fbpx
Terug naar nieuwsoverzicht

Nieuwe 9-tons wiellader Case 421G mooie tussenmaat

De laatste jaren was er bij Case een gapend gat tussen de 6-tons 321F en de 11-tons 521G. Met z’n 9 ton vormt de 421G-wiellader een welkome aanvulling in een segment dat zeker voor de landbouw belangrijk is. Foto's: Matthijs Verhagen

Case komt met een nieuw model wiellader op de markt, de langverwachte 421G. De nieuwkomer valt in een dunbezaaid segment en dicht het grote gat tussen de bestaande 321G en 521G. Met z’n 9 ton eigengewicht is het compacte tussenmodel bij uitstek interessant voor de agrarische markt. TREKKER rijdt met het eerste exemplaar in Nederland.

De nieuwe 421G is een langverwacht model bij Case en dat is niet zonder reden. Kijken we naar het bestaande leveringsprogramma dan was er de laatste jaren een gapend gat tussen de 6-tons 321F en de 11-tons 521G. Met z’n 9 ton vormt de 421G een welkome aanvulling in een segment dat zeker voor de landbouw belangrijk is.

Wellicht lijkt de stap naar een 521G op basis van gewicht klein. Echter, als kleinste model uit de grote serie is de 521G hoger en zwaarder gebouwd en uitgevoerd met powershiftbak en zware ZF-assen. Daar hangt een prijskaartje aan. Het maakt deze nieuwe 421G met hydrostaat niet alleen technisch, maar óók wat prijsstelling betreft een interessante aanvulling.

Machines in het 9-tons segment zijn sowieso niet heel breed gezaaid. Veel fabrikanten van compacte wielladers haken na hun 7-tons topmodel af. Weidemann bouwt wel een 11-tons machine, maar geen negentonner. Concurrenten met hydrostaat en Z-kinematiek zijn de Volvo L45H, Cat 914 en JCB 409. Tot slot biedt Claas de Torion 956 Sinus die zich onderscheidt met een meesturende achteras.

Case bouwt de wielladers zelf in Italië en gebruikt dus motoren uit eigen huis. De 3,6 liter viercilinder FPT-motor is overdwars ingebouwd.
Case bouwt de wielladers zelf in Italië en gebruikt dus motoren uit eigen huis. De 3,6 liter viercilinder FPT-motor is overdwars ingebouwd.

Zelfbouw in Italië

De kersverse Case 421G-wiellader kun je zien als het nieuwe topmodel binnen de compactrange bij Case. Het merk bouwt zijn wielladers daadwerkelijk zelf in een eigen fabriek in Italië. Ook zustermerk New Holland levert dit nieuwe model, in het geel als W100D.

Eenmaal binnen op de luchtgeveerde Grammer-stoel valt het zeer goede zicht en overzicht vanuit de cabine op. De 421G heeft dan ook een nieuwe cabine met veel glas, die we wellicht later op meer compactmodellen van Case gaan zien. De cabine is niet zozeer heel ruim of groot; de zichtlijnen daarentegen zijn super. Juist de keuze voor een wat smalle cabine maakt dat je goed zicht hebt op de voorwielen. Met name aan de rechterzijde verbeterde dat fors.

Waar Case op andere types een kunststofpaneel monteert, is dat op de nieuwkomer een volledig glazen deur tot op de cabinevloer. Dat geeft een veel ruimtelijker gevoel. Bovendien is met name tussen de sleufsilomuren of op de voergang direct zicht op je voorwielen een belangrijke verbetering. Die deur rechts kán open, maar is zoals gebruikelijk op een wiellader bedacht als nooduitgang. Wel is er een schuifraam rechts.

Om het zicht verder compleet te maken is gekozen voor een lager dashboard en bovenin een opmerkelijk brede binnenspiegel. Daarmee zie je in een snelle blik een soort panoramabeeld van de wereld achter je. Groothoekspiegels en uiteraard een achteruitrijcamera maken het af; dankzij het grote 11 inch display in de cabine is de beeldkwaliteit goed. Wat betreft ergonomie biedt de Case wat je van een moderne shovel mag verwachten. Dus een verstelbare joystick-console die meeveert met de stoel en een stuurkolom die uitgebreid verstelbaar is.

