch gebruikt geen afstrijkers. Dat deed in de testopstelling niets af aan de prestaties van de Horsch Maestro RX, want die heeft bij alle drie geteste rijsnelheden en twee typen maisrassen de minste missers en dubbelingen.
Moet gezegd: de lichte maiskorrels van het ras KWS Benedictio lagen bij elk merk beter tegen de zaaischijf dan de zwaardere korrels van het ras KWS Otto. Bij 12 en 15 km/u zien we bij elke geteste zaaimachine vergelijkbare resultaten. Bij 18 km/u, de hoogste geteste rijsnelheid, springt Horsch er positief uit en Kverneland negatief.

Resultaten veldproeven
Een uitgebreid overzicht van alle testresultaten en metingen vind je in de tabellen. De omstandigheden waren afgelopen seizoen uitdagend als gevolg van het natte voorjaar en de ongunstige omstandigheden tijdens het ploegen. De kleiachtige leemgrond liet zich maar moeilijk (voor)bewerken. Hierdoor kampten de zaaimachines met een ongelijk zaaibed en uitgedroogde toplaag. Tot dubbelingen in het veld resulteerde dit niet, in tegenstelling tot de testopstelling.
Geen van de zaaimachines zaaide dubbel tijdens onze veldtesten. Missers zagen we wel. Bij een rijsnelheid van 12 km/u liep het percentage missers uiteen van 9,1% bij Väderstad tot 17,7% bij Kverneland. Bij 15 km/u gaf Horsch de minste missers (9%) en bij 18 km/u Amazone (6,8%). Interessant, want de Amazone Precea is officieel vrijgegeven voor rijsnelheden tot 15 km/u. Bij beide rijsnelheden zagen we de meeste missers bij Kverneland.

Kouterdruk allesbepalend
Het zou kunnen dat het relatief grote aantal missers bij Kverneland door onvoldoende kouterdruk kwam. Bij elke machine stel je die hydraulisch in, maar de andere merken werken daarvoor met een automatiek. Amazone en Horsch meten de druk op twee diepteregelingswielen en leiden daar de kouterdruk voor alle zaai-units van af. Väderstad regelt de kouterdruk optioneel onafhankelijk per rij. Kverneland kan dit inmiddels ook, en geeft aan dat als hun testmachine was uitgerust met deze zogenoemde Geoforce-kouterdrukaanpassing, het testresultaat waarschijnlijk (aanzienlijk) beter was geweest.
Amazone belast de twee zaai-units in het rijspoor met een verhoogde kouterdruk. Horsch en Kverneland kunnen het gewicht van de zaai-units ontlasten en zo reduceren naar respectievelijk 54 en 86 kilo. Bij Väderstad kan dit zelfs naar nul.


Vul- en instelgemak
De grootte van de zaadtanks loopt uiteen van maximaal 56 tot maximaal 75 liter. De kleinste inhoud met de grootste vulhoogte zagen we bij Kverneland. Slim bij Amazone: zijwaarts openende deksels, zodat je makkelijker vanaf de achterzijde kunt vullen. Onder een van de deksels hangt bovendien een gootje voor het legen van de tanks. Bij Kverneland is er ook zo’n gootje/tuit, de andere twee merken werken met uitklapbare leegopeningen. De opvangzakjes van Horsch vinden we minder praktisch.
Het instellen van de zaaidiepte doe je bij Amazone en Väderstad met een veerbelaste aanslag met gatenpatroon. Dat gaat net wat gemakkelijker dan met de steekbouten en splitpennen bij Horsch. De nummering van de gaten bij Horsch is goed, terwijl Kverneland met een spindel en een schaalverdeling werkt. Die ontbreekt dan weer bij Väderstad waardoor je gaten moet tellen. Bij Amazone werkt het duurzame reliëf als instelhulp erg fijn en praktisch.

Grote verschillen in uitvoeringen
Standaard zijn er al grote verschillen in de uitvoering van de fronttanks, en de optielijst verschilt nog sterker. Zo zie je bij Amazone en Horsch snelkoppelingen in de toevoer van kunstmest naar achteren en bij Kverneland en Väderstad geschroefde slangklemmen.
De vulgraad- en leegmeldsensoren zijn bij Amazone en Horsch geïntegreerd, waar de andere fabrikanten geen aparte sensor in het doseersysteem hebben. Mooi bij Kverneland is dat je de vulgraadsensor aan de buitenzijde in drie posities kunt zetten.

Ook qua zeven in de fronttanks hebben Amazone en Horsch een streepje voor met eenvoudig opklapbare oplossingen. Kverneland veranderde inmiddels de vorm van de zeef zodat je er nu ook zakken kunstmest op kunt leggen. Väderstad kiest vanwege de bewegende roerder onder in de tank voor een zeef die je moet ontgrendelen.
Camerasystemen voor veiligheid
Elk merk monteert een camerasysteem voor de veiligheid in het verkeer én vanwege de afstand tussen stuurwiel en voorzijde fronttank. Is dat meer dan 3,50 meter, dan is een camera wettelijk verplicht. Zelfs bij de extreem kort gebouwde tank van Väderstad is de afstand van stuurkolom tot voorzijde tank 4,34 meter. De compacte bouwwijze laat weinig ruimte bij het aan- en afkoppelen.

