Dewulf Certa 40 Integral all-in-one poot met modernste techniek
Vorig jaar draaide een nulserie en dit jaar is er een definitievere versie van de Dewulf Certa 40 Integral-pootmachine. Frezen, poten en aanaarden in één werkgang met een volledig in de hef gedragen constructie. TREKKER ziet dat de machine is voorzien van vrijwel alle denkbare moderne techniek.
In september 2023 introduceerde Dewulf op PotatoEurope de Certa 40 Integral, een all-in-one gedragen pootmachine. Dit jaar was die voor het eerst in grotere aantallen beschikbaar. TREKKER zag de machine in West-Brabant aan het werk op zware klei. Daar maakte de Certa 40 Integral mooi werk – goed verkruimelde, stevig opgebouwde ruggen.
De Isobus-machine in de achterhef laat zich voor het grootste deel afstellen via het touchscreen van de terminal: rijpadschakeling, druk op de aanaardkap, freesdiepte, maar ook het doseren van spuitvloeistof. Het constant houden van de freesdiepte (ook als de bunker leeg raakt) en steeds voldoende grond houden voor de aanaardkappen, gebeurt sensorgestuurd. Dat blijkt goed te werken. De trekker had in de fronthef nog een verkruimelaar met twee opgebouwde vloeistoftanks van 400 liter en een APV-strooier voor korrelproducten.
De Certa 40 Integral is voorbereid op het aansturen van een vloeistofsysteem. Het hydraulisch aangedreven pompje krijgt zijn olie via een aansluiting op de pootmachine. Voor de APV-strooier was nog een apart scherm in gebruik, al kun je dat volgens Dewulf ook als Isobus-versie in de terminal integreren.
Lees verder onder de foto’s en kader

Nieuwste techniek
Dewulf monteert onder de Certa zijn SC-frees met 65 centimeter freesrotor. De pootelementen zijn nieuw ontworpen. Die hebben ieder een hydraulische aandrijving en zijn zo ook individueel in en uit te schakelen. Per rij heeft hij een instelbare triller en snelontspanning van de bekerband. De voorzijde van de pootbuizen is met een parallellogram zonder gereedschap aan te passen aan de potermaat. Ze zijn wat breder dan de pootbuizen die Dewulf op zijn CP-types levert. De bewegende bunkerbodem heeft een verstelbare slag. Staat het pootelement stil, dan staat ook de bunkerbodem stil om opstuwen van pootgoed te voorkomen.
De achterplaat van de frees meet de hoeveelheid losse grond als maat voor de werkdiepte en stuurt de loopwielen aan om die constant te houden. Raakt de bunker leeg, dan heeft de frees de neiging omhoog te komen. Dat wordt automatisch gecompenseerd. De druk op de achterplaat is regelbaar om de verkruimeling te beïnvloeden. Een ultrasoonsensor meet de hoeveelheid grond in de aanaardkap voor een constante rugopbouw.
De geulentrekkers zijn als gekoppeld geheel gemonteerd en worden hydraulisch in hoogte versteld. Die positie is gekoppeld aan de hoogte van de aanaardkap. De hoeveelheid losse grond boven de kap is daarom altijd constant. Ook die waarde stel je in op het touchscreen. Je stelt eigenlijk geen pootdiepte in, maar hoeveel grond je boven de poter wilt hebben.

