In opdracht van bandenfabrikant Alliance onderzocht het onafhankelijke Deense Seges Innovation het effect van VF-banden onder een drieasser mesttank. Conclusie: 2% meer mais per hectare, 4,4% minder slip en 50% minder insporing.
Wat zou het opleveren als je een mesttank en een trekker op meer flexibele VF-banden zet ten opzichte van standaard radiaalbanden? Die vraag legde bandenfabrikant Alliance voor aan het Deense testinstituut Seges Innovation. Daartoe werd de helft van een bouwlandperceel bemest met een trekker met mesttank op standaard banden. De andere helft werd bemest met de hele combinatie op VF-banden. Resultaat: 2% meer mais per hectare, 4,4% minder slip en 50% minder insporing.
Omdat de mesttank enkel de bodemgesteldheid beïnvloedt in de maisrijen waar de mesttankcombinatie heeft gereden, is in die rijen gemeten en vergeleken. Als je de opbrengsten dan vergelijkt, dan is het verschil in de rij 10,4% aan voederwaarde. Maar aangezien slechts twee van de twaalf rijen mais beïnvloed wordt door de banden, is het gemiddelde voordeel over een heel perceel 2%.
De voederwaarde is gebaseerd op een Deens voederwaardegetal, vergelijkbaar met VEM. Dat getal is gebaseerd op vele variabelen, waaronder voerhoeveelheid, droge stof, eiwit en zetmeel.
Tekst gaat verder onder de foto
Achter de Samson-mesttank hangt een 9 meter brede Horsch-bouwlandinjecteur. Bijzonder is dat deze combinatie geen bandendrukwisselsysteem aan boord heeft. – Foto: Bas van Hattem
De veldtest vond plaats in 2021 en werd uitgevoerd door Seges-Innovation, een onafhankelijk testinstituut, gevestigd in het Deense Arhus. Getest is een trekker met mesttank-combinatie. De trekker is een Fendt 939, de tank een 27 kuubs Samson-drieasser met Horsch-bouwlandinjecteur. In totaal dus tien wielen aan vijf assen.
De eerste veldtest (zonder VF-banden) is op een gangbare bandenspanning van 3.0 bar. Na de bandenwissel zijn alle VF-banden gezet op 1,0 bar, zowel onder de mesttank als onder de trekker. Volgens de bandenleverancier Alliance was de 1,0 bar toegestaan voor wegtransport. Bijzonder laag voor de hoge aslasten.
De aslasten onder een volle tank zijn 10.2, 12.2 en 14.6 ton. Op de achteras van de trekker rust een gewicht van 13.2 ton, op de vooras 4 ton. Elke band onder de drieasser was van de maat 800/60 R34. De trekker stond achter op 710/75 R42-banden en voor op 600/70 R34.
Tekst gaat verder onder de foto
Onderzoeker Henning Sjørslev Lyngvig merkte op dat in de rijsporen die gemaakt werden door de standaardbanden de bodem langer nat bleef na een regenbui. Bij de VF-banden (links en rechts van deze werkgang) is geen spoorvorming of natte grond zichtbaar.
Bijzonder is dat deze test is uitgevoerd op een combinatie zonder een bandendrukwisselsysteem. Als deze was toegepast, waren de verschillen nog groter qua slip, brandstofverbruik en gewasopbrengst, zo bevestigt onderzoeker Henning Sjørslev Lyngvig. In het veld had de bandenspanning dan verder omlaag gekund naar 0,8 bar en op de weg naar een (fors) hogere transportspanning.
Een tweede kanttekening is de hoge spanning van 3,0 bar als basis voor de standaard banden. Sjørslev Lyngvig bevestigt dat maar verklaart dat dit echt de praktijk is onder de Deense loonwerkers die liever een hoge spanning rijden om zo brandstof en slijtage te sparen op de weg.
Auteur: Bas van Hattum
