De techneuten achter het Snoopy-team bouwden in enkele jaren hun trekker om van diesel naar methanol. Afgelopen seizoen stond de trekker op de baan als zogeheten componententrekker. Met veel nieuwe techniek zette tractorpullingteam Snoopy zijn succesvolle lijn door. TREKKER is benieuwd hoe de componententrekker in elkaar steekt en brengt een bezoek aan het team.
“We liepen tegen de factor betrouwbaarheid aan”, antwoordt Joost van Kampen, lid van tractorpullingteam Snoopy, op de vraag waarom het team de overstap maakte van diesel naar methanol. Daarmee doelt hij op schade aan de cilinderkop. De originele kop is slecht bestand tegen de hoge temperaturen en het drukken bij het tractorpullen.
Doordat de motor compact is gebouwd en weinig ‘vlees’ tussen de cilinders heeft, ontstaan er snel scheuren. Een zogeheten billetkop, een zelf ontwikkelde cilinderkop die niet is afgeleid van de originele cilinderkop, zou veel problemen oplossen. Maar zo’n billetkop is niet toegestaan.
In een motor die op methanol draait, zijn drukken en temperaturen lager dan bij een flink opgevoerde dieselmotor. “Tractorpulling is een dure hobby. Dat zij zo, maar om veel geld te investeren waarbij je op voorhand al weet dat het snel sneuvelt, voelt wrang”, merkt Van Kampen op. Ook het milieu speelde mee in de overweging om de overstap naar methanol te maken. Een dieseltrekker spuwt immers een flinke straal rook uit. Die blijft niet ongezien. “Als dat niet meer mag, dan heb je als team een probleem.”
Tekst gaat verder onder de foto
Tractorpullingteam Snoopy, met v.l.n.r. de teamleden Jesse Dekker, Edward Beukeveld en Joost van Kampen. Teamlid Gerro Haan ontbreekt op de foto. – Foto: Lex Salverda
De historie van het tractorpullingteam Snoopy gaat terug naar het jaar 2000. Wat ooit begon met de lokale trekkerslep, groeide uit tot een succesvolle Pro Stock-trekker. De laatste versie van de dieseltrekker stamt uit 2012. Het uiterlijk van Sloop, een Ford 8010, bleef. Onderhuids veranderde echter veel.
Eind 2018 startte het team met de bouw van de Limited Superstock. In deze klasse is een cilinderinhoud toegelaten van maximaal 7,6 liter. Daardoor moest het team terug in cilinderinhoud van 8,3 naar 7,6 liter. Dat losten de mannen niet op door de cilinderinhoud met bussen te verkleinen. Zo’n aanpak kost ook ruimte in de cilinderkop, dat wil je niet, klinkt het beslist. Ook zou de huidige cilinderkop niet meer voldoen.
Het hart van de trekker kreeg wel een andere krukas en zuigers. De krukas heeft een kortere slag, en daarmee zorgen ze voor een kleinere cilinderinhoud. De zuigers hebben niet de grote kom in de bovenkant die bij de verbranding van diesel nodig is. De cilinderkop kreeg nauwelijks aanpassingen. “We hebben alleen een aantal draadgaten gemaakt voor de bougies.”
Het reglement schrijft voor de Limited Superstock een kleinere turbo voor dan in de Pro Stock-klasse. De drukvulling voor de alcohol-gestookte Snoopy komt van een turbo van het merk Columbus. Ook een intercooler is niet toegestaan in deze klasse, waardoor deze geen plaats meer kreeg op de nieuwe trekker.
Tekst gaat verder onder de foto
Rechts de zuiger uit de dieselmotor. Links de zuiger zoals die nu in de motor zit. Duidelijk te herkennen is het ontbreken van de wervelkamer. – Foto: Lex Salverda
Het brandstofsysteem komt van Veldhuizen Special Products. Willem Veldhuizen is een expert op het gebied van brandstofsystemen. Veel tractorpullingteams rijden met dit systeem. Het pompt de methanol rond en mag niet droog draaien. Hiervoor verbouwden de techneuten de tank en plaatsten die boven de pomp.
Het systeem werkt in drie trappen. Elke cilinder heeft drie nozzles met verschillende diameters. Per trap is het gat groter en spuit je meer in. Er zijn veel variabelen die je kunt verstellen. Dat maakt het afstellen soms erg lastig, vertellen de mannen. Vanuit de ervaringen van Veldhuizen kwam het team al snel tot een goede basisafstelling. “Vanaf toen was het trial-and-error”, zegt Van Kampen.
Een MSD 8 zorgde voor de ontsteking van het mengsel. Samen met relatief kleine bougies zorgde dit voor veel backfires. Anders gezegd: een spontane ontbranding in het inlaatkanaal.
De gloeistift bleef continu branden en stak het mengsel aan op ongewenste momenten. In Zwolle sloeg de trekker zelfs uit. Er kwamen geen goede vonken en twee cilinders deden niks. Ook de hoeveelheid brandstof is hierop uiteraard van invloed. Een te rijk mengsel ontbrandt moeilijker.
