Hoe betrouwbaar is een vochtmeter?
Steek verschillende vochtmeters bij elkaar in een baal stro of hooi, en je schrikt van de verschillen. Soms zelfs tot ongeveer 10%. Zo blijkt uit een kleine praktijktest van Boerderij.
Het vochtpercentage in een baal stro bepaalt (een deel van) de kwaliteit. Daarvoor bestaan vochtmeters, zodat je snel kan bepalen hoeveel vocht er in een pak zit. Stel, je meet thuis een vochtpercentage van 10% en met dat uitgangspunt verkoop je de partij aan een boer aan de andere kant van het land. Daar steekt de koper zijn vochtmeter in het stro en meet geen 10, maar 16%. Daar had hij niet voor betaald en hij vraagt om coulance. Of je kan als verkopende partij de vracht stro weer op jouw kosten ophalen. Dan is de vraag: wie heeft er gelijk?
Voorgaande blijkt geen sprookje, maar dagelijkse praktijk. De oorzaak zit ’m puur in de apparatuur om vocht te meten. Drie vochtmeters, drie verschillende waarden in hetzelfde pak. We werden getipt door Laurens Jansen van het gelijknamige Loonbedrijf in Tiendeveen (Zie kader). Niet alleen zag Jansen verschillen tussen de verschillende merken, maar ook tussen prikkers van hetzelfde merk en model zaten verschillen.
Fors verschil
Bij Loonbedrijf Jansen werken ze met een digitale vocht- en warmtemeter van Farmex, een digitale vochtmeter van Wile en een analoge vochtmeter van het merk Delmhorst. Vervolgens hebben we een kleine test opgezet.
De test beginnen we met een pak stro uit Duitsland, met een laag vochtpercentage (tot 15%) zodat Jansen deze aanmerkt als A-kwaliteit pak. De Delmhorst-meter meet hierin ongeveer 8% vocht, de Wile 10% en de Farmex 14%. In dit geval zitten de meters naast elkaar in het pak, met een afstand tussen de vochtmeters van zo’n 20 centimeter. Steken we de meters na elkaar op dezelfde plek en op dezelfde diepte in het pak, dan liggen de waarden iets dichter bij elkaar, maar nog steeds verschillen ze zo’n 4%.
Verder blijkt uit deze kleine praktijktest: des te meer vocht in het pak, des te groter de verschillen tussen de waarden die de vochtmeters aangeven. Zo staken we de meters in een baal stro van mindere kwaliteit, geperst tussen de buien door. Hierin prikken we de drie prikkers op 5 cm2 en op gelijke diepte in het pak. Hier meet de Wile de laagste waarde met 18,8%, de Delmhorst 23 en de Farmex 28,3. Steken we de prikkers na elkaar op dezelfde diepte in hetzelfde pak, dan verschillen de waarden zo’n 7%. Ook in de andere pakken waar we de vochtmeters vergelijken verschillen de gemeten waarden. Bij A-kwaliteit pakken gemiddeld zo’n 5 procentpunten tussen de hoogste en laagste gemeten waarde.
Tekst gaat door onder foto
IJken van vochtmeters niet te doen
Het voorgaande is helder: de verschillen zijn te groot en kunnen tot de nodige ellende leiden in de handel. Op de vraag of de vochtmeters te ijken zijn, reageert bij navraag alleen vochtmeterfabrikant Agreto: “Je kan het proberen, maar het levert je niks op”. Het laten ijken van vochtmeters noemt het bedrijf geldverspilling, aangezien ook na het ijken enkele procentpunten waardeverschillen blijven bestaan. Het bedrijf geeft ook aan dat de vochtmeters enkel bedoeld zijn om snel in de praktijk te kijken of de balen goed zijn of niet; de meters zijn niet voor gebruik in een laboratorium. Ze hebben allemaal een foutmarge. Ook geeft Agreto aan dat (omgevings)temperatuur, luchtvochtigheid en de dichtheid van het pak invloed hebben op de gemeten waarden.
Afwijking mag
De vraag is, wat kun je er zelf aan doen, om de grote verschillen te voorkomen? Ten eerste, een vochtmeter kan enkele procentpunten foutmarge hebben. Hoe groot deze foutmarge is, verschilt per merk en per type. Vraag dus de foutmarge na bij de fabrikant van jouw model vochtmeter om een indicatie te krijgen hoe ver je van de werkelijke waarde af kan zitten. Verder geldt: hoe minder vocht, hoe minder groot de afwijking. Verder is het beter om een baal op meerdere plekken te meten. En heb je meerdere prikkers van hetzelfde type, kan het geen kwaad daarmee een dubbelcheck te doen. Wil je een meer betrouwbare meting, dan zal een laboratorium uitkomst kunnen bieden, maar dat zal in de praktijk nauwelijks gebeuren.