Grondverzetbedrijf Pinn Tiefbau verricht meeste transportwerk met tracs
In het Noord-Duitse Sörup, vlakbij de Deense grens, heeft Pinn Tiefbau een bijzonder machinepark. Dit grondverzetbedrijf doet vrijwel al het transportwerk met tracs.
De eerste trekker die eigenaar en oprichter Holger Pinn kocht bij de start van zijn bedrijf Pinn Tiefbau in 1999: een tweedehands MB Trac 1600-snelloper. Ideaal voor de dieplader waarmee hij zijn 5 tons rupskraantje vervoerde én voor de gronddumper.
De MB Trac 1600 is nog steeds op het bedrijf aanwezig en kreeg al snel gezelschap van nog drie MB Tracs, alle van het type 1600. Holger heeft nooit een MB Trac meer weggedaan, met uitzondering van het exemplaar dat werd aangereden door een betonmixer. De chauffeur van de trac bleef ongedeerd, maar er was naderhand weinig meer van zijn trekker over. Een andere gebruikt Pinn voor tractorpulling. Hieraan is zoveel aangepast, dat deze niet meer in het bedrijf meedraait. De overige twee doen nog dagelijks werk.
Tekst gaat verder onder de foto
Fastrac logische opvolger
De Doppstadt LTS Tracs konden Pinn nooit bekoren, die liepen maar 40 km/u. In de JCB Fastrac zag hij wel een waardige opvolger. In 2006 kwam de eerste 8250. Hiervan heeft Pinn er vier gehad.
Later maakte de Fastrac 8250 plaats voor 8310’s, die weer opgevolgd zijn door JCB Fastrac 8330’s. Daarvan telt het bedrijf er nu zes. Alle met een topsnelheid van ruim 70 km/u en met volledige toelating voor op de snelweg. Een ABS-remsysteem uit de vrachtwagenwereld is hiervoor standaard, inclusief luchtbediende schijfremmen rondom. Ook de hydraulische besturing is verplicht dubbel uitgevoerd. Vanwege de toelating als vrachtwagen is een groot rijbewijs vereist om de Fastracs te mogen rijden.
22 ton achter de Fastrac
De 8330’s brengen de meeste tijd door voor de Kröger Terraliner-kippers. Vol beladen hangt er 22 ton achter de Fastracs. De toelating geldt niet alleen voor de trekkers, maar ook voor de kippers die erachter hangen. Ook deze hebben een remsysteem met ABS en BPW-snelverkeerassen. Daarnaast is er ook nog een 4220 aanwezig zonder snelwegtoelating. “Die is voor junior”, zegt Holger, doelend op zijn zoon Jannik, die het groot rijbewijs nog moet halen. De 4220 is met zo’n 8 ton te licht voor de kippers, die zijn de kleinere Fastrac de baas.
Tekst gaat verder onder de foto
Holger roemt de Fastracs om meerdere redenen. Als eerste natuurlijk vanwege het ongeëvenaarde comfort met de cabine midden tussen de geveerde assen. Daarnaast is de 8,4 liter Agco Power-motor met een maximum vermogen van 348 pk beresterk. De continu variabele transmissie ML285 komt van Fendt. Eén van de 8330’s is opgedraaid naar ruim 400 pk aan de aftakas. Deze staat regelmatig voor een dikke Seppi-bosbouwfrees die van alles te verstouwen krijgt: stobben, asfalt, puin en onverharde wegen. Deze frees krijgt de 8,4 liter Sisu-motor wel klein.
Na circa 10.000 uur verlaten de Fastracs het bedrijf. “Ik heb ooit eens een 8310 met 10.000 uur een flinke opknapbeurt gegeven, zodat ie weer een tijdje mee kon. Kort daarna kwamen dure reparaties om de hoek. Die fout maak ik niet nog een keer: rond de 10.000 uur ruil ik ze in voor nieuwe”, zo vertelt Pinn.
