Spuitdrones kunnen een grote impuls geven aan de besparing op bestrijdingsmiddelen in open teelten. Veel efficiënter dan een volvelds veldspuit dat kan, kunnen drones met spotspraytechnieken probleemonkruiden plaatsspecifiek bestrijden.
De spuitdrone verdient een plek in de gewasbescherming in de Nederlandse landbouw. Dat zegt Tamme van der Wal, innovatie-onderzoeker bij Wageningen University & Research. Hij sprak op 24 augustus tijdens de bijeenkomst NPPL On Tour, voorafgaand aan de Precisielandbouwdagen 2023 bij akkerbouwer Jacob van den Borne in Reusel (N-.Br.).
“Technisch kan het”, zegt Van der Wal, doelend op zojuist gegeven demonstraties met een kleinere (24,9 kilo) en een grotere (90 kilo) spuitdrone. “Op zich niks nieuws. In Azië in de natte rijstteelt op terrassen is de spuitdrone al enige jaren een alternatief voor de ruggenspuit. Probleem alleen is dat Europese en Nederlandse regels het niet toestaan. Van Europa mag je met een drone vliegen, je mag er alleen niks uitgooien. Dus ook niet spuiten. Al worden daar inmiddels ontheffingen voor gegeven. In Nederland komt daar specifiek bij dat vliegtuigspuiten met gewasbeschermingsmiddelen verboden is. Zaaien met een drone mag wel, maar geen chemie.”
Lees verder onder de foto
Arnoud Laurencin, ingenieur van het Belgische dronebedrijf Agriflight, demonstreert zijn drone met 40 litertank tijdens de Precisielandbouwdagen bij akkerbouwer Jacob van den Borne in Reusel (N-.Br.).
Van der Wal vervolgt: “Hoe wil je er tegenaan kijken? Bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) vinden ze een drone een vliegtuig. Dus mag je er niet mee spuiten. Ik zeg: je kunt een drone die met relatief lage snelheid 1,5 meter boven een gewas vliegt, niet vergelijken met het spuitvliegtuig van vroeger dat met hoge snelheid vanuit de hoogte op een perceel duikt. Daarover willen we graag met mensen van het ministerie van landbouw in overleg.”
Wat spotspraying met spuitdrones ook nog in de weg staat, is dat het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) bij de toelating van gewasbeschermingsmiddelen tot op heden uitgaat van volveldstoepassing. Spotspraytoepassingen moeten producenten als zodanig aanvragen.
Ter ondersteuning van het pleidooi bij LNV om dronespuiten toe te staan, start een project om onderzoek te doen naar de kansen voor gewasbescherming met drones in Nederland. Het project wordt uitgevoerd door Boerderij van de Toekomst (BvdT) van Wageningen UR in samenwerking met akkerbouwer Hendrik Luth en dronebedrijf ABdrone. De ‘sustainable use regulation’ moedigt spuitdrones aan als instrument binnen het precisielandbouwarsenaal voor het reduceren van gewasbeschermingsmiddelen en het verhogen van de werkzaamheid.
Belangrijk onderdeel van het project is drift. Van der Wal vindt dat drones qua drift net zo zou goed kunnen scoren dan moderne veldspuiten. Vast staat dat alleen nog niet. In het onderzoek dit jaar wordt middels verkennende driftmetingen gekeken naar de effecten van doppen en vliegparameters op de drift. Overigens hoeft iets meer drift dan bij een veldspuit niet meteen een party spoiler te zijn. Dan zou je een wat ruimere spuitvrije zone op het perceel kunnen aanhouden.
Lees verder onder de foto
Leks Bolderdijk, eigenaar van dronebedrijf ABdrone, maakt zijn spuitdrone klaar voor opstijgen.
Leks Bolderdijk, eigenaar van ABdrone, ziet een toekomstige situatie voor zich waarin een drone percelen fotografeert. Daarna worden op basis van die beelden taakkaarten met (pleksgewijze) probleemonkruiden gemaakt. “Met drie grote drones van elk 90 kilo (met elk een 40 litertank) en op basis van een taakkaart, is er voldoende capaciteit om een perceel goed te kunnen spuiten.”
Met dezelfde drone detecteren en direct spotsprayen is volgens Bolderdijk om verschillende redenen niet aan de orde. “De drone met camera vliegt vrij hoog om snel een perceel op te nemen. De spuitdrone vliegt standaard op 1,5 meter hoogte. Maar misschien kom je met een configuratie voor minimale drift wel op lager uit. Bovendien heb je tijd nodig om de beelden te ‘stitchen’ (samen te voegen) en er een algoritme voor onkruiden op los te laten. Dat vraagt veel rekenkracht van een computer en kost veel tijd. Dat gaat niet in de vlucht. Met de beelden van 1 hectare heb je al een bestand van 3 Gigabite. Ook telt dat de grotere zware spuitdrones beperktere tijd in de lucht kunnen blijven. Het zou ook uit dat oogpunt niet efficiënt zijn om voor onkruiddetectie op hun werkhoogte van 1,5 meter een heel perceel in banen af te vliegen.”
Bolderdijk ziet ook nog wel toepassingsmogelijkheden van spuitdrones in de bescherming van aardappelen tegen de phytophthora-schimmel. “Als het te nat is om met de veldspuit het land in te rijden, is een spuitdrone een uitkomst. Om dezelfde reden werd vroeger het vliegtuig besteld. Of bijvoorbeeld spuiten langs een bomenrij. Daar is het blad vaak langer nat en is de kans op schimmels een stuk groter.”
Echter, een kwestie als spot sprayen met spuitdrones is niet acuut. Volgend groeiseizoen is het zaak eerst steekhoudende argumenten te verzamelen om het ministerie van LNV te overtuigen van de voordelen van dronespuiten in de landbouw. LNV staat immers voor de opdracht om rond 2030 het middelengebruik te hebben gehalveerd.
Auteur: Leo Tholhuijsen
Lees ook: Spotspraytechniek bepalender dan merk veldspuit in gewasbescherming
Gerelateerde tags: Gewasbescherming, Precisielandbouw, Spuitdrones, Spuittechniek
