Deze monteurs kiezen zelf de inrichting van hun servicebus
De indeling en uitrusting van een servicebus is nogal persoonlijk. Mechanisatie Lochem heeft de inrichting van twee nieuw aangekochte servicebussen daarom volledig overgelaten aan de monteurs. Het resultaat is een prima werkplek.
Onderstaande Facebook-post van Paul Nijenhuis, eigenaar van Mechanisatie Lochem, vat het direct mooi samen. En er blijkt geen woord aan gelogen wanneer TREKKER op een vrijdagmiddag in de kantine aanschuift. De twee nieuwe servicebussen van het mechanisatiebedrijf staan keurig gewassen aan de weg geparkeerd.
Lees verder onder de Facebook-post
Beide servicebussen tegelijk vervangen
Het mechanisatiebedrijf had tot voor kort twee Volkswagen Crafter-servicebussen, waarvan er eentje aan vervanging toe was. Het L2H2-formaat beviel iedereen prima, dus de keuze voor het nieuwe basisvoertuig was niet moeilijk. Het merk ook niet. “We zijn Fendt-dealer, en in de 900- en 1000-serie liggen MAN-motoren. Een MAN-bus leek me daarom gewoon mooi. Ja, dat is puur emotie”, zegt Nijenhuis. “Natuurlijk klopte de prijs ook. Met in het achterhoofd dat de bpm-vrijstelling eind dit jaar gaat vervallen en dezelfde bus volgend jaar € 20.000 duurder wordt, heb ik begin dit jaar besloten om er nog een bij te kopen en zo beide servicebussen tegelijk te vervangen.”
Nijenhuis is nog niet klaar met z’n verhaal of enkele monteurs merken direct gevat op dat ze die € 20.000 meevaller zonder problemen hebben opgemaakt aan inrichting en extra gereedschap. Iedereen, Nijenhuis inclusief, kan er hartelijk om lachen tijdens de koffiepauze. Er hangt een lekkere werksfeer en dat was precies de insteek. Nijenhuis: “De jongens zijn er écht trots op en klanten vinden het ook mooi. We zijn er snel en lossen het op. En bij een beurt nemen we de afgelopen olie en filters weer mee. Zo kunnen we klanten ontzorgen.”
Lees verder onder de foto’s
Identieke servicebussen voor alle monteurs goed ingericht
Terug naar de kern. Want de monteurs kregen dus écht de vrije hand om de bussen zelf in te richten. Die zijn trouwens handgeschakeld en verder standaard, op een set versterkte bladveren op de achteras na. Om tot een juiste inrichting te komen, keek het volledige team naar de plussen van de beide bestaande bussen. “Die waren allebei anders ingericht. De ene had wel een slangenpers, de andere niet. Om maar wat te noemen. Een paar monteurs willen liever de ene mee hebben en de rest de andere. Dat is niet altijd handig. Daarom hebben we alle wensen van iedereen op één hoop gegooid. Met het doel om twee identiek dezelfde bussen in te richten die voor iedereen goed zijn”, legt monteur Bart uit.
Bart stak samen met collega-monteur Mark de meeste uren in de opbouw van de bussen, maar alle acht monteurs kunnen één van de bussen meenemen voor een klus op locatie. Eigen gereedschap meenemen is niet nodig, alles is in de bussen voorzien. Tegelijk bleven ze nét onder de 3.500 kilo.
“De werkbank vóórin vind iedereen fijn werken. Dan houd je de achterkant vrij. Met z’n allen hebben we vervolgens een logische indeling gemaakt voor de kastwanden”, zegt Bart. “Zodat alle Fendt-onderdelen bij elkaar liggen, de bouten en moeren, de koperen ringen, de hydrauliekkoppelingen”, vult Mark aan.
Veel lades in plaats van schappen
De monteurs kozen bewust voor veel lades in plaats van schappen, omdat dat netter en overzichtelijker oogt. Een groot deel van de onderdelen en sommige testgereedschappen zit bovendien in koffers, die makkelijk uit te trekken zijn om ze mee te nemen naar de betreffende machine op locatie. De monteurs namen goed de tijd voor het denkwerk door soms na de pauze bewust even de koppen bij mekaar te steken.
