Geen explosie prijzen en levertijden
De corona-pandemie leidt tot bescheiden prijsverhogingen, melden importeurs en fabrikanten in de landbouwmechanisatie. Een duidelijker effect zien zij in de vorm van oplopende levertijden, al zijn die – uitzonderingen daargelaten – behapbaar.
Een rondje bellen in mechanisatieland levert een wisselend beeld op bij de vraag hoe het zit met de prijsstijgingen die de laatste tijd vaak in het nieuws zijn. De hogere schattingen houden het op tot 10 procent, de meesten houden het op enkele procenten tot 7 procent. Maar evengoed wordt ook gezegd: we merken er niet veel van.
Het soort bedrijf speelt mee. Grote ondernemingen die veel zelf maken en/of in grote aantallen inkopen, hebben meer grip op de inkoop dan kleinere die voor hun bescheiden bestellingen moeten ‘vechten’ met talloze concurrenten die op hetzelfde onderdeel jagen. Ook is het zo dat eenvoudigere machines, waarbij de materiaalprijzen een relatief groot deel van de productiekosten bepalen, meer last hebben van hogere prijzen dan ingewikkelde machines waar veel dure techniek of manuren in gaan zitten.
Weken tot maanden extra levertijd
Over langere levertijden zijn de geluiden eensgezinder: dat is zeker een trend. Met name de onderdelenvoorziening verschuift, van de gebruikelijke dagen/weken naar weken tot enkele maanden op het moment. Maar met twee of drie maanden is dat ook wel bekeken. Uitzonderingen daargelaten; wie bijvoorbeeld een BWP-as zonder zijn product wil monteren, moet rekenen op 14 maanden – al komen die lang niet alle 14 voor rekening van corona.
Een deel van de schaarste op de onderdelenmarkt ontstaat ook door het inkoopgedrag: om op zeker te spelen, bestelt menig bedrijf in plaats van de gebruikelijke 100 eenheden, er bijvoorbeeld 125. Omdat bijna iedereen zo zijn voorraad opkrikt, loopt de schaarstedruk op. Maar tenzij het een vervanging van een vrij uniek onderdeel betreft dat niet te krijgen is, ontstaan op dit punt geen al te grote problemen.
Lees verder onder de foto
Meningen verdeeld
Hoe lang de situatie nog gaat aanhouden, daarover verschillen de meningen. Sommigen horen van toeleveranciers dat het aantal nog-niet-helemaal-afgebouwde trekkers/machines die wachten op een onderdeel, alweer aan het teruglopen is. In het najaar zou de situatie weer goeddeels genormaliseerd kunnen zijn. Anderen schatten in dat prijzen en wachttijden nog verder oplopen de komende maanden.
Het verhaal achter de krapte in materialen en componenten is overigens dat in het begin van de coronacrisis de toeleveranciers hun productie sterk inkrompen, in de aanname dat hun afnemers de productie (en dus de bestellingen) op een laag pitje zouden zetten. Dat blijkt mee te vallen, dan wel is zich hard aan het herstellen. De toeleveranciers zijn daarop weer volop aan het produceren gegaan, waardoor de dip in de onderdelenvoorziening langzamerhand moet verdwijnen. Zeker als ook het wereldwijde transportsysteem weer harmonieuzer gaat draaien. Een aantekening daarbij: het economisch herstel lijkt, wat landbouwmechanisatie betreft, sneller te zijn gegaan in Azië en in de VS. Fabrikanten daar staan daardoor vaak verder naar voren in de wachtrij dan Europese machinebouwers.
Clausules
Leveranciers zeggen zich niet met aanvullende clausules in leveringscontracten extra in te dekken tegen overmacht. Deels omdat klanten in het algemeen veel begrip hebben voor de moeizame situatie, anderzijds stonden dergelijke clausules vóór corona vaak ook al in de kleine lettertjes. Mochten klanten in problemen komen door vertraagde afleveringen, dan is daar vaak een mouw aan te passen met leenmachines – tegen een redelijk tarief dan wel.
Gerelateerde tags: Prijzen