Voorjaar 2021 bracht Kuhn de nieuwe FC 9330 RA-vlindermaaier op de markt. Die heeft een flinke capaciteit en kan met twee afvoerbanden verschillende zwadbreedtes afleggen. Maar er zijn meer details die deze maaier bijzonder maken, vindt TREKKER. En dat zijn niet alleen het hoge gewicht en de forse prijs.
Een seizoen lang maaien met de bijna drie jaar geleden geïntroduceerde Kuhn FC 9330 RA-vlindermaaier biedt voldoende inzicht in de (on)mogelijkheden ervan. Het forse gewicht is alvast een uitdaging voor menige trekker, en ook de prijs van ruim € 100.000 (zonder frontmaaier!) zal voor menige portemonnee even schrikken zijn.
Een deel van het gewicht komt voor rekening van de forse aanbouwbok cat. III en IVN voor beide maaiers met afvoerbanden. Bij het aankoppelen valt op dat de slangen en kabels netjes zijn weggewerkt, wel mogen ze gerust wat langer zijn.
De bok bevat de nieuwe hydropneumatische LiftControl-bodemontlasting, voor een goede bodemvolging en ter bescherming van de maaibalken. Per kant geeft een manometer aan op hoeveel bar druk het systeem staat. TREKKER werkte meestal rond de 100 bar.
De obstakelbeveiliging zorgt ervoor dat de maaibalken actief 30 centimeter worden uitgeheven en tevens tot 17 graden naar achteren zwenken. Ze keren automatisch weer terug in de werkstand. Tijdens het inklappen van beide maaiers schuiven de beschermdoeken aan de voorkant automatisch naar achteren. Mede daardoor heb je voldoende ruimte tussen je trekker en de maaiers voor het aan- en afkoppelen, en zit het zwaartepunt dichter op de trekker tijdens transport.
Lees verder onder de foto’s
De kunststof obstakelbeveiliging kan met lichte ‘botsingen’ overweg. De antracietgrijze plaat ernaast verbuigt daarbij wel. De obstakelbeveiliging van de maaibalken zelf daarentegen is top. – Foto: Stefan Tovornik
Voor het omdraaien of vervangen van mesjes kun je het beschermdoek omhoog klappen en handig ophangen aan haakjes op het frame. Werkt prima, zolang het doek niet te vuil is en dat vuil de ogen in het doek niet heeft verstopt.
Lees verder onder de video
Kuhn ontwierp de draagarmen van de maaiers opnieuw voor een gunstiger zwaartepunt en een lager gewicht. Dat merk je als je vlot wilt keren op de kopakker. Mede dankzij de hulpcilinders gedragen de maaiers zich mooi stabiel. De gewichtsbesparing is niettemin relatief. Het totaalgewicht van bijna 4 ton dikt letterlijk snel aan door aanhangend maaisel en andere vervuiling.
Een John Deere 6210 R van 7,4 ton kreeg moeite met de combinatie bij hogere rijsnelheden. Een John Deere 6250 R van 9,3 ton kon al veel beter overweg met de maaiers. Een John Deere 7270 R van 10,6 ton leverde de beste stabiliteit op. De langere wielbasis van die laatste trekker gaf echter meer kans op streepvorming bij het maaien in bochten.
Een deel van het hoge gewicht zit in de forse aanbouwbok. Die bevat de zogenoemde LiftControl-hydropneumatische bodemontlasting van de maaiers voor een goede bodemvolging en ter bescherming van de maaibalken. Per kant geeft een manometer aan op hoeveel bar het systeem staat. Wij werkten met 100 bar. – Foto: Stefan Tovornik
De levenslang gesmeerde Optidisc Elite-maaibalk van Kuhn is een bekende. Op papier geschikt voor maaihoogtes van 35 tot 65 millimeter, in de praktijk al snel 80 millimeter. Per zijde heb je acht schijven met elk twee mesjes, dankzij het standaard FastFit-snelwisselsysteem snel om te draaien en te verwisselen. Ze geven ook in late, dunne sneden een streeploos resultaat. De eveneens standaard glijsloffen doen hun werk naar behoren.
Met de kneusintensiteit van de dubbele verenstalen vingers waren we zeer tevreden. Temeer omdat je het toerental van de kneusrotor zonder gereedschap kunt verstellen van 755 naar 1.000 omwentelingen per minuut. De kneusrotor werpt het gewas op de nieuw ontworpen afvoerband. Die is een meter diep en biedt daarmee voldoende ruimte voor het gewas. Ook als je in een zware snede werkt.
Op sommige plekken blijven gewasresten liggen. Volgens Reesink hoort hier een kap te zitten die dit voorkomt. – Foto: Stefan Tovornik
De hydraulisch aangedreven bandjes hebben een eigen oliepomp, en 55 liter olie met een peilglas in de tank. De constructeurs van Kuhn vinden een oliekoeler voor deze hoeveelheid olie niet nodig. Afstrijkers houden de afvoerbanden schoon. Ze doen hun werk goed, we hadden een seizoen lang geen last van gewasresten of doorslippen.
