Eite Breeuwsma verzamelt herinneringen met miniaturen
Eite Breeuwsma probeert de machines waar hij vroeger mee werkte zo nauwkeurig mogelijk in miniatuur na te bouwen. Met dank aan de 3D-printtechniek levert dat miniaturen op waar werkelijk niks aan ontbreekt.
Eite Breeuwsma in Schettens (Fr.) had jaren geleden al interesse in miniatuurvoertuigen. Het begon ooit met vrachtwagens, maar uiteindelijk vond hij zijn passie zo’n vijftien jaar geleden in de landbouwminiaturen. Vooral in het zelf bouwen en aanpassen van modellen naar de details van het echte exemplaar vindt hij zijn uitdaging. Voor Eite zijn dat de trekkers en werktuigen waarmee hij zelf vroeger werkte, of werktuigen waar hij mooie herinneringen aan heeft.
Zijn laatste creatie is een McHale Fusion 0-balenpers. De pers waarmee hij vanaf 2003 bij zijn toenmalige werkgever, loonbedrijf De Jong in Workum, werkte.
Trekker met pers
Met gepaste trots zet Eite zijn pers, met een John Deere 7810 ervoor, klaar voor de foto. Precies de combinatie waar hij destijds mee werkte. In 2003 kwamen de eerste drie McHale-persen naar Nederland. Een daarvan draaide bij De Jong in Workum, waar Eite destijds werkte. En met succes. De pick-up was niet het sterkste punt van de machine, weet Eite zich te herinneren, maar verder was het een monstermachine. De pers is uit het zicht verdwenen, de trekker rijdt nog steeds bij Van de Beek in Driezum.
De miniatuurtrekker is een model van het Belgische Mini Agri Passion (MAP). Een gedetailleerd resin exemplaar (van kunsthars), maar met toevoegingen als verlengde spiegels, een ketting aan de fronttrekhaak, een antenne op het dak en hydrauliekkoppelingen achterop.
De pers is gebaseerd op een bestaand model, de McHale Fusion 3 van USK. Degelijke metalen modellen en redelijk gedetailleerd. Een Fusion 3 ziet er heel anders uit dan een Fusion 0, maar het frame en het hart van de machine – de rollenpers en de wikkelaar – zijn voor een miniatuur vrijwel gelijk. “Je hoeft het wiel niet opnieuw uit te vinden als er al wordt gefietst”, vertelt Eite. Daarom gebruikte hij de USK-pers als basis om verder te gaan.
Lees verder onder de foto’s
Werken met 3D-printer
Een belangrijk verschil tussen een Fusion 0 en een Fusion 3 is het kappenwerk. Dat is daarom helemaal vervangen en voorzien van alle details. Daar komt de 3D-printer aan te pas. Zo’n printer heeft hij zelf niet. Maar inmiddels, met hulp van anderen, is het wel zover dat hij op de computer een aantal tekeningen kan voorbereiden. De treeplank van het bordes tekende hij bijvoorbeeld zelf op de computer.
Verschillende 3D-geprinte onderdelen komen van Agri Modelbouw. De stickers (waterslides, omdat die mooi dun zijn en daardoor op een miniatuur niet van echt te onderscheiden) komen van Henri Walker. Eite’s broer is autospuiter en zorgt voor de verf in de juiste kleur. Het kappenwerk, een touwkast die open kan, hydrauliekaansluitingen, de plaat op het bordes en diverse kleine kleurdetails zijn aangepast aan de werkelijke machine.
Het exemplaar op de foto is de tweede McHale-pers die Eite bouwde. Een eerder exemplaar is vrijwel gelijk, maar met wat minder details. Je kunt dus stellen dat hij zichzelf inmiddels heeft overtroffen.
Landbouwherinneringen verzamelen
Zoals gezegd, verzamelt Eite de trekkers en werktuigen waaraan hij herinneringen heeft. En dat zijn er heel wat. Hij begon zijn carrière als chauffeur in 1979 op een BM Volvo 350. Daarna op een 600, een 800 en een 810. Er volgden een paar Renaults en een John Deere 7810, en het eindigde met een Claas Axion 800. Nog lang niet alles is in miniatuur nagemaakt, maar de vitrines zijn al flink gevuld met een kleurrijke en vooral gedetailleerde verzameling. Bij ieder model hoort een verhaal.
Het werk bij de loonwerker zit erop. In geval van nood wil Eite nog wel eens een keer bijspringen. Maar het zijn nu toch vooral de herinneringen en de modelbouwhobby die zijn contact met de landbouw levendig houden.
Auteur: Martin Smits
Lees ook: Miniaturenbouwer Martin Limpens: ‘Een miniatuur moet wel écht werken’
Gerelateerde tags: miniaturen, Trekkers