Pöttinger-opraapwagen Jumbo 5370 DB: een Torro met Jumbo-trekjes

Pöttinger zette de eerste opraapwagens van de nieuwe Jumbo 5000-serie aan het werk in Nederland. De serie volgt de Pöttinger Torro-opraapsnijwagen op. De grootste vernieuwingen vinden we voor aan de wagen: een eenvoudige perswand en een bredere pick-up. Een impressie.

Vanaf de buitenkant moet je goed kijken om het verschil te zien tussen de Jumbo 7000 en deze eenvoudigere Jumbo 5000. Dat zit ’m in de vergelijkbare opbouw.

Toch zijn er verschillen. De 5000 is vooral eenvoudiger en lichter gebouwd, meer bedoeld voor veehouders en loonwerkers die geen 300 pk plus-trekkers voor de wagens zetten. We nemen in het Overijsselse Raalte het op één na grootste model van de serie onder de loep: de Jumbo 5370 DB. Voor de wagen is een Case IH Puma 220 CVX ingespannen, die de kar goed aankan.

Bredere, mechanisch aangedreven pick-up

De Jumbo 5000-serie bestaat voor Nederland uit vijf modellen met laadvolumes variërend van 32 tot 45 kuub. De 32- en 37-kuubs varianten zijn uitgerust met doseerwalsen. Dat is bij de typeaanduiding te herkennen aan de toevoeging DB.

Onder de wagen vinden we een mechanisch aangedreven pick-up. De gestuurde tanden met een dikte van 6 mm worden dus niet hydraulisch aangedreven zoals bij de grotere broers, maar mechanisch vanaf de rotor. De mechanische aandrijving ontkoppelt automatisch als je de pick-up aan het einde van het oprapen optilt. Dit gaat met een klauwenkoppeling. Eigenlijk is dit vooral bedoeld voor het lossen op de kuil. De hoofdaandrijving, inclusief rotor, kan dan draaien zonder dat je per ongeluk gras opneemt van de kuil.

Standaard krijg je een pick-upbreedte van 1,90 m onder deze wagen, net als in de Torro. Een bredere pick-up is vooral gewenst voor het laden in bochten en bij bredere zwaden. Zo verdeelt het gras ook breder over de rotor, wat vermogen scheelt. Met tastwielen is de buitenbreedte 2,99 m.

Mechanisch aangedreven rotor

In de Jumbo 5000 ligt een 1.560 mm brede rotor met een diameter van 800 mm. Qua afmetingen gelijk aan de Torro, evenals de messenbalk met een snijlengte van minimaal 34 mm. Ook bij deze wagen kun je de messenbalk onder de wagen vandaan zwenken – zo hoef je niet op de knieën om de messen te wisselen. Het materiaal van de rotor is versterkt en slijtvaster gemaakt.

De grotere broers hebben een powerband-aandrijving en een ingebouwd planetair dat het toerental reduceert, met een maximaal vermogen van 500 pk. De Jumbo 5000 heeft dit niet, die werkt met een tandwielkast. De koppelbeveiliging slaat af bij 2.500 Nm, wat ongeveer gelijkstaat aan een maximaal vermogen van 360 pk. Dat is echter niet nodig om de slipkoppeling te laten ratelen: de Puma 220 kreeg dit ook al voor elkaar, op de kopakker bij het oprapen van een zwad met proppen.

In Nederland zien we vaker trekkers in de range van 170-250 pk voor de wagen staan, waar deze Jumbo 5000 prima mee te combineren is. Wil je meer capaciteit en heb je zwaardere trekkers staan, dan is het interessanter om naar een Jumbo 7000 te kijken.

Lees verder onder de foto

Eenvoudige beweegbare voorwand

Voor in de wagen vinden we ook een eenvoudigere perswand. Bij de 7000- en 8000-serie noemt Pöttinger het een intelligente drukwand, met meer sensoren en een zogenoemd persschot bovenop om meer tegendruk te geven tijdens het laden. Hier is de wand eenvoudiger gehouden. Het automatisch laadprogramma rekent met data van een meetpen in de rotor die de druk meet op het in te voeren gras, en met voelers boven in de perswand. De drukwand geeft 4,8 kuub extra ruimte aan de voorzijde van de wagen. Daardoor kan de kar, in vergelijking tot dezelfde inhoud van een Torro, een dikke meter korter blijven: ideaal op krappere erven.

Tijdens het oprapen heb je geen omkijken naar het laadproces. Op de bedieningskast krijg je een keurige weergave van het laadniveau van de bak. Een piepsignaaltje klinkt wanneer de perswand naar voren is geklapt en je het laatste gras kunt oprapen tot het gras over de voorwand heen komt. Dan is het een kwestie van het knopje van de pick-up optillen, ingedrukt houden, en de wagen gaat automatisch in transportstand door de knikdissel een stukje uit te duwen. Dan kun je gaan lossen. De opbouw is conisch en loopt dus naar voren taps toe, wat het lossen van de vracht eenvoudiger maakt.

Houten bodem en hoge wielen

Opvallend is dat in de wagen geen volledige stalen bodem ligt. Het eerste deel is staal, maar het vlakke deel is vervaardigd uit geïmpregneerd hout. De planken zijn in het onderstel geperst en vastgeschroefd, net als in de Torro en de oudere Jumbo-opraapwagens. Dit concept kent de fabrikant al langer en biedt meer flexibiliteit tijdens het torderen van de wagen wanneer je de kuil oprijdt. Bij de grotere Jumbo-wagens stapte Pöttinger over op stalen bodems vanwege het transport van houtsnippers dat sommige klanten er vaak mee doen.

Op de vloer ligt een centraal aangedreven dubbele ketting met een breeklast van 13 ton. Onder de wagen passen nu ook 30,5 inch hoge wielen met een hydraulisch geveerd onderstel. Dit onderstel is optioneel leverbaar naast de standaard paraboolvering. Een weeginrichting behoort tot de optielijst. Verder is de machine uit te rusten met elektrische sturing, waarbij je geen stuurstang meer nodig hebt. Dat kan handig zijn als je meerdere trekkers voor de wagen knoopt. De Pöttinger 5370 DB die wij aan het werk zagen, is leverbaar vanaf bruto €168.865.

Auteur: Jacco van Erkelens

Beleef machines. Kom naar Grasdag 2025! Meld je gratis aan!

Gerelateerde tags: Grasdag, Grasoogst, Oogsttechniek, Opraapwagens, Pöttinger