fbpx
Terug naar nieuwsoverzicht

Sterkere Valtra S-serie komt weer uit Finland

Bij de Valtra S416 valt direct op dat deze nieuwe S-serie de cabine van de Q-serie heeft gekregen. Daarmee neemt de fabrikant afscheid van de Massey Ferguson-cabine. - Foto's: Jacco van Erkelens

De Finse machinefabrikant Valtra geeft de S-serie een update. Enkele hoogtepunten: een nieuwe cabine, maximaal 420 pk en een versterkte transmissie. De Valtra S-serie is vanaf nu weer een echte Fin, want de productielijn bevindt zich in de Valtra-fabriek in het Finse Suolahti. Daar maakte TREKKER een exclusieve proefrit met de vernieuwde Valtra S416.

De zesde generatie S-serie is weer een échte Valtra. De productie van de vernieuwde reeks met zes modellen is terug op de thuisbasis in Finland.

De vierde generatie (S4) werd in het Beauvais (Fr.) gebouwd door Massey Ferguson en deelt praktisch alles met MF, behalve de motorkap. Met de zesde generatie S-serie (S6) neemt Valtra daarvan afscheid en haalt de fabrikant de productie terug naar Finland. De fabriek is uitgebreid met een nieuwe spuitlijn voor het grotere chassis van de S-serie.

Cabine Valtra S-serie gelijk aan Q-serie

Als we de Valtra S416 zien, valt direct op dat de nieuwe serie de cabine van de Q-serie heeft gekregen. Daarmee neemt de fabrikant afscheid van de Massey Ferguson-cabine. Bovendien heeft Valtra de trekker zo’n 5 centimeter lager gemaakt.

Lees verder onder de foto’s

De cabine is in verhouding kleiner dan zijn voorganger. Toch kom je geen ruimte te kort. Een optioneel panoramadak helpt mee aan een ruime beleving. Tijdens de proefrit konden we met drie personen in de cabine stappen, dus ruimte genoeg voor wanneer je alleen bent.

De cabine is in verhouding kleiner dan zijn voorganger. Toch kom je geen ruimte te kort. Een optioneel panoramadak helpt mee aan een ruime beleving. Tijdens de proefrit konden we met drie personen in de cabine stappen, dus ruimte genoeg al je alleen bent.

Tijdens de proefrit in Suolahti konden we ook de voorganger even proberen. Hoewel de S4-cabine groter lijkt, heb je niet direct minder plek in de compactere Valtra-cabine. Op de plaatsen waar je de ruimte nodig hebt, biedt de cabine die ruimte ook. Het optionele panoramadak helpt mee aan de beleving dat je in een ruime cabine zit.

Wel jammer is de terugkomst van de linker B-stijl. Deze is dun en subtiel, maar onderbreekt het zicht; iets wat de S4-cabine niet deed met zijn vierstijlencabine. Los daarvan voelt de trekker nu wél echt aan als een Valtra, met de vertrouwde cabine-indeling die we kennen van de andere modellen.

Technisch is de cabine gelijk aan de Q-serie-cabine, op enkele details na. Er is een zwaardere rolbeugel in verwerkt. Dit vanwege het hogere eigen gewicht van de trekker van 12 ton. Ook zou Valtra iets aan de geluidsisolatie hebben gedaan ten opzichte van de Q-serie, die wat kritiek kreeg vanwege een luide cabine. Hoewel we ze niet naast elkaar konden ervaren, voelde het geluidsniveau in dit voorseriemodel aangenaam aan.

Het grote nieuws zit hem met name in de nieuwe cabine en de aangepaste motor en transmissie. Het chassis is grotendeels gelijk gebleven. De vooras is helaas niet verkrijgbaar met luchtvering: deze blijft gelijk aan de vierde generatie.

Het grote nieuws zit hem met name in de nieuwe cabine en de aangepaste motor en transmissie. Het chassis is grotendeels gelijk gebleven. De vooras is helaas niet verkrijgbaar met luchtvering: deze blijft gelijk aan de vierde generatie.

ML 260-transmissie verzwaard

Onder de cabine vinden we opnieuw de Agco ML 260-transmissie terug. Om de transmissie geschikt te maken voor het hogere motorvermogen zijn de ingaande as en torsiedemper verzwaard. Het aftakaspakket is zwaarder gemaakt om het hogere koppel aan te kunnen, en de steekassen van de HA260F-achteras zijn versterkt tot een diameter van 125 millimeter.

Nieuw is dat de productie van de transmissie wordt overgehaald naar Suolahti. De productielocatie voor transmissies op het terrein is 50% groter gemaakt, zodat Valtra hier de bakken voor zowel de Q- als de S-serie kan bouwen. Op het moment worden de ML 260-bakken nog gebouwd in Marktoberdorf (D.) bij Fendt. Dat bouwt de nieuwe TA-transmissies in, waardoor de kans groot is dat de productie van de ML-bakken hier stopt. Dit wordt overigens niet bevestigd, ook niet ontkend.

Valtra verzwaart de ML 260-transmissie met een zwaardere ingaande as en torsiedemper en een zwaarder aftakaspakket. Ook is de HA 260 F-achteras is aangepast met dikkere steekassen van 125 mm.

Valtra verzwaart de ML 260-transmissie met een zwaardere ingaande as en torsiedemper en een zwaarder aftakaspakket. Ook is de HA 260 F-achteras is aangepast met dikkere steekassen van 125 mm.

