Deense boer sluit mechanisatiedeal voor 1.200 hectare extra
De Deense boer Kristian Boel Østergaard groeide in een klap van 1.300 naar 2.500 hectare, en bouwt de zeugenhouderij om naar een gesloten varkensbedrijf door uit te breiden in vleesvarkens. Een mechanisatiedeal met Danish Agro draagt bij aan een flexibel machinepark om al die extra hectares aan te kunnen.
Kristian Boel Østergaard kocht eind vorig jaar de grootste trekker die hij kon vinden op vakbeurs Agromek in het Deense Herning. Een Claas Xerion 12.650 met 653 pk die buiten tussen de hallen stond opgesteld. En het bleef niet bij de rupstrekker alleen.
Die transactie is onderdeel van een veel grotere deal om zijn bedrijf klaar te stomen voor de teelt van 2.500 hectare in 2025, wat bijna het dubbele is van het areaal dat Mariesminde Landbrug had voor de oogst van vorig jaar.
Lees verder onder de foto’s

Pakket van zestien machines
De jonge boer vertelt over de deal die hij sloot met Danish Agro, om via de lokale dealer een flexibeler machinepark te creëren dan hij gewoon was. De grote Xerion maakt deel uit van een pakket van maar liefst zestien machines, waaronder vijf Claas-trekkers en twee cultivatoren en drie zaaimachines van de Tsjechische machinebouwer Bednar, waaronder het topmodel Matador MO 6000.
“We zijn altijd wel een beetje gegroeid, nu is het in een keer heel erg snel gegaan. We maakten weleens een verkeerde mechanisatiedeal, maar met dit concept hebben we een partnerschap gecreëerd dat ik graag zie. Het gaat me niet om het najagen van de laatste cent, maar om bedrijfszekerheid en flexibiliteit. Het is echt spannend, en ik denk dat dit de manier zal zijn waarop het in de toekomst gaat werken”, zegt hij.

Nauwe samenwerking met Danish Agro
Voor de 37-jarige boer voelt het anders dan wanneer hij een specifieke trekker en maaidorser koopt, legt hij uit. “Ik weet niet of je kunt zeggen dat we ambassadeurs voor Danish Agro worden, maar het is een nauwe samenwerking waarbij we gemakkelijk een nieuwe machine kunnen krijgen of iets voor hen kunnen testen”, zegt hij.
Hij wijst erop dat wanneer je de bedrijfsomvang zo snel ontwikkelt en meer land koopt, het fijn is om flexibiliteit te hebben. “Bijvoorbeeld als we percelen anders gaan inrichten en ons realiseren dat de zaaimachine eigenlijk 2 meter breder moet zijn, kunnen we gewoon ruilen. Omgekeerd denk ik dat het ook goed is voor de machinedealer om in te kunnen schatten hoeveel service en ondersteuning hij moet behappen.”

Ontwikkelingssprong financieren
Sinds Østergaard Mariesminde in 2016 van zijn ouders overnam, is het in verschillende stappen vrij snel gegaan. De grootste groeispurt kwam echter toen hij boer en investeerder Søren Rasmussen als mede-eigenaar binnenhaalde om een aanzienlijke ontwikkelingssprong te financieren voor het bedrijf. Ook zijn broer Laust werkt mee en heeft een belang in de onderneming.
Mariesminde Landbrug telt nu 45 werknemers. Naast de bijna verdubbeling in akkerbouwareaal van 1.300 naar 2.500 hectare, groeit ook de varkensproductie. Om hun varkenstak van 2.400 zeugen gesloten te krijgen, zijn ze aan het uitbreiden naar 85.000 vleesvarkens per jaar.
De rappe groei heeft consequenties voor het machinepark. “We willen gewoon elk jaar 100 procent van de hectares benutten. Het zou met eenvoudigere mechanisatie kunnen, maar dan zouden de productierechten, waar we veel waarde aan hechten, in gevaar kunnen komen”, zegt hij. Om de perfecte mix te vinden van machines om zo veel mogelijk te kunnen verbouwen in één seizoen, heeft de ondernemer geprobeerd het machinepark een beetje te rationaliseren, maar met veel apparatuur toch te zorgen voor extra capaciteit.
Lopen door die uitbreiding de machinekosten per hectare dan niet op? “Het zal niet duurder zijn dan gemiddeld. Het is nu nog te vroeg om daar een exact cijfer op te plakken. We weten wat we in het verleden aan machines hebben uitgegeven; over een jaar of twee kan ik meer zeggen over de nieuwe situatie. We weten wat het meer of minder per uur kost, de financieringskosten liggen vast. Slijtage en onderhoud zal uit de praktijk moeten blijken. Het is wel een beetje een gok om een grote rupstrekker, die niet alles kan, binnen te halen. Het is helder dat die genoeg uren moet kunnen maken. Zo nee, dan wordt het te duur. We hebben minstens 1.000 uur nodig op onze trekkers”, zegt hij.

