Machinefabrikant Schuitemaker in Rijssen (Ov.) heeft zijn Rapide-opraapwagens flink onder handen genomen. Opvallendste verschil met de huidige Rapides? De vernieuwde invoer en de voorwand. Bovendien is de nieuwe generatie Rapide-opraapwagens meer modulair gebouwd. Volgend jaar gaat de nulserie in de praktijk draaien.
Schuitemaker handhaaft zijn concept met slepende pick-up en rotor die vanaf de linkerzijde gezien, rechtsom draait. De pick-up van de nieuwe Rapides is nu 2,40 meter breed en kan driedimensionaal bewegen om zo goed mogelijk bodemvolgend te zijn.
De praktijkversie krijgt een pick-up die steunt op zes wielen: twee aan de zijkant en vier achter de pick-up. De pick-up heeft zes gestuurde tandbalken met metalen vingers. Schuitemaker koos niet voor kunststof vingers, omdat die naar het oordeel van de fabrikant in nat gras niet altijd goed lossen. De diameter van de snijrotor is vergroot naar 70 centimeter. Met het maximale aantal messen snijdt de nieuwe rotor 40 millimeter, tegenover eerder 44 millimeter.
Lees verder onder de video
De messen worden nu in vijf groepen hydraulisch tegen overbelasten beveiligd. Bij de eerdere Rapide-opraapwagens was dat driedelig ingedeeld. De messen in de 210 centimeter brede snijrotor zijn een millimeter dunner geworden om per saldo dezelfde ruimte voor doorvoer van het gewas te houden. Ze hebben echter een gebogen vorm.
Net als voorheen zijn de messen omkeerbaar en tweezijdig te gebruiken. Door de gebogen vorm, samen met de grotere rotor en andere stand in het invoersysteem blijft volgens Schuitemaker ook bij een zware belasting de snijkwaliteit beter gehandhaafd.
De tanden op de nieuwe snijrotors zijn gehard met lasertechniek in plaats van het hard oplassen van de tanden dat tot nu toe werd toegepast. Schuitemaker kiest voor laser-harding (LMD-techniek). Daarmee blijft de oorspronkelijke tandvorm beter gehandhaafd.
Lees verder onder de foto
De messen van de nieuwe Rapide-opraapwagens zijn gebogen. Net als bij de huidige Rapides zijn de messen symmetrisch en tweezijdig te gebruiken. Ze zijn 5 millimeter dik, een millimeter dunner dan tot nu toe gebruikelijk bij Schuitemaker. – Foto: Martin Smits
Al eerder introduceerde Schuitemaker de Rapid Release-voorwand. De nieuwe wagens krijgen deze beweegbare voorwand. Het verschil: bij Rapid Release scharniert de voorwand onderin en beweegt tijdens het lossen achterover. De Rapid Release Plus-voorwand heeft ook een scharnierpunt bovenin en beweegt voorover wanneer de wagen in principe vol is. Daardoor kan de wagen 10% meer kan laden, aldus de fabrikant.
Lees verder onder de foto
Om sneller te lossen en tegelijk ook meer te kunnen laden, scharniert de voorwand zowel onder- als bovenin. In de voorwand zit ook een deur voor toegang naar bak. – Foto: Martin Smits
De invoer is volledig modulair gebouwd en is desgewenst als geheel ook snel te demonteren. De wagens zijn leverbaar op 22,5, 26,5 en 30,5 inch banden. De grootste bandenmaat die nog past is 850/50/30,5.
Het modulaire concept houdt in dat door wisselstukken bij verschillende hoogtes van de banden onder de wagen, de bodem toch vlak blijft. Tijdens het werk wordt de stand van de knikdissel automatisch gecorrigeerd om ook bij wisselend gewicht voor in de wagen, de stand van de pick-up tegenover de invoer, steeds optimaal te houden. Meting van druk op de voorwand, samen met het benodigde koppel op de aandrijving dicteert het automatisch vullen met Autoload.
Net als zijn voorgangers zijn de nieuwe Rapide-opraapwagens als dubbeldoelwagen gebouwd. De bouwwijze van de Rapides wordt ook voor de toekomstige Siwa-silagewagens doorgezet. Feitelijk zijn dan de dissel en de voorwand de componenten die het verschil maken.
Lees verder onder de foto
De pick-up hangt als modulaire unit onder de wagen. Achter de kap zie je de aandrijving met een getande riem in plaats van een tandwielkast. Wat oogt als een tandwiel is onderdeel van een planetair dat zorgt voor de eindvertraging naar de snijrotor. – Foto: Martin Smits
Op vakbeurs Agritechnica in november zal Schuitemakers de nieuwe Rapide-opraapwagens voorstellen. Ook zal worden getoond hoe het concept is voorbereid op elektrische aandrijving van pick-up en doseerwalsen.
Schuitemaker laat weten dat het ook in de weer is om gegevens van de wagen te verzamelen via de Cloud. Behalve registreren zal de chauffeur in de toekomst ook advies krijgen over bijvoorbeeld een onderhoudsinterval.
In Nederland gaan in 2024 de eerste vijftien Rapide-opraapwagens als nulserie draaien. Dat zijn wagens met een 7 meter lange bak, goed voor een DIN-bakinhoud van 41 of 44 kuub, afhankelijk van de hoogte van de banden. Er is een programma voorzien van wagens met een 6, 7, 8 of 9 meter lange bak. Het maximale laadvolume gaat dan richting 62 kuub.
Voor de 7 meterversie Rapide-opraapwagens noteert Schuitemaker een brutoprijs van € 183.500 zonder doseerwalsen en € 189.500 met doseerwalsen.
Auteur: Martin Smits
Gerelateerde tags: Agritechnica 2023, hooibouwmachines, Opraapwagens
