Welke trekkers en aanhangers krijgen een kenteken? (Deel 2)
In de periode van 1 januari t/m 31 december 2021 moet iedere eigenaar van een bestaand landbouwvoertuig die gebruik wil maken van de openbare weg deze registreren bij het RDW. Hoe dat zit, hoe dat werkt en hoe dit proces in detail verloopt, legt de redactie van Trekker uit in vier afleveringen in de komende paar weken. Nu deel 2: Welke trekkers en aanhangers krijgen een kenteken?
In de eerste aflevering van ‘kentekens’ werden de wetten, regels en voertuigindelingen toegelicht. In deze tweede aflevering van het trekker kenteken meer informatie over:
– Wanneer moet ik een kentekenplaat op de trekker hebben
– Wanneer moet ik een kentekenplaat op de aanhanger hebben
– Wat doe ik met mijn grensverkeerkenteken (GV-plaat)
– Kentekens op bestaande voertuigen
– Kentekens op nieuwe voertuigen
Wanneer moet ik een kentekenplaat op de trekker (LBT) hebben?
Als je vanaf 2021 graag 40 km/u op de weg wil rijden is een kentekenplaat op de achterkant van de trekker verplicht. Natuurlijk moet de constructiesnelheid van de trekker het wel toestaan om 40 km/u te rijden. Als je de trekker alleen registreert en geen kentekenplaat voert, mag je 25 km/u rijden. Vanaf 2025 moet er op elke trekker die op de openbare weg rijdt op een kentekenplaat zitten, ongeacht hoe hard je rijdt. Trekkers die alleen op de weg komen om naar het mechanisatiebedrijf te gaan voor onderhoud of repartie is een handelaarskenteken genoeg. Dit kenteken wordt afgegeven aan mechanisatiebedrijven.
Wanneer moet ik een kentekenplaat op de aanhanger (LBTA) hebben?
Voor bestaande aanhangers (LBTA Landbouw- of bosbouwaanhangwagens) die niet sneller gaan of kunnen dan 25 km/u is er geen registratieplicht, zoals voor de bestaande trekkers en zelfrijdende werktuigen wel geldt. Maar wanneer je met deze machine toch de weg op gaat moet je een witte volgplaat op het voertuig monteren. Deze witte volgplaat hoeft niet overeen te komen met de trekker die ervoor staat. Wel moet de witte volgplaat overeenkomen met één van de geregistreerde trekkers van dezelfde eigenaar als de aanhangwagen. Op deze manier hoeft de witte kentekenplaat niet onnodig veel gewisseld te worden.
Als de constructiesnelheid van de een LBTA het toelaat om harder dan 25 km/u kun je deze registeren en voorzien van een kentekenplaat. Doorgaans hebben silagewagens, kiepers, opraapwagens en dergelijke een constructiesnelheid van 40 km/u of sneller. Met een geregistreerde aanhangwagen met eigen gele kentekenplaat mag je vanaf dat moment 40 km/u rijden.
Grensverkeerkenteken
Trekkers die rijden in het buitenland of in een grensgebied, hebben nu al een grensverkeerkenteken, ook wel een GV-plaat genoemd. Momenteel zijn er ongeveer 20.000 GV-kentekens in omloop.
Lees verder onder de foto
Een GV-kenteken hoort bij de aanvrager van het kenteken, bij auto’s en dergelijke hoort het kenteken bij het voertuig. Wanneer het voertuig een GV-kenteken heeft, zijn er bij de RDW al een aantal gegevens over de trekker bekend. Gegevens zoals de maximumconstructiesnelheid zijn nog ontbrekend en zijn voor de komende kentekenplicht wel noodzakelijk. Daarom moeten eigenaren van trekkers met een GV-kenteken de trekkers opnieuw te naam stellen bij de RDW. Hierbij kan ook nog gevraagd worden naar eventueel ontbrekende voertuiggegevens. Op deze manier wordt de GV-kentekenplaat gekoppeld aan de trekker en de huidige eigenaar. De gele kentekenplaat hoeft in principe niet vervangen te worden. Alleen wanneer blijkt dat een kenteken dubbel is afgegeven, krijgt degene op kosten van de RDW zowel een nieuwe kenteken bewijs als plaat. Het GV-kenteken zal met de invoering van de registratieplicht (2021) niet meer worden afgegeven en dus langzaam eruit gaan.
Bestaande voertuigen
Het uitgangspunt van de registratieplicht is dat alle voertuigen die momenteel op de weg rondrijden legaal op de weg rijden. Als je dus in de conversieperiode (hele jaar 2021) de trekker registreert, wordt de trekker niet gekeurd. Bij het registreren van de trekker is opgeven van het bouwjaar verplicht. Bijzonder hieraan is dat trekkers van voor 1 januari 1978 een donkerblauwe historische kentekenplaat kunnen krijgen. Als je na de conversieperiode de trekker registreert wordt de trekker wel gekeurd (zie voor meer informatie hierover Deel 1 van deze serie). Een trekker wordt gekeurd op basis van de wetten en regels van het betreffende bouwjaar. Een trekker van bouwjaar 1967 wordt gekeurd op de wetten en regels van 1967. Via het conversietraject worden alleen bestaande voertuigen geregistreerd.
Nieuwe voertuigen
Voordat een nieuwe machine in Nederland wordt toegelaten op de openbare weg, moet aangetoond worden dat het voertuig veilig is en dat het voldoet aan de geldende voorschriften. De bestaande manier van goedkeuring zoals het nu bij auto’s gebeurt, wordt ook gebruikt voor de LBT’s (Landbouw- en bosbouwtrekkers), LBTA’s (Landbouw- of bosbouwaanhangwagens) en de MM (Mobiele Machines) Voor de goedkeuring van trekkers en getrokken landbouwmaterieel hanteert de RDW de Europese voertuigeisen. Er zijn voor deze voertuigen individuele eisen voor de eerste toelating op de weg.
Voor de mobiele machines zijn er eisen opgesteld in samenwerking met de branche. Omdat er onder de MM categorie veel verschillende soorten machines vallen, wordt er bij deze machinecategorie gekeken naar onder andere aanwezigheid van een motorcertificaat, plaatsing van verlichting, een remproef en controle van de banden.
De volgende aflevering in deze serie gaat over de voertuigregistratie en de gegevens die je hierbij nodig hebt.
Gerelateerde tags: Kenteken, Trekkerkenteken