Bougies, die bij veel V8-motoren worden gebruikt, kennen dit probleem niet. Maar het is een uitdaging om die erin te krijgen, leggen de techneuten uit.
Door de komst van het coronavirus kwamen de plannen voor de bouw van een componententrekker in een versnelling. De trekker zou een nieuw frame krijgen, een versnellingsbak en achteras. Vrijwel een complete nieuwbouw dus. Alleen de koppeling is overgezet.
Berrie Boer van tractorpullingteam Screamin’ Bobcat tekende het frame. De lengte van het frame ligt vast in het reglement. De mannen lieten het frame naar hun inzichten tekenen. Een laag zwaartepunt is de opzet. Het heeft een knik voor aan de neus. Daardoor zit het gewicht lager. Dit zorgt ervoor dat tijdens de run, als de neus omhoog komt, het gewicht meer effect geeft.
Na het verwijderen van een handvol bouten is de motor uit het frame te halen. Makkelijk sleutelen was de insteek, leggen de mannen uit. De neus is scharnierend gemaakt. Ook dit vergemakkelijkt de toegang tot de motor. Tanken doen ze in de neus. Zelf bedacht.
Tekst gaat verder onder de foto
Na het verwijderen van een handvol bouten is de motor uit het frame te pakken. Onderhoud en reparaties zijn daardoor snel uit te voeren. – Foto: Lex Salverda
“We rijden met een heel groot verzet”, legt Edward Beukeveld uit. “Willem zei: ‘dit kan niet’. Als-ie dat niet trekt, dan hebben we gewoon te weinig vermogen”, gaven de techneuten als reactie. De versnellingsbak heeft drie verzetten in de bak: prise direct, 4,5% hoger en 4,5% lager. De mannen hadden gelijk een beeld bij de wielsnelheid die de trekker moest gaan krijgen. Die kennis halen ze uit de Pro Stock-tijd. De motor moet zijn werk doen tussen 5.000 en 6.000 toeren. Een aantal teams rijdt met een veel hoger toerental.
De versnellingsbak liet het team maken bij JGGH. Hij is gebaseerd op een bak van Fuller en bestaat uit een aluminium huis met daarin tandwielen van Toolox. Dit is een bijzonder harde staalsoort die standaard al gehard is.
Hun Pro Stock-trekker kende veel problemen in de achteras. Een kroon- en pignonwiel zijn niet te vinden, vertellen de mannen. En als je ze toch vindt, dan zijn ze duur. “Een tandje harder betekent veel geld.”
De nieuwe trekker kreeg een as van Meritor. Deze is van het type 20.145 dat veel onder kleine vrachtwagens te vinden is. De planetairen zijn van Mercedes. Deze hebben een aluminium huis en zijn goed verkrijgbaar. De trekhaak lasten de mannen aan het huis van de achteras. En ga je lassen, dan trekt er ook vaak wat ongewenst krom. Door het materiaal op de juiste plaats weer warm te stoken en lasrupsen te leggen, kregen ze het huis weer recht. Teamlid Gerro Haan is hierin specialist, klinkt het trots.
Tekst gaat verder onder de foto
De achteras kreeg in een draaibank een bewerking. Na het laswerk ontstond vervorming. – Foto: Tractorpullingteam Snoopy
Het brandstofsysteem van Veldhuizen zit ook op de nieuwe componententrekker. De MSD 8 maakte plaats voor een Promag 44. Deze heeft een generator en wekt zelf stroom op. Naast deze generator komen ook de bougies uit een V8-motor. Samen dragen ze bij aan een krachtige vonk.
Een Fulltech-datalogger passen de mannen toe voor het registreren van data. Dit is een soort computer. Naast het registreren kan deze unit ook componenten aansturen. Het aansturen van het brandstofsysteem mag helaas nog niet, zo klinkt het.
De huidige drie opnamepunten op de krukas breiden de techneuten komende winter uit naar elf stuks. Aan de hand daarvan weet de computer waar de zuiger zich bevindt. Met die gegevens is het mogelijk om de vonk preciezer op het optimale moment te geven.
Tekst gaat verder onder de foto
Komende winter monteren de mannen de schijf op de krukas. Deze schijf zorgt dat de computer de stand van de zuiger weet. – Foto: Lex Salverda
De mannen van tractorpullingteam Snoopy zijn tevreden over afgelopen seizoen. De trekker heeft één wedstrijd gemist en eindigde op een tweede plaats in de competitie. Vermogen is er genoeg. Op een losse baan graaft de trekker zich nog te snel in. Het team zoekt een oplossing in de wielspin en de banden. De bandenspanning is hiervan onderdeel, maar ook de hoek van de nok.
“De motor is nog niet uit elkaar geweest”, klinkt het trots. Halverwege het seizoen is een cilinderbus vervangen. Alles zag er nog heel goed uit. Dit wisten de mannen in een avond te doen. Het is een groot voordeel van een componententrekker. Komende winter krijgt de carterpan een nieuw uiterlijk. Het zonnewiel in het planetair krijgt een hardingsbehandeling. Daarmee hebben de techneuten heel goede kaarten in handen voor komend seizoen.
Auteur: Marcel Klein Braskamp
Gerelateerde tags: Tractorpulling
