Zwitser bouwt eenmans-hakselperscombinatie
Philipp Meier hakselt gras, perst ronde balen en wikkelt deze in één werkgang met een bijzondere combinatie.
Mede-auteur: Ruedi Burkhalter
De zelfgebouwde machine bestaat uit een ROC-bandhark, Kongskilde-hakselaar, Welger-balenpers en Göweil-wikkelaar. Hiermee kan bedenker Philipp Meier uit het Zwitserse Willisau in één werkgang gras hakselen, persen en wikkelen. Meier testte eerst of het überhaupt mogelijk was om met een getrokken hakselaar het gras in een trechter te mikken, en of het gras dan door de trechter in de riemenpers belandde. “We waren totaal verrast dat dit zomaar werkte,” herinnert de uitvinder zich. Meier startte daarom met de ontwikkeling van een nieuw tandem-onderstel, samen met machinebouwer Walter Witzig. Die machine heet nu de TB-Master MV 1352 S.
Grasverlies terugvoeren
Naast het inbouwen van alle machines in één compact onderstel, bleek het ook een grote uitdaging om grasverliezen terug de invoer in te brengen. Want er valt relatief veel van het korte, gehakselde gras uit de baal, bij het lossen en wikkelen. Daarom is er een transportsysteem onderin de machine gebouwd, omdat verlies terug te voeren naar de invoer. Onder de wikkeltafel hangt een stalen plaat met borstels aan de wikkelarmen, en die vegen het gras op een ‘bodemketting’ onder de riemenpers. Het grasverlies wordt vanuit de bodemketting in een hoek van 90 graden via een vijzel omhoog gebracht, en weer via een vijzel van bovenaf in de invoer gelost.
Meier heeft de invoer aangemeld voor een patent: ook de lospijp van de hakselaar zwenkt steeds heen-en-weer en verdeelt zo het gras over de rotor om zo een goede baalvulling te krijgen.
Met een bandhark
In de eerste instantie (drie jaar terug) werkte Meier met een conventionele pick-up voor de hakselaar, die vanwege de framebreedte niet breder kon zijn dan 1,60 meter. Zo’n ‘smalle’ pick-up aan een getrokken hakselaar vraagt veel focus van de chauffeur om die goed over het zwad te sturen, en tevens bleek de capaciteit ervan gering. Zodoende kwam Meier op het idee om een bandhark zijdelings te monteren; een drie meter brede ROC. Bijkomend voordeel is dat de hakselaar ook 90 graden kon draaien en daardoor de hakseltrommel rechtstreeks kan worden aangedreven. Ook voor de dwars geplaatste hakselaar is een patent aangevraagd.
De zijdelingse invoer heeft meer voordelen: er is goed zicht op het werk, het biedt veel bewegingsvrijheid in hoeken, brede zwaden zijn geen probleem, en je kunt náást het zwad rijden. Zelfs zijdelings in een zwad rijden levert geen problemen op. De 90 cm brede band geeft het gras perfect door aan de 90 cm brede voorperswalsen.
De bandhark wordt overigens onafhankelijk hydraulisch aangedreven en kan dus worden gedoseerd. De hoofdaandrijving splitst namelijk in drie assen: de eerste levert 1.000 omw./min. naar de hakselaar, een tweede as draait 540 omw./min. naar de balenpers, en een derde stomp drijft een hydrauliekpomp aan voor de bandhark. De bodemketting, zwenkpijp en wikkelaar worden aangedreven door de trekkerhydrauliek.
Iets duurdere baal
Meier perst onder goede omstandigheden nu 25 tot 30 balen per uur. Die wegen dan 800 tot 900 kilo bij 110 cm diameter. Vanwege de variabele perskamer kan Meier verschillende groottes aan. Omdat dit het eerste seizoen is voor de perscombinatie, is het nog niet mogelijk een exacte prijs te noemen. Meier verwacht dat de balen 6 Zwitserse Franken (zo’n €5,59) duurder zal worden dan een conventionele, gesneden baal.
Gerelateerde tags: perswikkelcombinatie