Lees verder onder de foto’s

In de cabine biedt de Case 421G de ergonomie zoals je die in een moderne machine mag verwachten, met meeverende joystickconsole, een uitgebreid verstelbare stuurkolom en een fraai kleurendisplay. De cabine is niet heel ruim maar kent goede zichtlijnen. Dat is met name naar rechts sterk verbeterd. Let ook op de mega binnenspiegel.
In de cabine biedt de Case 421G de ergonomie zoals je die in een moderne machine mag verwachten, met meeverende joystickconsole, een uitgebreid verstelbare stuurkolom en een fraai kleurendisplay. De cabine is niet heel ruim maar kent goede zichtlijnen. Dat is met name naar rechts sterk verbeterd. Let ook op de mega binnenspiegel.

Laadframe met Z-kinematiek

Kijken we naar de gehele bouwwijze, dan kiest Case voor een knikpunt waar de aandrijfas centraal en beschermd middendoor loopt. Het laadframe aan de voorzijde is altijd uitgevoerd met Z-kinematiek, wat resulteert in hoge opbreekkracht en snel uitkiepen. De parallelgeleiding en vasthoudendheid bovenin zijn wat minder, zoals altijd bij een Z-frame. De maximale bakpenhoogte zit op 3,7 meter. Rechtuit tilt de machine 6,5 ton, geknikt nog 5,5 ton. Ook bakafslag en hoogteafslag zijn present, evenals giekvering die actief wordt boven een instelbare snelheid. De snelwissel is volgens systeem Lundberg, identiek aan de Volvo-maatvoering.

Aan de achterzijde treffen we de viercilinder motor, overdwars achterin ingebouwd. De motorkap opent als een geheel en is ondersteund met een gasveer. Zowel links als rechts achter de cabine zijn er twee serviceluiken die aan de bovenzijde scharnieren. Linksvoor het luchtfilter, de hydrauliekolie en ruitenwisservloeistof.

Rechts zijn de accu en het massaslot te vinden. Ook de AdBlue- en brandstoftank hebben hier, iets lager, hun plek. Met name de kunststof brandstoftank oogt zonder verdere stalen bescherming wat kwetsbaar.

De aandrijfas loopt centraal door het knikpunt. Links de ietwat kwetsbaar ogende kunststof dieseltank, gecombineerd met de AdBlue-tank.
De aandrijfas loopt centraal door het knikpunt. Links de ietwat kwetsbaar ogende kunststof dieseltank, gecombineerd met de AdBlue-tank.

Eigen viercilinder achterin

De genoemde motor komt uit eigen huis, dus van FPT. Het 3,6 literblok levert maximaal 112 pk (83,8 kW) en zet dat direct op de hydrauliekpompen. Van die olieopbrengst is standaard 95 liter per minuut beschikbaar op de derde functie. Als optie zijn een vierde functie, lekleiding én een high-flowventielenblok te krijgen waarmee je 125 liter per minuut kunt gebruiken voor uitrustingsstukken. Voor gemiddeld landbouwgebruik is dit niet echt nodig. De hydrostaat zet z’n vermogen via een tussenbak met hoog-laagschakeling op de assen van Dana Spicer. Software schakelt deze tussenbak automatisch en ook rijdend tijdens het werk, hier heb je zelf geen omkijken naar.

De machine werkt zoals je mag verwachten met omkeerschakeling op de joystick, aanvullend is er een cruisecontrol. Hiermee kun je de snelheid instellen en in kleine stapjes opplussen of minderen met knoppen achter op de stick. Handig op de kuil met een verdeler, of aan de veegmachine. Wanneer je vooruit-achteruit schakelt, trekt de machine deze instellingen niet door. De verdere werkhydrauliek is geregeld via een elektronisch aangestuurd ventielenblok. Dit maakt het mogelijk dat je, met twee drukknoppen, de reactiesnelheid van zowel hef- als bakcilinder kunt instellen en zo de machine qua karakter naar je hand kunt zetten.

Auteur: Matthijs Verhagen

Lees ook: Getest: 21 minishovels, 15 merken

Gerelateerde tags: , , , ,

Gerelateerde artikelen

Afbeelding artikel

Turkse Fimaks presenteert nieuwe telescopische minishovel

Minishovel LT50 van de Turkse fabrikant Fimaks is standaard voorzien van een cabine met airco. De nieuwe LS-motor beschikt over 50...
Afbeelding artikel

New Holland werkt aan prototype hybride verreiker

New Holland werkt aan een hybride verreiker die een methaangasmotor combineert met een elektrische rijaandrijving.
Afbeelding artikel

Loonvoerbedrijf kiest voor JCB-wiellader met Peecon-voermengwagen

Johan Zwijnenburg kiest voor combi JCB-wiellader met Peecon-voermengwagen. Begin dit jaar begon hij met een eigen loonvoerbedrijf.