Tekst gaat verder onder de foto
Fastrac boven vrachtwagen
De Fastracs verrichten bij Pinn Tiefbau voornamelijk transportwerk met een dumper. Ze komen veel op grote bouwplaatsen om bijvoorbeeld een nieuwe rioolzuiveringsinstallatie aan te leggen. Ook rijden ze regelmatig in een steengroeve.
Het bedrijf bezit ook drie vrachtwagens, maar de JCB’s hebben duidelijk de voorkeur. Pinn legt uit: “De belangrijkste reden om het grondverzet met trekkers te doen, is dat ik met deze combinaties overal op de bouwplaats kan komen. Ik lever de vracht altijd daar af waar die wezen moet. Zodoende hoef ik deze maar één keer op te pakken. Op de grote bouwplaatsen waar ik werk lukt dat niet met vrachtwagens. Dan moet ik de lading aan de straat opkippen en op de bouwplaats nog een keer overladen.”
Hoger brandstofverbruik
De trekkers verbruiken per dag 50 tot 70 liter diesel meer dan de vrachtwagens. “Maar dat verdient zich in ons werk terug doordat we de vracht niet meer over hoeven te laden”, zegt Pinn. Hij vervolgt: “Qua transporttijd doen de Fastracs bij het meeste werk niet onder voor de vrachtwagens. Uitsluitend als het over echt grote afstanden gaat, zet ik de vrachtwagens in. In de toekomst wordt de vloot met Fastracs eerder groter dan kleiner.”
Banden extra kostenpost
Naast het extra brandstofverbruik ten opzichte van een vrachtwagen, zijn ook de banden een flinke extra kostenpost. Het is zaak deze meerkosten goed in de gaten te houden. Holger Pinn heeft een duidelijke filosofie: “Die banden gaan bij ons 4.000 uur of 100.000 km mee. Hoe? Door er scherp op te letten. Vanwege het vele ‘autobahn’-werk slijten de banden scheef af, de wegen liggen immers op afschot.”
Zodra scheve slijtage zich aftekent, wisselt Pinn de banden naar de andere zijde. Zodoende krijgt de andere kant van de band kans om weer recht te slijten. Dat het profiel dan achterstevoren op de trekker ligt? Daarover maakt Pinn zich niet druk.
Nieuwe banden koopt hij altijd ruim van tevoren. Hij laat ze eerst een jaar in de schuur liggen. “Door het verouderingsproces wordt het rubber harder en slijtvaster. Dan gaan ze langer mee”, zo vertelt hij. ”Nieuw rubber is nog te zacht.” De trekkers staan op Trelleborg en Michelin, de kippers op Mitas. Alle banden hebben speed index D, toegelaten tot 65 kilometer per uur. Als test krijgt de 4220 binnenkort een setje Kommunal-banden. “Eens kijken hoe die zich houden.”
Tekst gaat verder onder de foto
Elke Fastrac een eigen chauffeur
Zoals Holger op zijn banden past, zo past hij op het hele machinepark. De twee ruime loodsen zijn keurig opgeruimd en alle machines staan er onberispelijk bij. Hij vertelt: “Als ik er zelf een rommeltje van maak, dan kan ik niet van mijn werknemers verwachten dat ze zuinig op het materieel zijn. Nu zorgen ze goed voor het materiaal, mede omdat elke Fastrac zijn eigen chauffeur heeft.”
Trots laat Holger een MB Trac zien die inmiddels 18.500 uur op de klok heeft. Het is de trekker waarmee hij het bedrijf opstartte. De trac wordt niet gespaard, maar is nog nooit los geweest. Elke herfst krijgt de 1600 dubbellucht achter en een dikke schuif voorop. Dan ronkt-ie twee weken op de maisbult bij een biogasinstallatie. Pinn is erg verguld met deze trekker en geeft hem binnenkort een cosmetische make-over. “Die nieuwe laklaag heeft deze trekker gewoon verdiend”, besluit de liefhebber. “Als Mercedes toch nog eens MB Tracs zou bouwen …”
Auteur: Ruben Fortuin
Gerelateerde tags: Grondverzet, Machinepark, MB Trac