fbpx
Terug naar nieuwsoverzicht

Klassieker | Renault Atles 935 RZ is een comfortabele oranje reus

Unicom Oost in Lettele (Ov.), toen nog loonbedrijf Bloemenkamp genaamd, kocht deze Renault Altes 935 RZ die in 2001 op de RAI in Amsterdam stond. Klassieker Atles is te omschrijven als eenvoudig, comfortabel, lomp sterk en voor die tijd niet gek geprijsd. Foto’s: Mark Pasveer

Op de Sima in Parijs in 1999 presenteert Renault een prototype van wat anderhalf jaar later de Atles-serie wordt. Daarmee doen de Fransen ineens mee in de 200 pk+ klasse. Onder de imposante kap ligt een 7,2 liter Deutz-motor. Vanuit de comfortabele vierpuntsgeveerde Hydrostable-cabine kijk je er machtig overheen.

Het is rond de eeuwwisseling dat Renault mee wil doen in het grote segment: de 200 pk+ klasse. Op de Sima-beurs in Parijs in 1999 presenteert het een prototype van de Atles-serie. Ruim anderhalf jaar later komt de serie dan eindelijk op de markt.

Grootte en elegantie gaan zelden hand in hand, maar toch hebben de ontwerpers bij Renault hun best gedaan. De Atles is te omschrijven als eenvoudig, comfortabel, lomp sterk en niet gek geprijsd. De serie bestaat dan uit drie modellen: de 205 pk sterke 915 RZ, de 925 RZ (240 pk) en de 935 RZ met 260 pk. Met name door een beperkt prijsverschil is de 915 RZ het meest zeldzaam.

Lees verder onder de foto’s; bekijk meer foto’s onderaan dit artikel

Renault was onderdeel van Gima, dus de Atles heeft logischerwijs een Gima-achterbrug. Er zit een dubbele planetaire reductie in de astrompetten. De hefinrichting tilt 12 ton. De hydrauliekaansluitingen hebben drukontlastende hendeltjes.
Renault was onderdeel van Gima, dus de Atles heeft logischerwijs een Gima-achterbrug. Er zit een dubbele planetaire reductie in de astrompetten. De hefinrichting tilt 12 ton. De hydrauliekaansluitingen hebben drukontlastende hendeltjes.

Een Deutz-motor

In de Atles ligt geen MWM- of DPS-motor, waar Renault bekend om staat, maar een Deutz. Onder de imposante motorkap vind je een 7,2 liter watergekoelde 1013FC-motor met turbo en intercooler. De motor staat bekend om zijn rotsvaste karakter. De cilinders hebben elk een eigen brandstofpomp-element en een centrale elektronische regelaar. Opmerkelijk: de motorkap is hoog, maar de meeste ruimte (de bovenste 40 centimeter) wordt opgevuld door een groot luchtfilter, grote demper en de radiateur.

De zes cilinders van de 7,2 liter Deutz-motor hebben elk een eigen pompunit. Opmerkelijk: de imposante motorkap wordt vooral gevuld door luchtfilter, demper en radiateur. De motor zelf ligt relatief laag.
De zes cilinders van de 7,2 liter Deutz-motor hebben elk een eigen pompunit. Opmerkelijk: de imposante motorkap wordt vooral gevuld door luchtfilter, demper en radiateur. De motor zelf ligt relatief laag.

Niet alleen de motorkap is hoog – ook de cabine is dat. Dat komt doordat het een vierpuntsgeveerde Hydrostable-cabine is, zoals bekend van Renault. Het veercomfort is uitstekend, en dankzij de hoge zit kijk je redelijk over de imposante motorkap heen.

Typisch Renault: een vierpuntsgeveerde cabine. Renault noemt dat Hydrostable. Het rijcomfort is daarmee prima. Het compenseert het gemis van voorasvering. Temeer omdat 40 km/u de max is.
Typisch Renault: een vierpuntsgeveerde cabine. Renault noemt dat Hydrostable. Het rijcomfort is daarmee prima. Het compenseert het gemis van voorasvering. Temeer omdat 40 km/u de max is.

