Een voorbeeld van twee gebruikte machines. Als een occasion niet té oud is, kun je gebruikmaken van financial lease. Vaak gaat het om machines van maximaal vijftien tot twintig jaar oud aan het eind van de looptijd. Foto: Michel Velderman
Financiële lease is ongekend populair voor de aanschaf van nieuwe machines. Dat dit ook kan voor gebruikte machines is minder bekend. De voorwaarden zijn praktisch hetzelfde als voor een nieuwe. Net als de rentetarieven. Machines moeten wel in een redelijke staat verkeren en mogen niet té oud zijn.
Wie investeert in een nieuwe trekker, zelfrijder of werktuig, zal zich ongetwijfeld verdiepen in een financiële leaseconstructie. Ook voor een tweedehands machine kun je tegenwoordig bij de meeste leasemaatschappijen terecht voor een lease-oplossing.
Vaak gelden voor gebruikte machines praktisch dezelfde voorwaarden en rentetarieven als voor nieuw materieel. Leasemaatschappij Beequip is zelfs ontstaan vanuit het leasen van tweedehands materiaal, maar ook partijen als DLL en BNP Paribas Leasing Solutions zijn er helemaal op ingericht.
Vaker financial lease voor tweedehands machine
Ieder jaar neemt het aantal aanvragen voor een leaseoptie voor een tweedehands machine toe, stellen leasemaatschappijen. De stijgende tendens is volgens hen te verklaren uit de prijsstijgingen van zowel nieuwe als tweedehands trekkers. Ook dringt bij steeds meer ondernemers het besef door dat het mogelijk is om tweedehands machines te financieren. Met name tijdens en na de coronapandemie kreeg leasen een impuls. Machinefabrikanten konden de extreme marktvraag niet bijbenen en productielijnen waren ontregeld, met als gevolg: lange levertijden en forse prijsstijgingen. De vraagprijzen voor occasions volgden, wat impuls gaf aan de vraag naar financieringsmogelijkheden van tweedehands machines.
Daar komt nog een factor bij: de mogelijkheden worden steeds ruimer. Leasemaatschappijen kunnen steeds langere looptijden aanhouden voor gebruikte machines en ook steeds oudere machines financieren. “De kwaliteit van machines wordt steeds beter. We zien ook in de data dat machines langer meekunnen. Daarnaast draagt het bij aan een circulaire economie”, vertelt Rick Wolthuis, Business Development & Innovation managervan BNP Paribas Leasing Solutions.
Als je het hebt over het leasen van tweedehands machines, gaat het in verreweg de meeste gevallen over trekkers. Dat zit ‘m in het doorgaans forse investeringsbedrag in combinatie met het feit dat een trekker een brede afzetmarkt heeft. Verder gaat het vooral om machines als mestzelfrijders, maaidorsers, hakselaars, rooimachines en soms (mini)wielladers. Bijna altijd gaat het om een financiële lease; slechts zeer zelden om operationele lease.
Lees verder onder de foto’s en kader
Als het gaat om financiering van tweedehands materiaal, gaat het meestal om trekkers. Vaak zijn de mogelijkheden voor oogstmachines, (mest)zelfrijders en (mini)wielladers beperkter. Dat zijn meer specialistische machines met een beperktere afzetmarkt. Voor een leasemaatschappij is het belangrijk dat het object enigszins courant is. Foto: Mark Pasveer
Niet té oude machine
Voor de leasevoorwaarden, de looptijd en de rentetarieven maakt het weinig meer uit of een trekker nieuw is of tweedehands. Die machine is het onderpand in de lening. Het houdt in dat als je niet aan de betalingsverplichting kunt voldoen, je het onderpand (trekker of maaidorser) inlevert. Dat betekent ook dat de leasemaatschappij wil dat het onderpand enigszins courant is. Vaak zijn daarom richtlijnen opgesteld over hoe oud een trekker maximaal mag zijn.
Drie factoren spelen mee: leeftijd, de urenstand en de staat van de machine. Ter indicatie: bij Beequip mag een trekker aan het einde van de looptijd niet ouder zijn dan vijftien jaar. Stel dat je een tien jaar oude trekker aanschaft, dan mag de looptijd van de lease dus niet langer zijn dan vijf jaar. BNP Paribas Leasing Solutions hanteert achttien jaar aan het eind van de looptijd als standaard maximum. DLL hanteert een maximum van twintig jaar of 10.000 draaiuren aan het eind van de looptijd. “We zien dat trekkers steeds langer meegaan en dat de restwaarde ook steeds langer stabiel blijft”, legt Elfi Luters, accountmanager Vendor Finance van DLL uit.
Voor alle drie leasemaatschappijen geldt: maatwerk is mogelijk. Per situatie bekijkt de leasemaatschappij of ze een occasion nog financiert. Ook geldt voor alle drie dat voor de meer specialistische machines, denk aan oogstmachines of mestzelfrijders, de kaders beperkter zijn. Dat komt omdat de afzetmarkt voor deze machines kleiner is. Sommige machinefabrikanten hanteren een zogenoemd rebuild-programma, waarbij ze een machine compleet reviseren. Dan wordt zo’n (vaak zelfrijdende) machine als nieuw aangemerkt door leasemaatschappijen.
Voor de leasetarieven, de looptijd en de rentetarieven maakt het weinig meer uit of een trekker nieuw is of tweedehands. Volgens leasemaatschappijen zijn de mogelijkheden de laatste jaren steeds ruimer geworden, omdat de kwaliteit van moderne machines beter wordt – ze gaan simpelweg langer mee. Foto: Mark Pasveer
Vraagprijs marktconform
Het grootste verschil tussen het leasen van een nieuwe machine of een tweedehandse is dat meer gedetailleerd naar het object wordt gekeken. Veelal gaat dat op papier. Zo wordt gecontroleerd in hoeverre de vraagprijs marktconform is.
Verder is er soms een check van de onderhoudshistorie. Omdat de meeste aanvragen verlopen via mechanisatiebedrijven is een technische inspectie door de leasemaatschappij meestal niet nodig. Wel is vaak een specialist in dienst bij de leasemaatschappij die een machine kan bekijken en een oordeel kan vellen.
Geen actiekortingen
Een tweede verschil: je zult voor een tweedehands machine niet zomaar actietarieven zien met bijvoorbeeld 0,99% rente op de lening. Terwijl als je je oriënteert op een nieuwe trekker, je waarschijnlijk wél dat soort lage rentetarieven ziet. Vaak wordt die lage rente gebruikt als een verkoopargument. Deze rente komt tot stand door afspraken tussen fabrikant, dealer en een (aan de fabrikant gelieerde) leasemaatschappij. Dat soort actietarieven zie je niet bij tweedehands machines; hier wordt altijd een marktconforme rente gehanteerd.
In de regel geldt dat de ‘normale’ rentetarieven voor een nieuwe en een tweedehands trekker gelijk zijn. “Er zijn geen vaste tarieven. Dat blijft maatwerk”, vertelt Jasper Klein Legtenberg van Beequip. “Het hangt bijvoorbeeld af van het type klant en hoe goed we diegene kennen, en van het type machine en het gebruik ervan. We maken altijd een risicoprofiel. Een starter kan ook bij ons terecht, maar dan vragen we soms een hogere aanbetaling.”