Ook tijdens het vullen van de tanks zien we verschillen. De dubbele Partner FT-tank van Horsch heeft een kleine én gedeelde vulopening. De vulopening van alle andere tanks is minimaal 2,20 meter breed en 1,11 tot 1,35 meter diep (in de rijrichting gezien). Het metalen deksel van Väderstad heeft weliswaar gasdrukveren, maar door de druk daarop vraagt het sluiten van het deksel vrij veel kracht. Alleen bij Kverneland kun je het deksel geopend fixeren. Bij dat merk beviel ons het tweedelige deksel en de bediening daarvan.

Afdraaien en dosering
Bij de elektrisch aangedreven doseersystemen valt Väderstad op. Het monteert twee rubber doseerrollen waarmee je 75 tot 300 kg/ha moet kunnen doseren zonder ze te wisselen. Bij kleine giften zijn beide doseerrollen om en om actief. Afdraaien doe je met een van beide doseerrollen. Je moet wel de uitloop loskoppelen.
De andere merken draaien af via een afdraaiklep en alleen Kverneland heeft daar een sensor op. Buiten de cabine starten en stoppen van de afdraaiproef kan bij elk merk en de bijbehorende weegschaal kun je overal goed kwijt. De magneet bij Väderstad is vooral praktisch als het waait. Kverneland mag de plaatsing van de opvangzak verbeteren.
Bij Amazone en Kverneland gaat het wisselen van de doseerrollen heel eenvoudig. De losse delen zijn bij Kverneland zelfs gezekerd tegen verlies, mooi en praktisch. Bij Horsch dien je de rollen aan de achterzijde te wisselen – niet zo praktisch. Wil je bij Väderstad de doseerrollen wisselen, dan is gereedschap nodig. De Väderstad FH is de enige fronttank die je niet kunt legen zonder eerst met een meegeleverd sleuteltje de zijplaat van de doseerrollen eruit te halen. De ventilatoren vragen bij 4.000 toeren 25 tot 42 liter olie per minuut. Het minst bij Kverneland, het meest bij Horsch.

Kunstmestkouters, toediening en nauwkeurigheid
Amazone en Kverneland werken met dubbele schijven bij de kunstmesttoediening. Horsch en Väderstad met enkele. De diepte-instelling heeft Väderstad met een gereedschaploze excentrische verstelling van acht posities het best voor elkaar. Bij Horsch kies je uit drie posities en bij Kverneland verstel je een pen met een splitpen in vijf posities.
De Amazone Precea is in de test uitgevoerd met het optionele aan de zaaidiepte gekoppelde kunstmestkouter. Je verstelt de afstand tussen zaaizaad en kunstmest met een ratel en steekbouten in zes posities. Drukverstelling van de kunstmestkouters hebben alleen Horsch en Väderstad met respectievelijk veren en een gatenpatroon.
Dan de dwarsverdeling. Die hebben we getest we door de kunstmest van elke rij herhaaldelijk op te vangen en te wegen bij giften van 75 en 200 kg/ha bij 12 en 15 km/u.
Kverneland werkt met een injectorsysteem, de andere merken kiezen voor luchtdruk voor de kunstmestverdeling. Dat levert een grotere bedrijfszekerheid bij hogere rijsnelheden en eenvoudigere leging op. Niettemin was het de Kverneland Optima F SX die bij de kunstmestverdeling de beste resultaten met de laagste variatiecoëfficiënten (VC’s) neerzette. De relatief hoge VC bij Väderstad wijt de fabrikant aan de 24-delige verdeelkop waarvan slechts zestien openingen (twee per rij) in gebruik zijn, de rest is afgedopt. De berekende VC’s inclusief die van microgranulaat vind je in de tabel.

Verdere plussen en minnen
Voor mulch- of directzaaien met de geteste machines zijn kluitenruimers aan te bevelen. Bij Amazone kan dat (ook) voor het kunstmestkouter, bij de andere merken voor het zaaikouter. Vangrollen – die het zaad in de zaaivoor opvangen – zijn er in grote verscheidenheid, passend bij de omstandigheden. De combinatie vingerrol/rubber aandrukwielen van Horsch en Väderstad viel bij ons letterlijk in goede aarde.
Bij Horsch moet je dagelijks veertig vetnippels langs, bij Kverneland dagelijks vier en wekelijks veertig. Bij Amazone smeer je alleen elke 50 uur twee nippels op de optionele markeurs, bij Väderstad achttien vetnippels elke 150 tot 200 uur.
Zaaitechnisch springt Horsch eruit qua nauwkeurigheid, gevolgd door Amazone en Väderstad, terwijl Kverneland het zaaizaad het minst nauwkeurig doseerde. De Kverneland F-drill maxi doseert de kunstmest daarentegen juist het meest uniform. De Amazone Precea en FTender-fronttank zijn het gebruiksvriendelijkst.
Wat ons betreft komen de zaaicombinaties van Amazone, Horsch en Väderstad het best tot hun recht op bedrijven die jaarlijks (heel) veel mais zaaien. Voor een gemiddeld areaal voldoet de Kverneland Optima F SX ook prima.

Vanafprijzen geteste maiszaaicombinaties
De vanafprijzen van de geteste combinaties verschillen bijna €11.000. Het prijsverschil tussen de testuitvoeringen bedraagt ruim €24.000.
Auteurs: Sönke Schulz, René Koerhuis
Lees meer artikelen over zaai-en pootmachines op Trekkeronline
Gerelateerde tags: Amazone, Horsch, Kverneland, Väderstad, Zaai- en pootmachines, Zaaien en Poten