Terug naar één turbo

Onder de motorkap dieselt een 8,4 liter Agco Power 84 LXTN-motor met vermogens vanaf 280 tot en met 420 pk. Het blok brengt maximaal 1.750 Nm koppel op de krukas.

Helaas mochten we van Valtra nog geen foto’s maken onder de motorkap. De trekker waarmee we rijden betreft namelijk een voorseriemodel.

Wel vertelt de fabrikant dat de motor anders is dan zijn voorganger. Op die motor zaten twee turbo’s. Die hebben plaatsgemaakt voor één grotere turbo met wastegate-technologie. Ook is het luchtfilter niet meer voor in de motorkap te vinden, maar boven op de motor. De luchtinlaat hiervoor zit bij de linker A-stijl. Door deze aanpassing is de werking van het koelpakket verbeterd, wat bijdraagt aan een betere verbranding van diesel.

Daarnaast verdween de EGR, het uitlaatgasrecirculatiesysteem. Door een verbeterde verbranding haalt het blok de Fase V-emissienorm zonder deze techniek. Dit zorgt voor een koelere loop van de motor en een besparing in brandstofverbruik. Wel ligt er nu meer druk op het uitlaatgasnabehandelingssysteem, waardoor het AdBlue-verbruik wat stijgt. Het brandstofverbruik is volgens de fabrikant 3 tot 4% lager.

Twee plunjerpompen

Het hydraulische systeem voor de bediening van werktuigen is op de schop gegooid. Een spacer aan de voorkant van de bak maakt ruimte voor twee loadsensingpompen.

De twee plunjerpompen leveren elk 200 liter per minuut bij 1.650 motortoeren. De pompen worden niet gecombineerd, maar hebben een eigen hydrauliekcircuit en bedienen elk drie ventielen. Dit heeft als voordeel dat je één pomp maximaal olie kunt laten geven, en de andere laat wisselen in debiet als het werktuig dit vereist. Zo kun je gebruikmaken van maximaal 140 liter olie per minuut. Je beschikt bij het derde ventiel zelfs over maximaal 170 liter olie per minuut uit een driekwart inch leiding voor bijvoorbeeld een ventilator van een grote zaaimachine. De overige functies die een kleiner of een variërend oliedebiet nodig hebben, kun je op de andere pomp aansluiten.

Twee plunjerpompen is overigens een optie. Standaard is er één loadsensingpomp en een tandwielpomp. Die laatste kun je inschakelen wanneer nodig, met in totaal maximaal 200 liter per minuut (hierbij is 140 liter per minuut uit alle ventielen de maximale flow).

De cabine is in verhouding kleiner dan zijn voorganger. Toch kom je geen ruimte te kort. Een optioneel panoramadak helpt mee aan een ruime beleving. Tijdens de proefrit konden we met drie personen in de cabine stappen, dus ruimte genoeg voor wanneer je alleen bent.

De cabine is in verhouding kleiner dan zijn voorganger. Toch kom je geen ruimte te kort. Een optioneel panoramadak helpt mee aan een ruime beleving. Tijdens de proefrit konden we met drie personen in de cabine stappen, dus er is ruimte genoeg als je alleen bent.

Vanaf april 2024 leverbaar

De nieuwe S-serie van Valtra is vooral gericht op grote boeren. Voor de Europese markt is er een Fase V-versie. Voor markten als Zuid-Amerika bouwt de fabrikant hem ook nog als Fase III, waarbij geen AdBlue nodig is.

Nu Valtra zijn eigen cabine op de trekker bouwt, voelt de trekker weer écht aan als een Valtra. De bediening is zoals je gewend bent van de Finnen, het rijden gaat soepel. De neus is breed, maar de draaicirkel valt gevoelsmatig mee. Dit komt door uitsparingen in de motorkap waardoor de vooras nog relatief scherp kan draaien. Helaas levert Valtra geen luchtgeveerde vooras en is de zijdelingse cabinevering nog wat stug. De bekende motorische componenten en het vereenvoudigde motorblok zonder EGR verdienen pluspunten.

De nieuwe reeks gaat vanaf 2024 in productie, en wordt vanaf april 2024 uitgeleverd aan klanten. De Valtra S416 staat in de catalogus vanaf bruto € 391.469.

Auteur: Jacco van Erkelens

Lees ook: Zeven trekkers van 300 pk in één test: bekijk alle video‘s

Gerelateerde tags: ,

Gerelateerde artikelen

Afbeelding artikel

Auga Group staakt ontwikkeling hybride Auga M1-trekker

Het Litouwse Auga Group zit in financiële moeilijkheden en staakt voorlopig de ontwikkeling van de hybride Auga M1-trekker.
Afbeelding artikel

Claas toont vierstijlencabine op Nexos-smalspoortrekker op Eima 2024

De Duitse machinefabrikant Claas toonde op vakbeurs Eima voor het eerst de nieuwe vierstijlencabine op zijn Nexos-smalspoortrekker.
Afbeelding artikel

FOTO | Eima 2024: Deutz-Fahr TTV 5115 met autonome kit

Het aantal elektrische trekkers, voermengwagens en verreikers neemt fors toe op Eima 2024. Opvallend is deze zwarte Deutz-Fahr TTV 5115.