Zuid-Afrikaanse teler klaart klus met oerdegelijke Agrico-kniktrekkers
Zuid-Afrikaanse trekkerbouwers kun je op één hand tellen. Agrico behoort tot het selecte groepje dat een reeks kniktrekkers bouwde in de vermogensklasse van 152 tot 558 pk. Akkerbouwer Gabriel Congalves heeft op zijn bedrijf in het Zuid-Afrikaanse Tarlton de keuze uit zo’n 25 trekkers. Ondanks de spartaanse stuurhut pakt hij graag een van zijn drie Agrico-kniktrekkers.
De Agrico-kniktrekker is de eerste keuze als het gaat om het klaren van zware klussen als ploegen, woelen en andere grondbewerking. Aan het woord is Gabriel Congalves (40) in Tarlton, niet ver van de miljoenenstad Johannesburg. De regio wordt gekenmerkt door vollegrondsgroenteteelt. De grond is diep rood en oogt vruchtbaar. Op de huiskavel is momenteel de oogst van rode bieten aan de gang. Dat is vooral handwerk. De bieten worden opgezakt en gaan vervolgens naar de veiling.
Congalves heeft een groot bedrijf. Behalve 100 medewerkers op de loonlijst, staan er ook 25 tractors en vele werktuigen. Het is zojuist lunchtijd geweest. Een Landini-trekker gekoppeld aan een platte wagen brengt een groep werkers naar het perceel.
Het overgrote deel van het trekkerpark van Congalves bestaat uit blauwe trekkers uit de Argo-familie. In diverse maten en spoorbreedtes heeft de akkerbouwer Landini beschikbaar.
Lees verder onder de foto’s
Voor het echt zware werk grijpt de Zuid-Afrikaan echter naar een bonkig gebouwde prairietrekker. Vandaag wordt een perceel aardappelland klaargemaakt. Twee van de drie Agrico-trekkers worden voorbereid voor de klus. Het zijn inmiddels zeldzame verschijningen, vertelt de eigenaar met een glimlach, terwijl een Noorse Kverneland-woelpoot aan de trekker wordt gekoppeld.
Machines repareren met handgereedschap
De vader van Gabriel Congalves kocht het bedrijf met ruim 700 hectare grond in 1974. Het bouwplan spitst zich toe op groente- en aardappelteelt, het machinepark is daar een duidelijke afspiegeling van.
Een blik in de berging leert dat er minimaal drie Grimme-aardappelrooiers zijn, en ook een wortelrooier van ASA-lift. Daarnaast zien we een Lemken Karat 9-cultivator en een Strautmann VS2004-compoststrooier. Deze moderne gereedschappen staan enigszins in contrast met de drie oude kniktrekkers op het bedrijf. Congalves vertelt dat een trekker die je kunt repareren met eenvoudige handgereedschappen in Zuid-Afrika nog altijd een waardevol bezit is. Daarnaast zijn het gewoon betrouwbare en oerdegelijke werkpaarden.
De akkerbouwer zorgt goed voor zijn klassiekers met regelmatig onderhoud. Onderdelen zijn via de fabrikant nog steeds leverbaar. De eerste Agrico, met modelaanduiding 4+ 160, stamt uit 1998. Hij kwam splinternieuw op het bedrijf. De twee andere groene Zuid-Afrikaanse trekkers zijn daarna als gebruikte machine aangeschaft. Eén van de drie trekkers staat momenteel even stil. Er is een klein probleem met de automatische inkoppeling van het differentieel, dat onder normale omstandigheden wielslip moet voorkomen. Zodra de onderdelen binnen zijn, zal de trekker spoedig weer draaien.
Onderhoud van het machinepark doet de farm in eigen beheer. Handgeschreven schema’s op de muur van de werkplaats geven de onderhoudsintervallen aan. Op het moment is het er even donker. Iedereen die weleens in Zuid-Afrika komt, kent de term ‘load shedding’. Het komt erop neer dat er onvoldoende stroom is, met als gevolg een dagelijkse onderbreking van de stroomlevering. Lastig voor de akkerbouwer, die ook van stroom afhankelijk is voor de koeling van producten in de opslag. Het leert ook dat het niet vanzelfsprekend is dat alles altijd werkt zoals je dat wenst. Enige zelfredzaamheid is een goede zaak, volgens Congalves, en daar sluiten de drie eenvoudige Agrico-kniktrekkers goed bij aan.
Robuust maar eenvoudig
Voor de een zal het schrikken zijn, voor de ander een geruststelling. Aan boord van de Agrico 4+ 160 tref je uitsluitend noodzakelijke uitrusting aan. In dit geval zelfs geen radio. Bij dit exemplaar moet je bovendien even zoeken waar de instrumenten zijn geplaatst. Die zitten boven de bestuurder, net als de contactsleutel. Achter het stuur, gewoonlijk de meest gebruikelijke plek voor klokken en knoppen, is niets te ontdekken.
Goede dingen zijn er ook genoeg. Zo is de cabine ruim en de stoel goed. Verder zijn er handige schuiframen, maar is er geen airco. Een koppelingspedaal ontbreekt eveneens, en dat is een goed teken: de Agrico is uitgerust met een full-powershifttransmissie. Aan de buitenkant vinden we nog een leuk detail. De spoorbreedte is gemakkelijk te verstellen, wat de trekker geschikt maakt voor meerdere taken.
Onder de zware motorkap is het sleutelwoord eveneens eenvoud. Een mooi ADE-zescilinder-in-lijnblok geeft de Agrico-kniktrekker 223 pk mee. Anders dan bij moderne motoren hoeft er niet veel mee te draaien, daarom is er rond het blok nog veel ruimte. De radiator is groot en bestaat uit slechts één element. ADE-motoren (Atlantis Diesel Engines) zijn te vinden in meerdere Zuid-Afrikaanse trekkers. Ze stammen uit de tijd dat – vanwege het apartheidsbeleid dat de Zuid-Afrikaanse regering voerde – handelssancties waren ingesteld tegen het land. ADE is een in licentie gebouwde Mercedes Benz-motor.
Hoewel de Agrico-kniktrekkers uitermate eenvoudig zijn gebouwd en alle vormen van luxe moeten ontberen, kunnen de trekkers toch rekenen op een groeiende schare fans, vertelt Gabriel Congalves. “Als de kans zich voordoet, koop ik er binnenkort zeker nog een bij. Dan wel graag een groter model. Het zijn trekkers die zwaar werk doen met een lach, zegt de eigenaar afsluitend.
Auteur: Mark Pasveer
Lees ook: Zuid-Afrikaanse sloperij speelt in op groeiende vraag
Gerelateerde tags: Agrico, Kniktrekkers, Trekkers