Oldtimer | Ford 740 Hi-Crop: Amerikaan op hoge poten
Conrad Versteeg is al bijna zijn leven lang in de weer met oude trekkers. Ford heeft de voorkeur, daar zijn z’n opa en later zijn vader ook ooit mee begonnen.
Ben je een echte Ford-man?
“Eigenlijk wel ja. Opa begon als boer ooit met een Ford Dearborn. En mijn vader, die loonwerker werd, heeft ook altijd met Ford-trekkers gewerkt. Mijn eerste restauratieproject was ook een Dearborn. Ik zit samen met drie broers meer in het aannemerswerk, en dat gebeurt voor zover van toepassing ook nog steeds met blauwe trekkers. We vinden het alle vier even mooi, maar ik ben samen met Demi – een zoon van mijn broer André – toch wel de trekkerman van de familie. Demi is momenteel vooral de sleutelaar. Die heeft aan de Ford 740 ook het meeste werk gedaan.”
Is het een bijzondere trekker?
“Ford Dearborns hebben er in Nederland zat gelopen. Van de opvolger, de Red Tiger die in 1953 de opvolger was met onder andere een moderne motor, zijn er al wat minder verkocht. En de 740 is in Nederland en eigenlijk in heel Europa een onbekende trekker. Wij kochten de trekker tien jaar geleden in Amerika toen we op bezoek waren bij familie. Het is de Hi-Crop-uitvoering van de Ford 640, die op zijn beurt in 1954 weer de opvolger was van de Red Tiger.”
Heb je er veel werk aan gehad?
“De restauratie is nog vrij recent gedaan. Twee jaar geleden is de motor helemaal uit elkaar geweest en volledig gereviseerd. Nieuwe zuigers, lagers, kleppen, krukas geslepen. De stuurbekrachtiging gereviseerd. De achterbrug was goed, dus eigenlijk viel het nog wel mee. Onderdelen zijn in Amerika wel verkrijgbaar, maar ongemerkt loopt de rekening dan toch op.”
Is er veel verschil met een 640?
“De portaalassen achterop, waardoor de trekker meer bodemvrijheid heeft, is het grootste verschil. Dit is de uitvoering met smalle vooras. Ze waren er ook wel met een enkel wiel in het midden en met een brede vooras. De trekker was echt ontworpen als schoffeltrekker in de mais en de soja. Door de grotere spoorbreedte en portaalassen zijn de spatborden in detail ook echt anders.”
Heeft de trekker Amerikaanse trekjes?
“De trekkers van tegenwoordig zijn wereldwijd vrijwel identiek, maar dit was in zijn tijd – de trekker is van bouwjaar 1956 of 1957 – voor Europese begrippen al een heel luxe trekker. Wie had er toen op een 35 pk trekker van stuurbekrachting gehoord, en een luxe geveerde zitting? Wat je achteraf gezien misschien ook typisch Amerikaans kunt noemen, is dat deze trekkers er alleen met een benzinemotor waren. Eventueel lpg, maar geen diesel. Bij de opvolgers in de serie werd dat later wel leverbaar. Dat Ford in het begin jaren vijftig in Amerika nog geen diesels leverde, zal ook een reden zijn geweest dat deze trekkers bij ons al vrij snel van de markt verdwenen. Het Europese antwoord op dat probleem was de introductie van de Dexta in 1958.”
Zie je veel gelijkenis met Ferguson?
“Zoals bekend begon de ontwikkeling en productie van de grijze Fergusons in 1939 in Amerika bij Ford. Ford bouwde de trekkers, Ferguson verkocht ze; de fameuze gentleman’s agreement. Toen Henry Ford II met de productie van de Dearborn (8NAN) begon, liep dat spaak. In 1953 vierde Ford Motor Company zijn vijftigjarig bestaan en kwam de NAA (Red Tiger) op de markt als opvolger van de Dearborn, met gewijzigde hydrauliek vanwege patentrechten van Harry Ferguson. De vormgeving is wat aangepast en een soort medaille prijkte als logo op de neus. Er kwam ook vraag naar zwaardere trekkers. Dat realiseerde Ford met een opgeboorde motor van de Red Tiger. Maar in essentie waren alle Amerikaanse Fords tot omstreeks 1963 gebaseerd op het concept van de 9N uit 1939.”
Auteur: Martin Smits
Lees alle artikelen over oldtimers op Trekkeronline
Gerelateerde tags: oldtimers