Vijf manieren om te harken met de bandhark

1. Zijafleg. Banden tegen elkaar, draaien in dezelfde richting en leggen het volledige gewas naar links of rechts af.

2. Midden- en zijafleg. Banden los van elkaar, draaien in dezelfde richting. Eén band legt het gewas in het midden af en de andere band aan de buitenzijde links of rechts.

3. Middenafleg. Het gewas met de banden uit elkaar in het midden afleggen boven op een centraal liggend zwad (bijvoorbeeld van de frontmaaier van een triple maaier).

4. Links en rechts. Het gewas met de banden uit elkaar naar links en rechts afleggen, waarbij het centrale zwad blijft liggen.

5. Keren van zwaden. Door het linker zwad in het midden af te leggen en het rechter zwad rechts opzij (en andersom).

Afleggen van het volledige gewas naar één zijde zal in de praktijk vaak voorkomen (zijafleg). Een voordeel daarvan is dat je het ruwvoer volledig opraapt en weer luchtig neerlegt. In tegenovergestelde richting kun je – bij een dunner gewas – ook een tweede zwad er nog direct naast leggen. Dat gaat extra handig als je met een stuurautomaat werkt.

Middenafleg zal, net als bij een rotorhark, ook vaak voorkomen. Zeker als je niet schudt en het gewas midden aflegt op een centraal liggend zwad. Als je het centrale zwad op deze manier onberoerd kunt laten, dan vangt dit de twee andere zwaden op en kun je brokkelverliezen verminderen. Het keren van zwaden, mogelijkheid 5, is vooral interessant om twee zwaden stro tegelijk te keren.