Werken met een wiedeg: 12 tips
De wiedeg is een belangrijk instrument in de mechanische onkruidbestrijding. Maar alleen als je de wiedeg op de juiste manier gebruikt, levert dat succes op. TREKKER geeft 12 tips en adviezen.
Een voordeel van de wiedeg is zijn relatieve eenvoud. Je bewerkt de hele perceelsoppervlakte en de eg is in meerdere gewassen inzetbaar. Behalve voor onkruidbestrijding is een wiedeg ook prima geschikt als korstenbreker. Een wiedeg vraagt weinig onderhoud en is makkelijk af te stellen. Maar dat moet goed gebeuren en op het juiste moment.
Verschil traditionele wiedeg en precisiewiedeg
Het aantal aanbieders van wiedeggen neemt toe. Onderling zijn er veel verschillen in details, maar het principe van de werking is voor allemaal gelijk. Tussen een traditionele wiedeg en dat wat we een precisie-wiedeg noemen bestaan verschillen. Het grote verschil is dat bij de precisiewiedeg de druk op de tanden onafhankelijk van de stand van die tanden instelbaar is. Ook bij een conventionele eg kun je meer of minder druk geven. Dan verandert echter ook de stand van de (krul)tand, en daarmee de agressiviteit ervan.
Lees verder onder de foto’s

Pas gekiemd onkruid bedekken
Een wiedeg kan onkruid lostrekken, maar in de akkerbouw is dat meestal bijzaak. Zodra een onkruidje zich een beetje heeft ontwikkeld staat het immers meteen al stevig in de grond. Het grootste effect van een wiedeg is het bedekken van pas gekiemd onkruid. Dat betekent al zo vroeg mogelijk beginnen en de bewerking een aantal keren herhalen, vaak met tussenpozen van een paar dagen. Rijd niet te snel om zo een maximaal effect van bedekken te krijgen.
Met wiedeggen kun je doorgaan tot het cultuurgewas zo groot is dat de wiedeg schade aanricht. Je kunt ermee beginnen zodra het cultuurgewas groot genoeg is om te voorkomen dat te veel planten verloren gaan. Bij uien, een vrij taai gewas, kun je eggen tot de wiedeg pijpjes begint open te trekken.
Een snelle start van het gewas na het zaaien is een pre voor mechanische onkruidbestrijding. Dit kan een reden zijn om wat minder vroeg te zaaien. Anderzijds is een wiedeg ook al inzetbaar vóór opkomst. Om onkruid te bestrijden, maar ook als korstenbreker heeft de wiedeg zijn nut inmiddels bewezen.

Let op tandenstand en veerdruk
Een precisiewiedeg kent twee afstellingen: de stand van de tanden – meer of minder steil – en de veerdruk. Hoe steiler de stand, hoe agressiever de werking. Dat is de afstelling die je kiest om een korst te breken. Een derde punt, niet zozeer een afstelling maar wel belangrijk voor het resultaat, is de rijsnelheid. Te snel rijden geeft in een jong gewas schade en een ongelijke verdeling van grond. Kort na opkomst is een rijsnelheid van 2 kilometer per uur vaak al het maximale, in het voorjaar in wintertarwe is soms zelfs 8 kilometer per uur haalbaar.
Algemene uitgangspunten zijn wel te geven, maar het blijft een kwestie van goed kijken naar het resultaat, wat uitproberen en een beetje gevoel ontwikkelen voor het werken met een wiedeg.
- Start zo vroeg mogelijk met wiedeggen. Dat kan al snel na het zaaien, tot het cultuurgewas nog maar net begint te kiemen.
- Laat het cultuurgewas na het kiemen zich eerst voldoende ontwikkelen. Want hoe groter het verschil tussen cultuurplant en onkruid, hoe agressiever de wiedeg kan werken.
- Herhaal de bewerking regelmatig.
- Rijd steeds in dezelfde richting. Dat bevordert het onderdekken en ondergedekt houden van het onkruid. Tegengesteld rijden kan bedekt onkruid juist weer kansen geven.
- Zet de tanden slepend om klein onkruid te bedekken.
- Let op: op klei staan de tanden vaak wat stekender dan op zand. Naarmate een tand stekender staat, werkt die ook dieper.
- Denk eraan dat het cultuurgewas in de ochtend vaak steviger staat en dus makkelijker breekt dan in de middag wanneer het gewas wat slapper en taaier is.
- Combineer het wiedeggen niet met schoffelen. Dat is doorgaans geen aanrader, omdat de ideale rijsnelheid voor schoffelen vaak hoger ligt dan voor wiedeggen.
Zo breek je de korst
- Zet de tanden stekend voor een agressievere werking.
- Rijd niet te snel. Kies eerder voor meer druk op de tanden dan voor een hogere rijsnelheid.
- Let op: de periode dat korst breken goed werkt is vaak maar enkele uren per dag, vanwege een zekere vochtigheid van de grond die nodig is.
- Zorg voor voldoende capaciteit. Dat geldt voor onkruidbestrijding, maar nog meer voor de korst breken.
Verschillende constructies
Belangrijk voor een goed werkende wiedeg is een constante druk op de tanden, die weinig verandert als de tand omhoog of omlaag beweegt. Vaak traploos instelbaar van 100 gram tot 5, soms 6 kilo per tand. Iedere fabrikant heeft daarvoor zijn eigen constructie, meestal door het toepassen van trekveren. Een uitzondering is Lemken, dat per tand een hydraulisch cilindertje monteert.
Hatzenbichler werkt met pneumatische cilindertjes en kan die gebruiken voor sectiecontrole, maar ook om boven een gewasrij een lagere tanddruk in te stellen dan tussen de rijen. Bij enkele fabrikanten kun je individueel tanden omhoog zetten om een gewasrij te ontzien. Onvermijdelijk bij een wiedeg als tanden onderling grote hoogteverschillen ondervinden: gaat een tand omhoog, dan staat die vanzelf ook iets meer slepend.

Waar fabrikanten onderling enigszins in kunnen verschillen, is de dikte van de tanden en het aantal en/of de onderlinge afstand van de tanden. Zijn de tanden verdeeld over een groter aantal rijen, dan geeft dat meer ruimte in de machine. Ook de vrije ruimte onder het frame kan verschillen. Meer vrije ruimte kan een voordeel zijn in ruggenteelt. Meestal is de tand een ronde punt, maar veel fabrikanten leveren ook slijtvaste plaatjes. Die tanden werken ook wat agressiever dan een ronde tand.

Auteur: Martin Smits
Lees ook: Cultivator Treffler TGA 560 snijdt bijzonder vlak, vanaf 2 cm diep
Gerelateerde tags: Schoffelmachines, Schoffeltechniek, Wiedeggen