Grotere banden onder een shovel, kan dat zomaar?
De midishovel is een manusje-van-alles op een boerenerf. Maar het land ingaan, dat is nog wel eens lastig met de standaard industriebanden eronder. Deze zijn smal en staan op een hoge druk. Perfect voor verharde ondergronden, maar de bodem op het perceel is er minder blij mee. Maar wat is daaraan te doen? TREKKER deed navraag bij verschillende bandenspecialisten.
Een midishovel weegt vaak tussen de 5 en 9 ton, heeft over het algemeen een dichte cabine en staat standaard op een industrieband. De banden onder zo’n shovel zijn, onafhankelijk van het merk, bijna altijd dezelfde. Voor de kleinere shovels die 5 tot 6 ton wegen, is dat de 405/70 R18- of R20-band.
De grotere shovels van rond 8 à 9 ton hebben standaard de 17,5 R25-band, die omgerekend ongeveer 445 millimeter breed is. Zulke banden zijn stug, staan op hoge druk en zijn daardoor ook een stabiele basis voor de shovel. Dit zijn voordelen op verharde ondergronden, maar in het land zorgen de relatief hoge druk en de smalle band toch voor best wat bodemdruk en insporing onder natte omstandigheden. Wat zijn de alternatieven voor deze standaardband, mocht de shovel wel veel in het land komen?
Lucht uitlaten is geen optie
Je eerste gevoel zal misschien zijn om gewoon wat lucht uit de banden te laten. Minder lucht betekent tenslotte een bredere band en minder bodemdruk. Echter, deze ‘oplossing’ raden de specialisten af. Industriebanden zijn bijna altijd diagonaalbanden. Deze banden zijn stugger en wangen minder makkelijk uit. Als de wangen wel bol komen te staan, bijvoorbeeld omdat er minder lucht in zit, scheuren ze in door de extra kracht die erop staat. Met andere woorden, op lage druk rijden is realistisch gezien geen optie. De enige aanpak die dan overblijft is het wisselen van de banden, en meestal ook de bijbehorende velgen.
Het komt wel eens voor dat landbouwbanden op industriële velgen worden geplaatst, maar niet vaak. Dat komt deels doordat de gangbare maten voor industriebanden niet altijd overeenkomen met de gebruikelijke maten van landbouwbanden. Maar bovenal geldt dat boeren vaak bredere banden willen.
Meten is weten
Uit de rondvraag kwam naar voren dat boeren vaak niet alleen een bredere band willen, maar ook een hogere band. In de meeste gevallen passen die grotere banden wel onder een shovel. Toch is het belangrijk om goed te meten voor de aanschaf. Het is tenslotte niet de bedoeling dat de banden ergens aanlopen. Daarbij is niet alleen de breedte van de band belangrijk – daarover zo meer – maar ook de hoogte en de stuurhoek bij knikladers. De voor- en achterbanden moeten elkaar niet raken tijdens het sturen.
Verder hebben veel shovels een pendelende achteras. Ook dit is een belangrijk aandachtspunt, vooral als de nieuwe banden hoger worden. Door de pendelende beweging kan het gebeuren dat de bovenkant van de band tegen het spatbord aankomt. Dit is makkelijk op te lossen door een paar blokjes op het shovelframe te monteren, die de pendelende beweging van de achteras beperken.
Lees verder onder de foto’s

Wat is ET-waarde?
De ET-waarde is een Duitse term die staat voor ‘Einpresstiefe’. In het Engels wordt dat ook wel de ‘offset’ genoemd. De ET-waarde is het verschil tussen het midden van de velg en het bevestigingspunt van de flens aan de velg. Als dat bevestigingspunt samenvalt met het midden van de velgbreedte ligt, is de ET 0 (nul). Als de ET-waarde +10 is, wat redelijk standaard is op de meeste shovels, dan staat de band 10 millimeter meer naar binnen ten opzichte van de zijkant van de shovel.
Met de ET-waarde kun je de positie van het wiel ten opzichte van de zijkant van de shovel aanpassen. Als een shovel niet buiten een bepaalde breedte mag vallen, bijvoorbeeld omdat hij smaller moet zijn dan de bak die erop zit, dan kan een aangepaste, hogere ET-waarde net die paar centimeter speling aan elke kant geven die nodig is om binnen de maximaal gewenste breedte te blijven.

Wat betekent loadindex?
De loadindex is een waarde die aangeeft hoeveel gewicht een band maximaal mag tillen bij een bepaalde bandenspanning en rijsnelheid. Deze index wordt opgegeven door de fabrikant en verschilt per type band. Over het algemeen mag een band minder gewicht hebben als deze op een lagere druk staat en/of als je er harder mee rijdt. Het is dus belangrijk om te bedenken waar je de shovel voor gaat gebruiken en hoeveel de machine gaat tillen. Vooral bij de voorbanden is het van belang dat deze genoeg gewicht kunnen hebben om de piekomenten tijdens het optillen van zware lasten op te vangen. De loadindex verschilt dus per band. De leverancier kan deze altijd meeleveren bij de banden.
Bij kleinere shovels is de keuze vaak om kieperbanden te monteren als alternatief voor de standaard industriële band in plaats van trekkerbanden. Het zijn allebei agrarische banden die op een lage bandenspanning kunnen rijden, maar kieperbanden hebben vaak een hogere loadindex dan vergelijkbare trekkerbanden. Dit komt voornamelijk doordat de meeste kieperbanden een sterker karkas hebben. Ze zijn hierdoor wel wat stugger, wat betekent dat de band wel minder uitwangt maar tegelijk stabieler is.
Blijft maatwerk
Uiteindelijk is het wisselen van industriebanden naar grotere landbouwbanden zeker mogelijk. Wel betekent het vrijwel altijd dat er nieuwe velgen bij moeten, mede omdat industriebanden een iets andere maatvoering hebben dan landbouwbanden. Ook moet de boer goed kijken naar wat zijn mogelijkheden en wensen zijn. Met andere woorden: voor elke band die niet standaard door de fabrikant geleverd wordt, is maatwerk nodig.
Auteur: Lucas van de Weijer
Lees ook: Getest: 21 minishovels, 15 merken
Gerelateerde tags: Banden, Bandenspanning, Shovels, Wielladers