Würth in ‘s-Hertogenbosch bouwde vervolgens de inrichting erin, dus de kasten, lades en stellingen. Daarna deden de monteurs zelf de afbouw in de werkplaats. Denk daarbij aan de steunen voor het gereedschap en de gasflessen, extra verlichting, inbouw van de compressor en de aansluiting van het 2,1 kWu accupack met een extra 12 V bufferaccu, laders en omvormer. Het inruimen met onderdelen en toewijzen van locaties daarvoor was eveneens een klus. Alle schappen zijn gelabeld en hebben een eigen locatienummer. Zo is altijd via de laptop te traceren waar een bepaald onderdeel te vinden is. Beide servicebussen zijn identiek, ook qua onderdelen en zélfs qua speciale gereedschappen.
Accu vervangt aggregaat
Een lithium-accupack verzorgt de stroomvoorziening. Het 20 kilo wegende draagbare koffertje levert direct 230 V op het boordnet van de servicebus, voor de compressor, acculaders, alle contactdozen én op de haspel met verlengkabel. De accu vervangt het benzineaggregaat dat in de oude servicebussen nog veel plek innam.
Zo’n accupack, daar hadden de monteurs allemaal niet zo’n hoge pet van op. Maar toen de verkoper hier in de werkplaats liet zien dat ze tegelijk konden lassen én slijpen, met een grote slijper, waren ze snel overtuigd. “Je kunt met een 220 volt lasapparaat een halve dag continu lassen op de hoogste stand voordat hij leeg is. Het maakt geen lawaai, je hebt altijd meteen eigen stroom. Eerder was je toch vaak bij een klant aan het zoeken naar een stopcontact en met kabels aan het slepen. Lassen ging soms toch weer nét niet als je ergens achter in de stal stroom had gevonden. Nu zet je de schakelaar om en je hebt altijd eigen stroom.”
Ideaal, bedoelt collega-monteur Frank te zeggen. Sowieso heeft niemand meer een slecht woord over de accu, sinds die ook nuttig bleek om het koffiezetapparaat aan de gang te houden tijdens een recente stroomstoring. “Alleen het opladen, daar moeten we nog systematiek in bedenken. De accu laadt vanuit een 12 V bufferaccu wel wat op tijdens het rijden, maar gezien de korte afstanden is thuis bijladen wel nodig.”
Op maat gemaakte opvangbak voor afgelopen olie
De bak voor afgelopen olie moest links achterin komen. Eigenlijk de enige logische plek volgens de mannen. Deze 80 liter bak is op maat gemaakt uit rvs, en voorzien van een rooster met lekbak en antiklotsdeksel. Via een kogelkraan leeg je de tank in de werkplaats snel in de bulk. De voorraad accu’s en jerrycans met olie zou ook een plek op de vloer moeten krijgen, vanwege het gewicht. De gas- en zuurstofflessen staan rechts achterin, zodat ze via de achterdeuren goed bereikbaar zijn.
Veel gebruikt gereedschap ligt zo voor het grijpen
Omdat er geen aggregaat staat, is de ruimte onder de werkbank benut voor extra diepe lades. “Gereedschap dat je vaak gebruikt ligt hier voor het grijpen, zoals een multimeter, startkabels. Maar ook poetsdoeken. Die kun je uit de la pakken, zonder dat je de bus in moet.”
Ook het handgereedschap hangt nu bij de instap links, en is van buiten bereikbaar. Zowel rechts als achter zitten er, naast de slanghaspel, dikkere luchtaansluitingen voor de grote slagmoersleutel. Om vlot het vocht van de luchtketels te laten, is de aftapkraan met een leiding verlegd naar de schuifdeur. Een ander detail zijn de bindrails op de kastenwand en in het dak, geschikt om spanbanden in vast te klikken en zo een groter onderdeel vast te zetten. Ook is er op de kast ruimte voor een hydrauliekslang van 3 meter lengte.
Na aflevering hebben de monteurs wat lades en kofferposities verzet en verplaatst. Verder komt alles wat ze bedachten eigenlijk goed uit de verf. Ook klanten zijn positief, merken de monteurs. “Als je niet misgrijpt en iets meteen kunt maken, scheelt dat voor hen ook.”
Nu is het een kwestie van consequent blijven. “Alles wat we aanpassen, is keer twee nu. Als we een extra meetstekker structureel nodig hebben, dan bestellen we die in overleg drie keer, voor beide bussen én de werkplaats. Binnenkort nog een keer een flitsbalk met werklampen achterop en dan is het af.”
Auteur: Matthijs Verhagen
Lees meer werkplaats-artikelen op Trekkeronline
Gerelateerde tags: Servicebussen, werkplaats