Eenmaal begonnen met wat reparaties aan zijn klassieke John Deere 7710, nam trekkerliefhebber Christiaan Olde Bolhaar het besluit om de trekker volledig aan te pakken. Op de motor en transmissie na is vrijwel alles los geweest en waar nodig vervangen. Daardoor staat de trekker erbij alsof-ie pas uit de fabriek komt. – Foto’s: Michel Velderman
In september 1922 verrast de Amerikaanse machinefabrikant John Deere de wereld met twee volledig nieuwe trekkerseries: de 6000 uit Mannheim (D.) en de 7000 uit Waterloo (B.). Trekkers die behalve de groen-gele kleurstelling in niets meer op hun voorgangers lijken. Christiaan Olde Bolhaar tikte vier jaar geleden een John Deere 7710 op de kop.
Met een goed geplande promotiecampagne introduceert John Deere in 1992 zijn nieuwe 6000- en 7000-trekkerseries tegelijk in Europa en de Verenigde Staten. De zo vertrouwde SG2-cabines maken plaats voor een compleet nieuwe cabine. ComfortGard Cab heet dat in de Verenigde Staten. TechCenter Cab is de Europese naam. De trekkers voldoen met meer ruimte, meer zicht en een deur aan beide zijden aan de wensen van klanten. Volgens John Deere is er 40% meer ruimte en 29% meer glas.
Lees verder onder foto’s en video; bekijk meer foto’s uit de oude doos onderaan dit artikel
De cabine op de John Deere 6000- en 7000-trekkerseries is totaal anders dan de SG2-cabines die op de voorgangers zaten. Zicht en ruimte zijn met de nieuwe cabine enorm verbeterd.
Ook onderhuids verandert er veel, met name de frameconstructie is gewijzigd. Motor en transmissie vormen niet langer een geheel; de motor staat min of meer los van de transmissie in het chassis. Over het onderhoud is nagedacht: de cabines van de nieuwe serie kunnen opzij kantelen voor toegang tot de transmissie. Qua transmissie is overigens wat te kiezen. Bij de 7000-serie is dat een groepenschakeling met powershifttrappen, de PowerQuad of een full powershift. Vergeleken met de voorgangers is de wielbasis vergroot en de brandstoftank zit nu ook bij John Deere onder de cabine.
Beer van een trekker
De 7000-serie blijkt achteraf gezien een schot in de roos. Vraag een John Deere-kenner wat de beste trekkers tot nu toe zijn, en de John Deere 7710 is een type dat zeker wordt genoemd. Bij de introductie in 1992 is de 7800 het zwaarste model. De 7700 volgt in 1993. In 1997 verschijnt de 10-serie en 7700 wordt 7710. De 7600 en 7800 zijn in Nederland ook goed verkocht, maar de 7610 is door Louis Nagel destijds niet geïmporteerd. Van de 7710 staan er in juni dit jaar 169 op kenteken. Van de 7610 eentje, van bouwjaar 1997. Van de 7600 staan er nog 15 geregistreerd, van de 7700 63 stuks en van de 7800 34 stuks.
De accumulatoren zorgen voor de veerwerking van de vooras. Kenmerk van de nieuwe generatie John Deeres uit 1992 is het chassis waar de motor in hangt. Bij de 10-serie werd dat chassis nog wat versterkt.
Het grootste verschil tussen de 7700 en de 7710 is dat de 10-serie leverbaar werd met geveerde vooras. Hoewel de eerste nog met vaste assen kwamen. Het chassis is wat verzwaard en John Deere monteert de 8,1 liter motor. Met meer inhoud heeft die meer potentie om vermogen te leveren dan de 7,6 liter van onder andere de voorgangers uit de 50-serie.
Een geveerde vooras, Triple-Link Suspension (TLS) genoemd bij John Deere, was een van de opties waar de 10-serie al vrij snel na de introductie mee op de markt kwam.
PowrQuad meest verkochte model
Over potentie gesproken: in de periode 2002-2003 wordt in de 10-serie ook de AutoPowr-cvt leverbaar. Bij zo’n continu variabele transmissie is de topsnelheid in principe een softwarematige kwestie. Er zijn 40 en 50 km/u-uitvoeringen. Bij een 50-kilometermodel zijn wel de remmen aangepast aan de hogere topsnelheid. AutoPowr-modellen van de 7710 zijn er relatief weinig, doordat ze maar kort op de markt waren.
In de praktijk is de PowrQuad (groepenschakeling met viertraps powershift) het meeste verkochte model. In brandstofverbruik, maar per saldo ook in trekkracht zijn de PowrQuad-modellen wat gunstiger dan de full-powershiftmodellen. Plus dat een kruipbak bij een full powershift niet mogelijk is en bij een PowrQuad-model wel. Dat is voor onder meer spitmachines een geliefde optie. De PowrQuad is er met zestien en met twintig versnellingen, en als twintigtraps AutoQuad II heb je een automatisch schakelende powershift.
In de Verenigde Staten was voor een 7000-serie een fronthef nog niet zo gebruikelijk, maar de trekker was er wel op voorbereid. In dit geval een exemplaar van Degenhart.
John Deere 7710 geliefd onder loonwerkers en grote akkerbouwers
De John Deere 7710 is vooral aan loonwerkers en enkele grote akkerbouwers verkocht. De jongste exemplaren zijn inmiddels twintig jaar oud, waardoor veel 7710’s 10.000 uur of meer op de teller hebben. Uitgaande van de kentekenregistratie lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat meer dan honderd 7710’s nog gewoon in gebruik zijn. Echter,handelaren weten dat wie nu nog een 7710 aanschaft, dat doorgaans doet voor de liefhebberij.
De mooie exemplaren brengen in de handel meer op dan tien jaar geleden. De eerste cvt’s hadden wat kinderziekten, maar die heeft John Deere goed opgelost. De modellen uit het einde van de serie hebben commonrailmotoren gekregen. Een elektronisch dashboard en elektronische hef waren ten tijde van de introductie van de 6000- en 7000-serie trekkers al gemeengoed. De opvolgers in de 20-serie hebben door emissie-eisen andere techniek onder de kap. Ook het uiterlijk is veranderd, maar het concept uit 1992 is ongewijzigd.