Overeenkomst voor vijf jaar
Hoewel Claas, en daarmee het dealernetwerk van Danish Agro, nu achter een zeer groot deel van het machinepark zit, zijn er uitzonderingen. Østergaard benadrukt dat er veel andere merken zijn die op hun gebied misschien beter zijn. “We hebben bijvoorbeeld met plezier met Kuhn gewerkt. We weten niet of Bednar beter is dan andere merken, maar we wilden zo veel mogelijk machines van dezelfde partner. Bednar heeft echter geen ploeg, en we hebben ook de spuit ergens anders vandaan. Een volgende keer kan het weer iets anders zijn.”
De prijs is natuurlijk belangrijk, maar niet het enige. Als er iets kapot gaat, is service echt belangrijk. Het gaat om het totaalpakket, en dan is het een beetje geven en nemen. “En we zijn er niet mee getrouwd. We kunnen morgen uit elkaar; dan kost het waarschijnlijk wel een kleine vergoeding. De overeenkomst is voor vijf jaar.”

Eerste eigen sleepvoetbemester
Op de meeste akkers in Denemarken is de bemesting met drijfmest het domein van loonwerkers. Maar als je varkenshouderij een omvang heeft bereikt van enkele duizenden zeugen en vele duizenden vleesvarkens, en je moet 100.000 kuub drijfmest per jaar uitrijden, dan wordt het financieel interessant om eigen mechanisatie te overwegen.
Het machinepark van Mariesminde Landbrug is in het seizoen 2025 dan ook uitgebreid met de eerste eigen mengmestverspreider, een Agrometer SDS 8000-sleepvoetbemester met een boom van 36 meter breed. Met zijn gewicht van minder dan 9 ton verlengt de zelfrijder het uitrijseizoen en geeft hij het bedrijf meer flexibiliteit om het veld in te kunnen. “We kunnen de mest uitrijden nu optimaliseren, we kunnen aan de slag wanneer het ons uitkomt. Het dichtstbijzijnde loonbedrijf heeft die flexibiliteit niet. Wel is het zo dat we wat de kosten betreft natuurlijk op hetzelfde niveau moeten zitten”, zegt Østergaard.

Toekomst is aan precisietechnieken
De ondernemer werkt al lang met precisielandbouw, er is geen gebrek aan ervaring met nauwkeurig toepassen van chemicaliën en meststoffen. De volgende stap komt eraan, en dat is dat hij met behulp van technologie de bodem door en door wil leren kennen aan de hand van solide gegevens. “We hebben lang nagedacht over de beste manier om onze grond te analyseren. Nu zijn we een samenwerking aangegaan met GPS Agro, een bedrijf dat bodemmonsters neemt van al onze grond. We beginnen dit jaar met 500 hectare, en dan hebben we een paar jaar nodig om het hele areaal te analyseren”, zegt hij.
De analyses geven Mariesminde nauwkeurige informatie over de bodemsamenstelling, zodat ze het werk daarop kunnen afstemmen. Dat is een voordeel als je veel verschillende mensen in dienst hebt die op veel verschillende percelen werken. “Ikzelf ken onze 1.000 hectare van voor de groei door en door. Maar ik kan niet van al mijn werknemers verwachten dat ze in elke hoek van de velden evenveel tijd doorbrengen”, legt Østergaard uit.
Hij zegt dat het potentieel enorm is: “Toen we een paar jaar geleden deelnamen aan het proefproject voor precisielandbouw van het Deense landbouwagentschap, begonnen we met het anders verdelen van onze meststoffen. En wat echt een groot verschil maakt, is wanneer we de planten daar telen waar ze echt moeten staan”, zegt hij.
Auteur: Christian Juel Jørgensen
Gerelateerde tags: Claas, Machinepark, Trekkers