Maaiarmen WHM Wesseler Titan doordachte nieuwkomer op de markt

Op afstand ziet de Wesseler-maaiarm eruit zoals je dat van een maaiarm mag verwachten. Toch is deze Duitse fabrikant – die pas in 2019 zijn eerste maaiarm produceerde – erin geslaagd zich op verschillende punten te onderscheiden van de concurrentie. Met deze Wesseler-maaiarm is al behoorlijk wat ervaring opgedaan. TREKKER zag hem bij groenaannemer Zandee in Kloetinge (Zld.) aan het werk. Die maaide er inmiddels zo’n 750 uur bermen mee, met een 2 meter brede klepelbak. En er zijn enkele exemplaren die al bijna 5.000 uur op de klok hebben gezet.

Zo zien de klepels er uit na 750 uur bermen maaien. Slijtage is er zeker, maar ze zijn nog lang niet versleten. De relatief dunne klepels blijven goed scherp en maaien ook na 750 uur nog uitstekend. – Foto: Peter Roek

Wesseler mag dan een nieuwe naam zijn in klepelmaaiers en maaiarmen, de technische man achter het ontwerp deed elders al jarenlang ervaring op in deze tak van sport. Dat is aan de arm af te zien: een complete en goed doordachte machine die degelijk is geconstrueerd.

Snel afkoppelen

Net als bij de concurrenten zit de maaiarm aan een frame dat volledig onder de trekker doorloopt. Achteraan wordt het draagframe met een hydraulisch bediende grendel star aan de achteras van de trekker gemonteerd. Het frame is achterop ook gekoppeld aan de hefarmen van de trekker. Dat heeft geen dragende functie, maar dient om het frame te heffen of te laten zakken bij aan- of afkoppelen. Of, zoals bij de trekker waar de arm bij Zandee aan is gemonteerd, om het frame te laten zakken in het geval ze het filter bij de achterbrug van de trekker willen vervangen.

Achter is het frame met een hydraulisch bediende pen aan de trekker gekoppeld. De hefarmen dienen alleen om te heffen/zakken bij het aan- en afkoppelen. – Foto: Peter Roek

Voor hangt het frame tijdens het werk aan de vooras van de trekker. Een kort aan de vooras aangetrokken spanband stabiliseert de vooras. Net als bij concurrenten die de vooras tijdens het werk afstempelen, rijdt de trekker dan massief op vier wielen om kantelen van het geheel te voorkomen. In transport, als de arm is uitgeschakeld, ontspant de aanspanning aan de vooras en kan de vooras van de trekker weer pendelen.

De complete maaiarm is in zijn geheel, met het onderframe, snel af te koppelen. Met de hefarmen achterop til je, zodat de montage aan de achterbrug hydraulisch kan ontgrendelen en je met de fronthef de voorzijde kunt ontlasten. Voor trekkers zonder fronthef levert Wesseler een steunpoot om de voorzijde te ontkoppelen. De trekker kan dan van het frame afrijden, of er bij montage weer oprijden.

Een verschil met concurrenten die een soortgelijke oplossing bieden, is dat bij Wesseler de draaikolom hydraulisch opzij kan schuiven. De trekker hoeft daardoor niet om de kolom heen te sturen, maar rijdt er recht overheen. Constructief wat duurder, maar wel handig in het gebruik.

Het onderframe hangt aan een kant met een strop aan de vooras. Voorin weliswaar met een pen aan het chassis gekoppeld, maar wel met geringe bewegingsvrijheid. – Foto: Peter Roek

Sterke arm

De arm zwenkt op een kolom die met behulp van twee cilinders via een ketting heen en weer draait. Dat geeft een bereik van maximaal 210 graden. De arm kan zo ook, over de motorkap heen, aan de andere kant maaien. Wat de gebruikers opvalt, vergeleken met de maaiarmen waar ze eerder mee werkten, is dat deze arm sterk is in het zwenken. Optioneel kun je in de giek nog een 20 graden-zwenkstuk laten monteren, om bijvoorbeeld om een boom of een paal heen te kunnen maaien. In Nederland is dat tot nog toe niet geleverd; de gebruikers redden zich goed met alleen zwenken op de draaikolom.

Belangrijk kenmerk: de ventielen zijn op de arm gebouwd, waardoor er geen dikke bos met slangen naar de trekker loopt. In dit geval is er een zuigarm als extra opgebouwd. – Foto: Peter Roek

Doordachte bediening

WHM Wesseler is sinds de oprichting specialist in hydraulische bedieningen. Het bedrijf produceert ook zelf hydraulische ventielen. De cilinders van de maaiarm worden, net als bij de meeste concurrenten, bediend met Danfoss PVG 32-proportionele ventielen. Wesseler monteert daar nog een kopplaat uit eigen productie aan. Per functie werkt die met twee elektromagneten, waar de standaard Danfoss één elektromagneet per functie heeft.

Een verschil met de concurrenten is dat Wesseler het ventielenblok op de arm monteert. Vanaf de trekker gaan er dus maar drie slangen naar de arm (in plaats van een hele bos slangen) voor de systemen waarvoor er stuurschuiven op de hydrauliekunit zitten.

Het ventiel voor de bodemdrukregeling is van eigen makelij. Naarmate de arm verder naar buiten beweegt, neemt de hydraulische druk automatisch toe. Daardoor blijft de bodemdruk op de klepelbak in alle posities gelijk. De obstakelbeveiliging op de draaikolom werkt op dezelfde manier: naarmate de arm verder uitwijkt, neemt de ingestelde druk verder toe. Zo blijft de kracht waarbij de arm als beveiliging uitwijkt gelijk, onafhankelijk van de stand van de arm.

Draait de klepelbak 180 graden, dan keert het afvoerbandje om en schuiven ook de optionele zwadvormers om. Bedienen en instellen van de hydraulische functies is even wennen voor een gebruiker die de machine nog niet kent. Met de joystick bedien je alle van de maximaal acht functies, zonder te hoeven schakelen tussen dubbele functies van een en dezelfde knop. De bediening is vrij programmeerbaar. Een tweehendelbediening is optie; om te maaikorven hebben sommige machinisten daarvoor een voorkeur.

Auteur: Martin Smits