Inbouwen van een 27 MC-zendbak

Een wachtende kipper een seintje geven dat de kipper naast de hakselaar bijna vol is, aangeven dat de chauffeur een aardappelbed verder opzij moet bij het inbreken of gewoon gezellig met elkaar de laatste roddels bespreken onder het werk. Communicatiemiddelen zijn er in de vorm van de mobiele telefoon, losse portofoons en het 27 MC-bakkie. Bij chauffeurs van sleepslangcombinaties is de losse portofoon of mobiele telefoon soms praktischer, zeker wanneer ze af en toe op de quad springen om koppelingen los te maken. Toch blijkt uit een rondgang langs enkele mechanisatiebedrijven dat veel nieuwe trekkers worden afgeleverd met het 27 MC-systeem.

Lees verder onder de foto

Om storing zoveel mogelijk te voorkomen, moet je de antenne ver van de werklamp, ruitenwisser en zwaailampen vandaan plaatsen. Toch een compromis sluiten? Dan is de zwaailampsteun de beste keus: de steun leent zich er goed voor om een antenne aan te monteren, én de zwaailamp heb je niet vaak aan. Het maakt niet uit waar je de antenne plaatst, maar de linkerkant heeft de voorkeur. De antenne zit dan in het midden van de weg en zo heb je het minste last van overhangende takken.

Uitdippen is essentieel

Inbouwen van het systeem vereist geen ervaring. Met de handleiding die bij het systeem is bijgesloten, kom je aardig uit de voeten. Eén ding is wel van belang om lang plezier te hebben van het apparaatje, namelijk het bepalen of de antenne de juiste lengte heeft. De verkeerde lengte zorgt ervoor dat te veel energie terug het apparaatje in gaat, waardoor de eindtrap van de zender oververhit raakt en kapotgaat. Zendt nóóit voor lange tijd zonder antenne, of met een antenne met verkeerde lengte. Als alles is gemonteerd en aangesloten, plaats je een staande golfmeter (SWR) tussen de antennekabel en het bakkie. Zo kun je meten of je de antenne moet inkorten, of dat het juist een langere moet zijn. Zo’n SWR-meter is voor een paar tientjes te koop bij de bekende online-elektronicazaken. In het ideale geval moet de naald van de meter op zowel kanaal 1 als kanaal 40 op ‘’1” staan. Vaak geeft de verpakking aan dat een waarde tot 1,2 tot 1,5 mogelijk is. Hoe dan ook moet je ervoor zorgen dat je onder het rode gebied van de meter blijft. Een tip: Geeft de SWR-meter op kanaal 40 de hoogste waarde aan, dan moet de antenne korter. Geeft-ie op kanaal 1 de hoogste waarde aan, dan moet er een langere antenne aan.

Lees verder onder de foto

Zorg ervoor dat je de bijgeleverde kabel niet inkort. De kabellengte is namelijk afgestemd op de juiste weerstand tussen de zender en de antenne. Beter is om de kabel met lange lussen in het dak te verwerken. De kabel mag niet met korte lussen opgerold zijn, omdat de kabel dan de warmte slecht kwijt kan. Om die reden is het ook beter om de kabel niet tegen een kabelboom aan te leggen, maar los te leggen in het dak.

Metalen ondergrond

Bij het plaatsen van de antenne is het belangrijk dat-ie in contact staat met een metalen ondergrond. Het metalen frame waar de antenne op staat functioneert dan namelijk als mede-antenne. De antenne op een kunststof kap plakken kost ontvangst, omdat kunststof geen signalen kan opvangen. Wil je dit toch doen, maak dan een aarde draad naar het cabineframe.