All-in-one pootmachine kent ook nadelen
De aardappelen vallen via een instelbare ketsplaat naar het midden van de geul. In detail is het geheel zo ontworpen dat de poters in de toestromende grond worden stilgelegd om rollen te voorkomen.
Dan komt het eerste nadeel van het all-in-one poten naar voren: vergeleken met uitsluitend toedekschijven is het lastig om de pootdiepte en het regelmatig afleggen te controleren. Even wat grond opzij schuiven is er met volledig opgebouwde ruggen niet bij.
Vanuit de cabine is er weinig of geen zicht op het werk. De inhoud van de bunker is door de roosters in de voorkant goed te zien, maar de optionele camera’s zijn zeer welkom om zicht te houden op wat er allemaal gebeurt.
De machine is zo compact mogelijk gebouwd, dat gaat ten koste van de toegankelijkheid. Aan- en afkoppelen is bij deze compacte machines, voorzien van extra’s als spuitsystemen en strooiers, wel een klusje. Staat de trekker in het voorjaar voor de machine, dan wil je die eigenlijk pas weer afkoppelen als het poten klaar is.
Zwaar in de hef
Voordeel van grond bewerken en poten achter de trekker; die kan dan op brede banden voor minimale bodemdruk – al zijn er ook telers die kiezen voor dubbellucht op rijenafstand. Voor een volledig gedragen machine als de Certa is een vrij zware trekker nodig, en die moet op flinke banden staan. Met de bak vol pootgoed tikt-ie al gauw rond de 7 ton aan. Daar is hefcapaciteit, maar ook balans van de trekker voor nodig. De trekkerbanden moeten goed bestand zijn tegen een gewicht van minstens 10 tot 12 ton op de achteras.
Tijdens het poten worden die getallen anders. Dan is er maar weinig gewichtsoverdracht van de pootcombinatie naar de trekker. Hoewel de praktijk leert dat er ook tijdens het poten voldoende gewicht op de vooras nodig is. In één werkgang aanaarden betekent ook dat er behoorlijk wat tractie nodig is.

Bunker rust op vier weegcellen
De Certa 40 Integral werkt goed en zonder kinderziekten, al zijn er nog puntjes op de spreekwoordelijke i te zetten. De bunker rust op vier weegcellen. Na een kleine 100 meter is er meestal genoeg gewichtsverlies om de software het gemiddelde knolgewicht te laten berekenen. Dan wordt automatisch zichtbaar voor hoeveel meter planten er nog in de bunker zit. Voor je een nieuwe werkgang begint, kun je dus aflezen of je het eind van het perceel nog haalt. Of je weet bij het vullen van de bunker vrij precies de benodigde hoeveelheid voor het aantal meters dat je nog wilt gaan poten.
Zo zou het moeten werken. Maar de software voor deze optie is nog niet klaar. Over software gesproken: de Certa 40 Integral is niet volledig afgestemd op wat oudere trekkersoftware. Onze tien jaar oude John Deere 7250 R kan de gps-gemeten rijsnelheid niet via de trekker doorgeven aan de pootmachine. Dat is opgelost door de snelheidsmeting vanuit de transmissie van de trekker te gebruiken. Niet rampzalig, maar wat meer plug-and-play is gewenst. Dewulf gaat dit nog oplossen.

All-in-one bekend concept
Combineren van poten en aanaarden is ondertussen bijna gemeengoed. All-in-one (frezen, poten en aanaarden in één werkgang) won de laatste jaren eveneens behoorlijk marktaandeel. Ook op de klei, waar het weleens betekent dat je een paar dagen langer moet wachten dan de teler die na het poten apart de ruggen freest. De grond moet immers bekwaam zijn. Vorig jaar was dat een uitdaging, dit jaar geen enkel probleem.
In een droog voorjaar, zoals de start van dit seizoen, komt ook het voordeel van all-in-one poten tot zijn recht. Er is maximaal behoud van het vocht in de grond. Ander voordeel waarom telers ervoor kiezen, is dat de poters altijd midden in de rug komen. En het is een systeem van één man, één machine. Als de trekker van het land rijdt is het werk klaar.

Nadeel op klei: dagcapaciteit daalt
Nadeel van gecombineerd frezen en poten op de klei: de dagcapaciteit van het poten gaat omlaag. Je kunt doorgaans sneller poten dan frezen. Net als bij de concurrenten levert Dewulf al jarenlang pootmachines met geïntegreerde aanaardkap, ook als getrokken combinatie waarbij de hele trein achter de trekker hangt.
Het concept van de Certa 40 Integral is vergelijkbaar met dat van Baselier en het Duitse All-in-one: een vaste, zo dicht mogelijk op de trekker gebouwde bunker, en pootbuizen aan de achterkant daarvan. Zelfde benadering, maar met wat grotere technische verschillen, zie je bij de Grimme GL420 Exacta.
Dewulf begon met een schone lei en bouwde de Certa 40 Integral volgens de huidige stand van de techniek. Baselier introduceerde vorig jaar de FA310-XL met Isobus-bediening en een 75 centimeter rotordiameter als topmodel in zijn programma.
Auteur: Martin Smits
Gerelateerde tags: Dewulf, pootmachines, Zaaien en Poten