ROC-bandhark nu wél geschikt voor Nederlands gras

In Italië is men over het algemeen gewend om grof materiaal te verwerken. Een pick-up met scheppende tanden is dan voldoende. Ga je echter met dezelfde machine in het Nederlandse gras aan de gang, dan krijg je problemen. Drie jaar geleden zagen we dit zelf gebeuren: het korte gras werd meer vooruit gegooid dan opgeschept en we zagen de pick-up gras aan het eind tussen de veren trekken. Kverneland wilde toch dat de machine ook kort, groen gras kon verwerken en dus ging de pick-up opnieuw op de tekentafel. In grote lijnen bleef de machine gelijk, maar op detailniveau zien we verschillen. In het Zuid-Hollandse Hazerswoude-Rijndijk zagen we een ROC RS 1000-bandhark aan het werk. De opvallend gele kleurstelling blijft. De details maken hem toch een stuk geschikter voor het Nederlandse gras.

Kortgewasrol voorkomt vooruit gooien

We beginnen bij de tanden. Die zijn nu niet meer gebogen in een scheppende vorm, maar recht. Op beide hoeken zijn vier tanden slepend gebogen. Dat vermindert de opname van vervuiling bij het raken van bijvoorbeeld de andere kant van een greppel. De gestuurde pick-up van deze RS 1000-bandhark is uitgerust met zes tandbalken. Dit is standaard voor de machines in Nederland, voorheen was dit optioneel en kreeg de machine standaard vijf tandbalken mee. Een tandbalk extra helpt om het korte, zware gras op te nemen. Ook draait de pick-up, evenals de afvoerbanden, 20% sneller dan bij de voorganger.

Om te voorkomen dat de machine het gras vooruit werpt, monteert ROC een kortgewasrol voor de pick-up. Het opgepakte gras krijgt zo geen andere mogelijkheid dan mee naar boven gaan. Het scharnierpunt van de verder starre constructie bevindt zich aan de achterkant van het harkelement. Komt er een prop onder de rol, dan beweegt de gehele constructie nagenoeg recht omhoog.

Zaagtandband

Achter de pick-up ligt een nieuwe dwarsafvoerband. Die is nu van rubber, in plaats van de zware band die uit kunststofsegmenten was opgebouwd. De rubberen band is flexibeler, heeft een kleinere banddiameter en is nu stiller. De band bestaat nog steeds uit segmenten, zodat je bij beschadiging slechts een deel hoeft te vervangen. Ditzelfde geldt voor de hele bandhark. De fabrikant wil hiermee zorgen dat de hark bij eventuele problemen zo snel mogelijk is gerepareerd. Nog een slim detail dat we opmerken bij de band, is de zaagtandvorm van de meenemers. Die wijzen naar het midden van de band (zie foto). Dit zorgt ervoor dat gras wel naar het midden (dus met de richting van de zaagtanden mee) kan gaan, maar in principe niet verder schuift (tegen de zaagtanden in). Handig!

De afvoerband bestaat niet meer uit zware kunststof delen, maar is van rubber. Daardoor is hij een stuk stiller. Een slim detail is het zaagtandprofiel op de meenemers. Gras schuift niet tegen de richting in, en centreert zichzelf automatisch op de afvoerband.

Geheel geveerd

Onder de harkelementen loopt een geveerd tandemstel met vier kunststof wielen die per wiel zo’n 70 kilo bodemdruk hebben. In totaal zo’n 300 kilo per element. Ook zitten er drie glijplaten onder, maar die dienen slechts als noodoplossing. Bijvoorbeeld wanneer er een gat in het perceel zit. De hark trekt relatief licht op de loopwielen, en dat is te merken als je op de kopakker de koppeling intrapt en de trekker en bandhark blijven doorrollen. Naast de geveerde loopwielen onder het onderstel, is ook het transportonderstel onafhankelijk geveerd. Dat wil zeggen dat elk wiel een eigen veersysteem heeft. Het effect ervan zie je aan het frame van de bandhark dat nagenoeg bewegingsvrij blijft, terwijl de bandelementen zichtbaar op de ongelijke bodem reageren. Op de kopakker duwen de cilinders de transportwielen omlaag en tillen daarmee de harkelementen op. Bij het inzetten gaat dit andersom. Sensoren merken dat de bandhark is uitgetild en stoppen de bandelementen. De pick-ups blijven wel draaien. Met een bodemvrijheid van ongeveer één meter kan de hark over kopakkerzwaden heen draaien.

Met de bedieningsterminal kun je onder andere kieze op welke manier de zwadafleg gebeurt. Uittillen doe je met een enkelwerkend ventiel, opklappen met een dubbelwerkend.

Geen zwaddoek

Wel missen we een zwaddoek aan de zijkanten. De banden gooien het gras vrij breed weg, en de vorm van het zwad is meer een driehoek dan een mooie vierkante rug. Een alternatief zou zijn om de banden langzamer te laten draaien. Dat kan, door het verschil tussen de draaisnelheid van de afvoerbanden en pick-ups te regelen. Dat doe je achter de harkelementen met een draaiknop. Liever zouden we zien dat dit in de trekker kan.

De bandhark zelf voelt hightech en degelijk aan. Minder hightech is de bediening van de hark. Die oogt vrij sober. Met acht schakelaars op een zwart kastje bedien je de ROC. In- en uittillen van de hark gaat via een enkelwerkend ventiel. In- en uitklappen gebeurt met twee dubbelwerkende ventielen: één voor elke kant. Mocht je in het land een kapotte tand willen vervangen, dan kan dat vlot met het bijgeleverde gereedschap.

De buitenste vier tanden zijn slepend gemonteerd. Dat voorkomt oprapen van vervuiling als je bijvoorbeeld een greppel raakt. De rest van de tanden staat recht. Vóór de pick-up is nu een kortgewasrol te vinden. Die voorkomt dat de machine gras vooruit werpt. Deze opstelling maakt de ROC nu ook geschikt voor het Nederlandse gras.

Loonwerkersmachine

De ROC RS 1000-bandhark kan alleen afleggen naar de zijkant. Middenafleg is niet mogelijk. De machine is met zijn werkbreedte van zo’n 10 meter (8,9 meter plus 1,10 meter voor het zwad) een echte capaciteitsmachine die vooral voor een hakselaar of grootpakpers wordt uitgestuurd. Wie wel liever middenafleg wil, kan kiezen voor de types 870 of 730. De ROC RS 1000 is uitgevoerd met opties voor de Nederlandse markt en staat in de prijslijst voor bruto € 155.000. De smallere ROC RS 730 is er vanaf € 97.500.