De bandenspanning verstellen gaat zonder gereedschap aan de buitenzijde van de maaiers. Smeernippels vind je gegroepeerd aan de achterzijde van de maaicombinatie.
Op de terminal stel je de snelheid van de afvoerbanden traploos in. Beide banden kunnen synchroon werken of afzonderlijk. Op een glooiend perceel profiteer je van een sensor die de hellingshoek meet. De software laat het laagstgelegen bandje – dat het gras omhoog werpt – dan automatisch iets sneller draaien, terwijl het andere juist iets langzamer draait. Zo ontstaat een mooi gelijkmatig zwad. Dit kun je overigens ook prima met de hand doen als je wilt.
Om gewicht te besparen, bestaan de afvoerbanden waar mogelijk uit aluminium en kunststof componenten. Dankzij snelkoppelingen kun je ze, indien gewenst, snel aan- en afbouwen. – Foto: Stefan Tovornik
Het scherm toont de draaisnelheid van beide bandjes apart. Dat ging helaas niet altijd goed tijdens de werktuigtest. Soms leek het op de terminal alsof een bandje draaide, terwijl het in werkelijkheid stilstond. De sensoren leken ook niet altijd mee te krijgen dat de bandjes al in werkstand stonden. Met andere sensoren is dit euvel inmiddels verholpen.
Je kunt elke afvoerband afzonderlijk uitheffen en je kunt ze verschuiven ten opzichte van elkaar. Zo kun je zwaden van 1,80 tot 3,60 meter maken, afhankelijk van de opnamebreedte van de machine die volgt. Problemen die we ervoeren met de weergave van het toerental van de kneusrotor, heeft Kuhn inmiddels opgelost door de sensoren te vervangen.
Dankzij Isobus doe je bovengenoemde en andere instellingen van de FC 9330 RA via een geschikte trekkerterminal. Wil je een aparte terminal gebruiken, maar heb je die nog niet? Dan kun je er een CCI 800 of de grotere CCI 1200 bij aanschaffen. Als aanvulling biedt Kuhn de CCI A3-joystick die wij ook gebruikten. Je bedient er alle belangrijke functies mee per knopdruk. Soms bevestigde de joystick zo’n knopdruk, maar werd de beoogde functie niet geactiveerd. Kuhn zoekt dit nog uit, maar vermoedt een storing aan de kant van de trekker.
We merkten eerder al dat de overlap tussen de achtermaaiers en een 3 meter brede frontmaaier beperkt is. Dat merk je aan strepen in bochten zodra je er een trekker met een lange wielbasis voor zet. Dat geldt ook voor heuvelachtige percelen, waar maaiers altijd de neiging hebben wat ‘af te zakken’. De maaicombinatie houdt daar, in tegenstelling tot de afvoerbanden, geen rekening mee – dus daar moet je zelf goed op letten. Afgezien daarvan levert de FC 9330 RA topwerk. Zowel wat maaibeeld betreft als qua kneusintensiteit, en zowel in zware sneden en lang gras als in late dunne sneden.
Een messenwissel is dat met de meegeleverde messleutel geen probleem. Het overige onderhoud is ook goed te doen. De smeerpunten zijn prima toegankelijk, maar het kost wel tijd om alles goed door te smeren. Om de transporthoogte tot 4 meter te beperken, moet je de hef wat laten zakken tot nog precies twee handbreedtes bodemvrijheid resteren.
De nieuw ontworpen afvoerbanden zijn een meter diep en bieden daarmee voldoende ruimte voor veel gewas. Ze zijn hydraulisch aangedreven en hebben een eigen oliepomp ter beschikking. – Foto: Stefan Tovornik
Concluderend mag je de Kuhn FC 9330 RA een uitgerijpte vlindermaaier noemen. Dat merk je aan het gewicht en de prestaties van de maaicombinatie. Zet er wel een passende trekker voor. Qua vermogen, maar zeker ook qua (contra)gewicht. Met de bediening raak je snel vertrouwd, en de probleempjes die wij hadden zijn inmiddels opgelost. Dat doet niets af aan de topprestaties van de vlindermaaier als het gaat om maaikwaliteit.
De basisuitvoering van € 102.000 is al compleet uitgevoerd. Daardoor was de testuitvoering waarmee TREKKER heeft gereden, slechts beperkt duurder. Tel daarbij de prijs van een frontmaaier er nog bij op om een triplemaaier te creëren, zoals de € 26.400 kostende 3,0 meter brede Kuhn FC3125 DF.
Auteurs: Christian Brüse, René Koerhuis
Gerelateerde tags: hooibouwmachines, Maaiers, Voederwinning
