Hij is al 50 jaar ‘in business’ als sloper in North Dakota. Computers, daar doet hij weinig mee – Pete Engen heeft de meeste gegevens opgeslagen in zijn hoofd. Met zijn iPhone is hij erg handig. Het ding staat non-stop op speaker, een uitkomst voor iedereen die hem zoekt op het uitgestrekte slopersterrein.
Je komt nooit ‘toevallig’ langs de sloperij van Pete Engen. Dan moet je al in Anamoose wonen, en zelfs dan zul je nog van de hoofdweg af moeten buigen. Al 50 jaar is Pete nu in business als sloper van trekkers en landbouwwerktuigen. Het is bijna herfst, hij is aan het opruimen. Over enkele weken gaat hij met zijn vrouw naar warmere oorden in het zuiden van de VS.
Lees verder onder de foto
Van kniktrekkers uit midden jaren tachtig tot echte oldtimers, alles is bij Pete te vinden.
Pete Engen komt uit een Noorse familie die ooit in North Dakota neerstreek.
Engen heeft het verhaal al vele malen verteld: op het kleine familiebedrijf met melkkoeien en akkerbouw in Anamoose zat Pete in 1954 met een McCormick WD9 in zijn maag. Niemand wilde een stuiver geven voor een trekker met een defecte krukas. Op een gegeven moment bleek hem dat er wel interesse was voor losse onderdelen. Pete besloot de trekker te demonteren, en verkocht hem stukje bij beetje.
Het was een gat in de markt, door de jaren heen volgden meer trekkers. Pete kocht alles wat er in de buurt te koop was, en startte zijn eigen bedrijf in 1967. “Mensen in de buurt dachten dat ik gek was”, zegt Pete, “wat doet hij met al die troep?”
Lees verder onder de foto
Lange rijen met keurig (per trekkermodel) gegroepeerde en gelabelde onderdelen.
Het zijn vooral vaste klanten uit North Dakota en omliggende staten die Pete’s Tractor Salvage al jaren bezoeken om hun trekkers draaiende te houden. Natuurlijk verstuurt de sloper onderdelen door het hele land, en zelfs buiten de grenzen. Zelf is hij slechts eenmaal in het buitenland geweest. Geen lange reis, een korte trip over de grens in Canada. Dat was meer dan genoeg.
Lees verder onder de foto
De zuigers hangen aan de rekken boven de onderdelen van de betreffende trekker.
Pete is groot geworden door betrokkenheid met de kopers, vertelt akkerbouwer Roger Ketterling uit Mercer. Hij koopt al jaren onderdelen voor zijn John Deere-trekkers. Iedere keer als er iets nieuws binnenkomt, check ik dat. Eventueel koop ik het voor mijn eigen voorraad. De onderdelen van Pete hielden mijn John Deere’s lopend, zegt hij. “Altijd een goede prijs en correcte handel.”
Lees verder onder de foto
Pete Engen is de koning van de trekkersloperij. Hij gebruikt de shovel als transportmiddel op het terrein. De iPhone heeft hij altijd in de aanslag op de luidsprekerstand.
Een kudde schapen kijkt verschrikt op. Niet van de rupskraan die met een enorme schaar woest in de achterbrug van een Case knipt, maar van de fotograaf. De schapen zorgen ervoor dat het gras rond de trekkers lekker kort blijft. Sommige van die trekkers lijken al eeuwen op deze plek te staan, als ornamenten in een park. Bij andere is duidelijk regelmatig actie. Onderdelen zijn verwijderd, of iemand schreef notities op de motorkap. De trekkers blijven goed geconserveerd in het overwegend droge klimaat van North Dakota.
De oldtimers en jaren tachtig-kniktrekkers staan dicht bij de hoofdgebouwen. Case 1470, JD 7520, MF 1805 met een nieuwe CAT-motor … Verderop staan lange rijen combines, diverse spuitmachines van Spra Coup, en er ligt een berg banden. Tussen de landbouwtrekkers ook af en toe een oude farmtruck en personenauto’s uit de jaren zestig en zeventig – het terrein van Pete is een paradijs voor de verzamelaar.
Lees verder onder de foto
Alles is gelabeld. Verder heeft Pete een ijzeren geheugen – hij kan alles terugvinden.
Op het terrein staan vijf loodsen. In een daarvan houdt Pete kantoor: samen met vijf medewerkers doet hij zijn zaken. Af en toe loopt er iemand binnen met de vraag of een bepaald onderdeel voorradig is. Er wordt gebladerd in grote oude boeken. Op afstand lijken het telefoonboeken, maar het zijn onderdelenlijsten van fabrikanten. Goed gebruikte boeken zo te zien, de kaften ogen beduimeld en dragen vele gebruikssporen. Ze vormen samen met Pete’s ijzeren geheugen het brein van de onderneming. Ja, er zijn wel een paar computers hier in het kantoor, voor het uitdraaien van een factuur of zo. Maar zelfs die schrijven ze vaak met de hand uit. Vanuit zijn kantoor vertelt Pete dat combines een belangrijke inkomstenbron zijn. Natuurlijk in hoofdzaak vlak voor en tijdens de oogsttijd, als dingen stuk gaan. Ná 1 augustus koopt Pete geen combine’s meer in, dan staat het spul er de hele winter maar. Het voorjaar is beter, ook voor de prijs; dan denkt niemand aan combinen. Verder zijn banden een goede handel, er liggen er honderden op voorraad.
Lees verder onder de foto
Het uitgestrekte terrein in North Dakota is door het droge klimaat een prima plek voor de opslag van slooptrekkers.
In het onderdelenpakhuis is alles gegroepeerd per trekkermodel. Zuigers zijn netjes opgehangen, krukassen staan op de grond. Alles is voorzien van mooie papieren labels.
“O ja”, zegt Pete, “kijk daar: onderdelen voor de John Deere 8850 met V8-motor. Dat was nog eens een trekker, zeker zo groot als de Big Bud. Een gewilde trekker, ik heb geen complete meer staan.”
Buiten zet een zware rupskraan knarsend zijn klauwen in een combine. Pete vertelt: “Wat ik nu nog kan opruimen, gaat weg. Ik krijg 100 dollar per ton. En dan wordt het werk gedaan, dat kan toch niet mooier.”
Lees verder onder de foto
Ook voor een mooie oude farmtruck kun je bij Pete terecht.
Tekst en foto’s: Mark Pasveer
Een ingehuurde kraan vermaalt onbruikbare delen van trekkers en combines. De sloper ontvangt er 100 dollar per ton voor.