Funk-powershift

Renault kiest voor een Funk-full-powershift met achttien versnellingen vooruit en acht achteruit (optioneel met kruip en dan 36V/16A-versnellingen). Hierbij werkt Renault met een relatief hoog toerental in de powershiftbak, in combinatie met een dubbele planetaire eindreductie in de astrompetten. De Funk-bak laat zich soepel schakelen, maar niet per se vlot. Je hebt al gauw te maken met een trekkrachtonderbreking; iets wat je niet verwacht bij een full-powershiftbak.

Het is een makkelijke trekker om mee te werken, maar het wordt complex als je de startversnellingen wilt programmeren, of de zogenaamde ‘manoeuvreermodus’. Laatstgenoemde is een knopje op het handgas waarmee je naar een voorgeprogrammeerde kopakkerversnelling schakelt; erg handig, als je weet hoe je ‘m instelt. Nog een obstakel hier: alles is vergeten zodra je de motor uitzet. Een 50 km/u-uitvoering is er niet, en ook schakelautomatiek ontbreekt.

Links onder het stuur heb je een F/R-shuttle waarmee je een rijrichting kiest. Bijzonder: de tuimelschakelaar linksonder is een elektronische, automatische parkeerrem. Het stuur kun je kantelen voor een makkelijkere in- en uitstap.
Links onder het stuur heb je een F/R-shuttle waarmee je een rijrichting kiest. Bijzonder: de tuimelschakelaar linksonder is een elektronische, automatische parkeerrem. Het stuur kun je kantelen voor een makkelijkere in- en uitstap.

De pook lijkt op een traditionele versnellingspook, maar is dat niet. Je bedient er het handgas mee, en schakelen doe je met de elektronische knopjes. De pook zit op de zijconsole en veert helaas niet mee met de stoel. Bijzonder, zeker voor z’n tijd: linksonder bij het stuur heb je een tuimelschakelaar voor een elektronische parkeervergrendeling die automatisch ontgrendelt bij het wegrijden. Je hebt de mechanische handrem dus vrijwel nooit nodig.

Het lijkt een traditionele schakelpook, maar in feite is dit de handgashendel met daarop drie elektrische knoppen waarmee je de powershift bedient. Twee knoppen zijn voor op- en afschakelen, en de derde is om de kopakkerversnelling te (de)activeren.
Het lijkt een traditionele schakelpook, maar in feite is dit de handgashendel met daarop drie elektrische knoppen waarmee je de powershift bedient. Twee knoppen zijn voor op- en afschakelen, en de derde is om de kopakkerversnelling te (de)activeren.

Een opvolger

Twee jaar na de introductie, in 2002, komt Renault met een tweede generatie Atles. Die bestaat nu uit twee modellen, de 926 en 936. Het kleinste type uit de eerdere serie is geschrapt. Je herkent het model vooral aan de aangepast luchtuitlaat in het zijpaneel. Verder paste Renault de trekker op een aantal punten aan, en dan moet je denken aan de bediening en de geluidsisolatie in de cabine. Van de Atles 936 RZ zouden er naar verluid 86 zijn gebouwd en van de Atles 935 RZ zijn dat er 119.

Claas blies de Atles-serie nog even nieuw leven in. Want sinds 2003 zijn de trekkers verkocht in een groen-witte kleurstelling als Claas Atles. De trekker is verder praktisch niet gewijzigd. In 2005 introduceerde Claas nog de Atles 946 als nieuw topmodel met maximaal 282 pk. Maar grote verkoopaantallen bleven uit. Toen Claas in 2006 de Axion 800-serie introduceerde, was het gauw gedaan met de Atles.

Auteur: Bob Karsten

Lees ook: Op een klassieke Renault 421M kun je trekker leren rijden

Gerelateerde tags: , ,

Gerelateerde artikelen

Afbeelding artikel

‘Motor van Lindner HL17A Bauernfreund had flinke revisie nodig’

Trekkerliefhebbers John en zoon Dennis van der Zanden over hun oldtimer Lindner HL17A Bauernfreund: "Het is leuk om wat aparts te...
Afbeelding artikel

Akkerbouwer gebruikt iconische trekkers voor dagelijks werk

Renault is geliefd bij de Friese akkerbouwer Anton Sevenster. Een lange rij van maar liefst zes Franse trekkers laat geen ruimte...
Afbeelding artikel

Klassieke trekker Roadless Ploughmaster 65 ploegt voort

De Roadless Ploughmaster 65 is een relatief zeldzame trekker. In Nederland staan momenteel twee van deze klassiekers op kenteken.