BLOG | Craig Rupp: ‘Amerikaanse teler pakt torenhoge investeringskosten met autonomie aan’
Ik werk als loonwerker al zo’n zes jaar met autonome landbouwtechniek en één ding wordt mij steeds duidelijker. Waar de media autonome landbouw graag verkopen als dé oplossing voor het personeelstekort, zie ik aan de frontlinie iets anders. Boeren grijpen autonomie aan om een veel groter probleem aan te pakken: de compleet uit de hand gelopen investeringskosten in de landbouw.
Op 13 februari dit jaar kreeg ik (CEO van het Amerikaanse loonbedrijf Sabanto, red.) een mail van Justin Yirsa, een graanteler uit de Amerikaanse staat Montana. Hij had interesse in een vloot kleinere autonome trekkers. Zijn vragen waren helder en to the point:
- Welke trekkers en werktuigen passen goed bij jullie autonome systeem?
- Hoe werkt het onderhoud als de dichtstbijzijnde dealer 1.600 kilometer verderop zit?
- Heb je praktijkervaringen om te delen?
- En de belangrijkste vraag: wat kost het?
Dit was geen vrijblijvende interesse. Justin wilde serieus met autonomie aan de slag op zijn bedrijf. Dat wekte mijn aandacht. Hij dacht verder dan personeelstekort, hij was bezig met een fundamentele herziening van de financiële structuur van zijn bedrijf.
Zaaien van 12 uur per dag naar 24/7
Justin liep tegen een probleem aan. Hij werkte nog met een Steiger-trekker en een Bourgault-zaaimachine. Die doen het nog, maar ze beginnen oud te worden. Toen hij een offerte opvroeg voor een nieuwe set – een Case IH Steiger 715 en een Bourgault 3725 – kwam de kortingsprijs uit boven de 2 miljoen dollar. Gefrustreerd zei hij: “Dit houd ik niet meer vol. Er moet iets veranderen.” Maar wat me vooral bijbleef?
Justin had zijn huiswerk gedaan. Zijn idee was even simpel als slim: in plaats van een dure 18,3 meter brede zaaimachine 12 uur per dag te laten draaien, wilde hij meerdere kleinere én goedkopere systemen 24/7 laten werken. Zijn doel: zijn hele areaal in 20 dagen zaaien.
Doorrekenen: pk’s, werkbreedtes en hectares
Hij onderzocht trekkers tussen de 33 en 250 pk en gebruikte het aantal pk’s per zaaikouter om te berekenen hoe breed een zaaimachine per trekker kon zijn. Op basis van een rijsnelheid van 8 km/u berekende hij het aantal hectares per uur. Vervolgens rekende hij door wat één combinatie in 24 uur kon doen, en hoeveel hij er nodig zou hebben voor zijn 20-daagse zaaiplanning.
Per vermogensklasse stelde hij een kostenplaatje op: aanschafprijs van de trekker, kosten van de zaaimachine (per schaar), kosten voor het autonome systeem, en hoeveel hectares per vulling gedaan konden worden.
Natuurlijk zit hier een risico aan. Het werkt alleen als zowel de trekker als zaaimachine dag en nacht betrouwbaar draaien, zonder lange onderbrekingen. Maar dat risico vond Justin aanvaardbaar. Als zijn huidige grote trekker stilvalt, ligt alles stil. Als één kleine machine het begeeft, blijft de rest draaien.
Conclusie: het gaat niet om arbeid
Wat je misschien niet opviel: Justin had het nauwelijks over personeel. En dat is precies het punt. Hij koos niet voor autonomie vanwege een personeelstekort, maar omdat de kosten van ‘big iron’ niet meer uit kunnen. De prijzen van grote machines blijven stijgen, terwijl opbrengstprijzen en marges achterblijven. Boeren waren jarenlang bezig met ‘meer verdienen’. Nu draait het steeds vaker om ‘minder uitgeven’.
In mijn volgende blog lees je hoe Justin het voor elkaar kreeg – en ontdek je waarom 1,7 miljoen dollar besparen niet alleen slim klinkt, maar ook realistisch is.
Auteur: Craig Rupp
Meer over de auteur: Craig Rupp, CEO van het Amerikaanse loonbedrijf Sabanto, is een pionier op het gebied van autonome landbouw. Als een van de eersten laat hij vloten van autonome trekkers op afstand bedienen. Dat biedt Rupp unieke inzichten in waarom een standaard autonome trekker vaak effectiever is dan een speciaal ontwikkelde veldrobot. In een serie blogs verkent hij autonomie in de praktijk en wat dit voor boeren betekent.
Gerelateerde tags: Autonoom, Precisielandbouw, Trekkers