Klassieker | Renault 155-54 Turbo: comfortabele Fransman
In 1981 introduceert Renault de TX-serie. Een trekker die opvalt door een totaal nieuwe en moderne vormgeving. In 1989 verschijnt de 155-54 Turbo op de markt. Herkenbaar aan de meer afgeronde neus.
Op de Sima in maart 1981 introduceert Renault de TX-serie. Het fel oranje heeft plaatsgemaakt voor een combinatie van okergeel met antraciet. Die kleurstelling wordt meteen in het hele Renault-programma doorgevoerd. Met de TX-serie gaat Renault over op een volledig nieuwe styling, en vooral de nieuwe cabine valt op. Voor zijn tijd zeer modern en vooruitstrevend vormgegeven.
De serie bestaat bij de introductie uit 4 types. Bijna allemaal met 4-wielaandrijving; slechts één model, de 113-12TX, is leverbaar met 2-wielaandrijving. De typeaanduiding staat voor het motorvermogen. Althans, als je dat met 10 vermindert. De 12V/12A-bak heeft 12 versnellingen vooruit en door een omkeerkoppeling exact dezelfde versnellingen achteruit. 16V/16A is optie en later de standaard. Met een optionele ‘doubleur’ verdubbelt dat aantal, en een 150 meter per uur kruipgang is ook optie. Niet iedereen is gecharmeerd van de 16-bak, bij de 12V/12A-bak liggen de versnellingen in het bereik tussen ruwweg 5 en 10 kilometer per uur wat gunstiger. Vanaf 1994 is de 24V/8A Tractonic-bak met 3-traps powershift leverbaar.
Kantelbare cabine
De cabine is modern en ruim. Het interieur, bijvoorbeeld het dashboard, verraadt dat Renault ook vrachtwagenfabrikant is. Voor zijn tijd allemaal heel modern vormgegeven. Misschien ook wel afgeleid van de vrachtwagenwereld is de kantelbare cabine. Met een draaipunt aan een frame aan de voorzijde van de motor, til je met maar weinig sleutelwerk de cabine in zijn geheel met de boven de motor gelegen brandstoftank omhoog. De motor, de transmissie en het leidingenwerk zijn dan goed toegankelijk.
Het stuur in de cabine is zowel in hoogte als in hoek verstelbaar. De chauffeur zit relatief hoog op de trekker, en heeft zo door de hoog opgetrokken ramen goed zicht rondom. Voor de bijrijder houdt Renault het op een zitplaats achterin, op het spatbord. Daar is ook ruimte genoeg voor de benen. De cabinebodem is vlak, met de versnellingspoken rechts. Het dak kan open, en naar keuze kun je dat voorover, achterover of helemaal rechtstandig zo’n 15 centimeter open zetten om te ventileren.
Cabinevering
In 1986 krijgt de typeaanduiding TX de toevoeging 16. Dat wijst op het type transmissie. Zo ontstaan de zescilinders 110-14TX16, 120-14TX16, 133-14TX16 en 145-14TX16. In 1987 introduceert Renault voor de zescilinders cabinevering. Voor deze optie gebruikt het de typeaanduiding TZ. In 1989 verschijnt de 155-54TX als vervanger van de 145-14TX. Deze is ook als TZ-model met geveerde cabine leverbaar, en onderscheidt zich in de serie door de meer afgeronde neus. De typeaanduiding staat opnieuw voor 155 minus 10 is 145 pk. Ditmaal staat de 5 op het eind voor het type transmissie, waardoor bij de zescilinders de toevoeging 16 vervalt. Bij deze trekkers is dat een transmissie van eigen fabricaat. In de vooras staat Renault ingegoten, maar hij is afkomstig van Carraro.
Ongekende luxe
De TZ-uitvoering staat als gezegd voor de zeer luxe geveerde cabine. TX is ook luxe, maar zonder cabinevering. En eenvoudiger uitgevoerd is er voor een aantal modellen vanaf 1984 ook de TS-cabine. Die heeft een soberder interieur en geen deur aan de rechterkant. Voor zuidelijke landen is er nog de TA-uitvoering met alleen een veiligheidsframe, en een TE zonder enige vorm van cabine of bescherming.
Vanaf 1991 zijn 2 modellen leverbaar met een goud-metallic kleur, als Nectra: de 120-54 en 155-54. Dat gaat om een superluxe TZ-uitvoering, voorzien van alle opties zoals airco, een met leer beklede stoel en het al langer als optie leverbare Acet: Aide à la Conduite Econonomique. Dat is een voorloper van de moderne boordcomputer die onder andere de afstelling van de hefrichting in het geheugen kan opslaan. De 155-45 is bij Renault een populaire trekker in voor zijn tijd een gangbare vermogensklasse. Directe concurrent van een International 1455 of een Deutz 13006. In het eerste jaar van de productie zijn er in totaal slechts 417 geproduceerd. Van 1991 tot het einde van de productie in 2000 rolden er 3.440 stuks uit de fabriek in Le Mans. Daarvan 1.203 als TX- en 1.880 als TZ-model.
Tekst: Martin Smits
Gerelateerde tags: Trekkers