Lees verder onder de foto

De voeding van de zender kun je aftakken van bijvoorbeeld een 12 volt stekker in de buurt. Strip een stukje kabel, en soldeer de plus en min aan de juiste kabels. Vervolgens kun je een krimpkous of tape gebruiken om het soldeerwerk tegen oxideren te beschermen. Zo voorkom je ook dat de plus en min met elkaar in contact kunnen komen en kortsluiting kunnen veroorzaken. Liever de kabels ongemoeid laten? Dan kun je ook een sigarettenplug of varkenssnuit gebruiken.

Mooier nog is het om de antenne direct tegen het cabineframe te plaatsen. Zorg er te allen tijde voor dat het contact met de antenne koud op het ijzer zit, dat wil zeggen dat er géén verf tussen de verbinding mag zitten. De antenne moet namelijk goed kunnen aarden, zodat het metalen frame meehelpt als ontvangstmedium. Maak daarom alles wat tussen de antenne en het cabineframe zit kaal, óók bouten en moeren. Hoe groter het metalen oppervlak is, hoe beter de ontvangst.

Lees verder onder de foto

Het belangrijkste bij de installatie van de 27 MC is het uitdippen van de antenne. Deze apparaatjes kosten slechts een paar tientjes, maar zorgen ervoor dat de eindtrap van de zender niet verbrandt. Zendt niet te lang mij een te hoge waarde! Een te hoge waarde zorgt namelijk dat te veel energie terug de zender in gaat. Meet op kanaal 1 en kanaal 40 om te zien wat de waarde is. Op de verpakking staat vaak dat de waarde onder 1,5 moet blijven. In de praktijk volstaat uit het rode gebied blijven.

Nog steeds zeer populair

De 27 MC-band is al oud, maar nog steeds niet weg uit de gemiddelde cabine. Het zendapparaatje komt oorspronkelijk uit de Amerikaanse vrachtwagenwereld. Mechanisatiebedrijven geven aan dat het systeem nog vaak wordt opgebouwd. Veel nieuwe trekkers verlaten de mechanisatiebedrijven met een nieuwe of een overgezet  communicatiesysteem.

Lees verder onder de foto

Als de SWR-meter tijdens het uitdippen op kanaal 40 te hoog is, dan kort je de antenne in. Dit doe je door aan de onderkant een klein stukje in te korten. De antenne is moeilijk door te knippen met een kniptang, een slijptol is wel geschikt. Een tip: Geeft de SWR-meter op kanaal 40 de hoogste waarde aan, dan moet de antenne korter. Geeft-ie op kanaal 1 de hoogste waarde aan, dan moet er een langere antenne aan. Meet vervolgens opnieuw of de gewenste waarde is bereikt.

Met name loonwerkers, akkerbouwers en grotere veehouders maken graag gebruik van het systeem. De setjes van President Johnson, Midland en TTi zijn veelgenoemde merken. Prijzen variëren van € 250 tot € 450 voor een zender, inbouwsleuf en antenne. Voor montage moet je zo’n 1,5 tot 3 uur uittrekken. Bij de meeste trekkermerken past de 1 DIN (inbouwmaat zoals de radio’s) set zo in de daarvoor bestemde sleufgaten. Monteer je bij een Deutz-Fahr een 27 MC-bakkie, dan moet je even opletten of de ingang van de antennekabel aan de achterkant van het zendbakje niet gehinderd wordt door een metalen strip. Het makkelijkste is om dan een haakse adapter voor enkele euro’s te bestellen en te gebruiken. In sommige trekkers, en met name de oudere, is er geen gat voor het inbouwen van de zendbak. Dan kun je een beugeltje monteren, zodat het bakkie toch opgehangen kan worden.

De antennekabel heeft een binnendraad en een buitendraad. Vóór je hem in de stekker brengt, vouw je de buitendraad zoals op de foto naar achteren en strip je de bescherming van de binnendraad. Vervolgens steek je de binnendraad van de antenne door de stekker heen. Hier soldeer je het uiteinde vast aan de stekker. Aan de achterkant van de stekker zorg je met tape ervoor dat de stekker dicht is en de draden niet kunnen oxideren.