Bijna dertig jaar lang borduurde John Deere met de 50-trekkerserie voort op min of meer hetzelfde concept. In die periode waren de introductie van een SG2-cabine en voorwielaandrijving belangrijke wijzigingen. De 114 pk 3650 was van 1987 tot 1994 de zwaarste van de serie.
Op de Zuidlaarder mechanisatiebeurs in 1987 was de 50-serie trekkers van John Deere voor het eerst voor het grote publiek te zien. Uiterlijk is er weinig verschil met zijn voorgangers uit de 40-serie. Maar volgens berichten van John Deere destijds bij de introductie zouden er voor de 50-serie in totaal 1.100 nieuwe onderdelen zijn gemaakt.
Motoren en transmissies werden op een aantal wezenlijke punten verbeterd, inclusief de mogelijkheid van een 40 km-transmissie. De koppelstijging was bij de nieuwe motoren hoger en ze waren voorzien van een Eco-ventilator die het toerental aanpast aan de temperatuur. Volgens de fabriek zou dat per uur 0,8 liter brandstof besparen.
De twee zwaarste zescilinders, de 3350 en 3650, werden standaard met een zwaardere hefinrichting uitgevoerd met 30% meer hefkracht. Bij de 2650, 2850 en 3050 was de zwaardere hefinrichting een optie. Door de jaren heen onderging de 50-serie kleine wijzigingen. Aanvankelijk was de uitlaat een rechte pijp omhoog, op enig moment kreeg die bovenaan een bochtje. Maar technisch gezien was de serie flink doorontwikkeld.
Deere introduceerde in 1967 in Mannheim de 20-serie. Die had net als zijn Amerikaanse voorgangers, ondanks de keuze voor een volledig nieuw concept, toch nog kenmerken van de Amerikaanse tweecilinders in zich: een relatief ver naar achter geplaatste zitplaats voor de chauffeur en een relatief kort tegen de transmissie gebouwde motor.
In 1960 nam Deere in de Verenigde Staten in één klap rigoureus afscheid van de tweecilinders. De ingenieurs die al enkele jaren aan de nieuwe generatie hadden gewerkt, baseerden hun ontwerp op een trekker die zijn trekkracht op de achterwielen moet overbrengen.
Het resultaat – zeker bij de types met SG2-cabine – is een trekker met een relatief lange neus. De krappe instap nemen de liefhebbers voor lief. Als je zit, dan zit je goed. Dan is het genieten met het geluid van de zescilinder en het zicht over de lange motorkap.
Zoals bij iedere serie geldt voor de 50-serie dat de kinderziekten zijn verdwenen. De verbeteringen, gerekend naar de stand van de techniek in de tijd, zijn doorgevoerd.
Lees verder onder de foto; bekijk meer foto’s onderaan dit artikel
In 1972 is in Waterloo de 30-serie geïntroduceerd. Die had een compleet nieuwe styling en werd leverbaar met een Sound-Gard-cabine waarmee John Deere zich jarenlang onderscheidde in de markt. De Amerikaanse 30-serie werd leverbaar met nieuwe transmissies en kreeg een Perma-Clutch-natteplatenkoppeling. Vanwege de vele veranderingen kreeg de serie de aanduiding Generatie II mee.
Met name de nieuwe cabine bleek later een voorteken voor de Europese trekkers. Tot 1975 hield de 30-serie uit Mannheim nog de vormgeving van de 20-serie. Al in 1975 leverde Mannheim 40-serie trekkers voor de Amerikaanse markt, in Europa werd die pas in 1979 geïntroduceerd. De Amerikanen introduceerden op datzelfde moment de 50-serie.
De nieuwe Europese 40-serie was voorbereid voor montage van de Sound-Gard-cabine en de hydraulische voorwielaandrijving werd vervangen door een mechanische. Aanvankelijk nog met een zij-aandrijving en vanaf 1983 met een middenaandrijving, plus een 12 graden casterhoek om de draaicirkel te verkleinen.
In 1981 opende John Deere een nieuwe fabriek in Bruchsal. Daar nam de trekkerfabrikant de SG2-cabine voor de Europese productie in gebruik.
Terug naar de 3650: in 1984 introduceerde John Deere de 3640 als derde zescilindermodel met een 5,9 liter motor. Die trekker was de voorbode van de 3650. Mechanische voorwielaandrijving was standaard, een fronthef en -aftakas waren opties.
De laatste in Mannheim gebouwde 3650 was de trekker met serienummer 775.621. Deze is in 1994 geleverd aan een dealer in het Britse Pembrokeshire. In 1994 verving de 6600 de 3650 en is de serie nog naar boven uitgebreid.
Auteur: Martin Smits
Bekijk en vergelijk John Deere-trekkers op Trekkeronline
Toch wel het meest kenmerkende van de John Deere’s van de 50-generatie: de SG2-cabine met de ronde voorruit, vlakke vloer en alle bediening op de zijkant.
Bij de 50-serie deed elektronica al voorzichtig zijn intrede. Analoge klokjes werden steeds meer vervangen door digitale.
De 3650 heeft standaard 30% meer hefkracht dan de voorganger 3640. Vanwege de grotere hefkracht is de constructie ook wat zwaarder.
Gerelateerde tags: John Deere, Klassiekers, oldtimers
Meldingen
Uw privacy is belangrijk
Het is uw recht om te bepalen welke gegevens een website mag opslaan en gebruiken. Met uw toestemming kunnen wij en onze partners gegevens opslaan op uw apparaat, zoals unieke identificatoren en browsegegevens, om persoonlijke gegevens te verzamelen en te verwerken.
Wij en onze partners verwerken de volgende gegevens: Opslaan en openen van informatie op een apparaat, gepersonaliseerde advertenties, reclame- en inhoudsmeting, publieksonderzoek en dienstenontwikkeling.
Door toestemming te geven, gaat u akkoord met het gebruik van cookies voor deze doeleinden. U kunt ook weigeren, maar sommige gepersonaliseerde functies kunnen dan niet beschikbaar zijn. Uw keuzes gelden alleen voor deze website, en u kunt uw toestemming op elk moment wijzigen of intrekken via het Privacybeleid of de knop Meer opties in de linkeronderhoek.
