Oldtimer | Farmhand F600: bijzondere machine, bijzonder verhaal
Trekkerliefhebber Wim Lamberts in Emmen (Dr.) begon vijftien jaar geleden met reparaties om zijn Farmhand F600 weer in werkende staat te krijgen. In 1978 hakselde de F600 zijn laatste mais, in 2017 was het zover dat de hakselaar weer volledig functioneerde.
Wim Lamberts groeide als boerenzoon op met trekkers en machines. In zijn vrije tijd zat hij altijd tussen de trekkers en de machines van loonwerker Gerrit Jan Vrieling in het Drentse gehucht Vlieghuis. Toen het loonbedrijf stopte, nam Lamberts de Farmhand F600 onder zijn hoede.
“Zodra ik van school kwam, zat ik bij Gerrit Jan Vrieling tussen de trekkers en de machines van het loonbedrijf. Toen ik zestien werd, mocht ik natuurlijk wat meer, en reed ik ook wel eens op de hakselaar. Hoewel ik best een echte machineman ben, koos ik toch voor een ander beroep. Maar het contact met Vrieling bleef bestaan en geregeld hielp ik nog mee op het bedrijf. In de periode van 1973 tot 1978 heeft de F600 totaal zo’n 1.000 hectare gemaaid. Technisch was de machine toen vrij ver sleten, en economisch ook achterhaald. De ontwikkeling van maishakselaars ging in die tijd erg snel.
In 2006 is het loonbedrijf gestopt, maar de hakselaar bleef. Voor inruil was het in 1978 al een totaal incourante machine. Gerrit Jan vond het waarschijnlijk wel een mooi ding, en ik ook. Vijftien jaar geleden is besloten dat ik de machine ging opknappen en onder mijn hoede nemen.”
“Wat de motor betreft was het starten en lopen. De hakselaar stond al sinds 1978 stil in een hoek van de loods. De maisbek was al naar het oud ijzer verdwenen, en door de jaren heen waren er ook wel onderdelen afgesloopt. Daar heb ik zelf ook aan meegedaan. Hadden we een lamp nodig, dan draaiden we er een van de hakselaar. Zo ging dat.”
“Grootste punt was het ontbreken van de maisbek. Ooit zijn naar het schijnt maar vijf F600’s in Europa verkocht. Daarvan twee in Nederland, de andere drie elders en waarschijnlijk gesloopt. De tweede draaide bij Molendijk in Beltrum. In 1984 maakten de gebroeders Wisselink in Terborg (Gld.) daar een zelfrijdende frees-zaaimachine van. Het restant staat er nog. Daar heb ik nog onderdelen af gehaald. De machine is volledig nieuw in de verf gezet, want er was veel roest. Veel onderdelen ontbraken, er viel heel wat te reviseren.”
Lees verder onder de foto; bekijk meer foto’s onderaan dit artikel
“De maisbek is dat zeker. Een systeem met drie kettingen per rij. Afgeleid van een kolvenplukker uit de jaren zestig. Geen dubbele rij kettingen zoals de meeste kettingbekken, maar een zogenoemde inrijbek. Die trekt de mais niet echt erin; je moet heel precies de rijen volgen en eigenlijk exact zo snel rijden als de kettingen draaien. De invoer naar de hakselaar tussen twee transportkettingen door, een soort metalen matten, is ook uniek voor deze machine. Maar in Europa niks van te vinden. Door mijn interesse in de F600 kwam ik in contact met een grote vleesveehouder in Kansas. Die had ooit meerdere Farmhands aan het werk en had het restant aan onderdelen opgekocht. Daar tikte ik een maisbek en een graspick-up op de kop. Maar veel heb ik gewoon zelf op moeten lossen.”
“Wat het hakselen betreft kan de F600 zich nog steeds meten met de moderne machines. Een luxe stoel, hydrostatische aandrijving, zelfs airco in de cabine! Maar het is een radhakselaar, en dat concept bood geen perspectief voor het opschroeven van de capaciteit. Messen slijpen is een klus. Die moet je demonteren. Het invoersysteem is gevoelig voor wikkelen als het gewas niet schoon is. De gewichtsverdeling was met die kleine wielen voor ook niet ideaal op nat land. In zijn dagen was er prima mee te hakselen, maar de tijd heeft het concept ingehaald en Farmhand zag er geen heil in om rigoureus opnieuw naar de tekentafel te gaan. Zoals het trouwens de meeste tijdgenoten is vergaan.”
Auteur: Martin Smits
Lees ook: Welke hakselaar wordt jouw poster?
Gerelateerde tags: Hakselaars, oldtimers