Fabrikanten landbouwmachines in flinke dip
Fabrikanten van landbouwmachines zien de orderintake in 2024 flink teruglopen. Gemiddeld hebben ze 30% minder orders dan in 2023. Dat blijkt uit cijfers van Cema, de Europese belangenbehartiger van fabrikanten van landbouwmachines. De vice-president van Cema, de Nederlander Anthony van der Ley, verwacht een positieve kanteling op z’n vroegst na het eerste kwartaal van 2025.
Afgelopen jaren hebben Covid-19 en de oorlog tussen Rusland en Oekraïne onzekerheid in de markt gebracht. Deze werd versterkt door tegenvallende graanopbrengsten in Europa, waardoor boeren minder kooplustig werden. Bovendien hebben dealers nog steeds genoeg voorraad, verklaart Anthony van der Ley. Een voorraad die in 2024 blijvend werd aangevuld uit eerdere bestellingen van de tijd dat het allemaal goed ging.
Het gevolg is dat bestellingen bij de fabrikanten nu uitblijven. Binnen Europa lijkt Spanje de kleinste dip te hebben, de Oost-Europese landen hebben de grootste dip. Nederland zit in de middenmoot met 30% minder orders. Van der Ley verwacht dat dat het investeringsklimaat op zijn vroegst in of net na het tweede kwartaal van 2025 verbetert.
Grote voorraden
Op dit moment wordt er weinig geproduceerd bij de fabrikanten. Hier en daar ligt de fabricage nagenoeg stil. De laatste paar maanden van 2024 ligt de gemiddelde productie tot wel 70% lager dan vorig jaar. Dát gecombineerd met een verwachte verkoop de komende zes maanden 30 tot 50% lager uitvalt, betekent een flinke dip bij de fabrikanten. De CEMA Business-Climate-Index (CBI), een indicator (van -100 tot +100) van de huidige en de te verwachten markt, tikte in augustus de -57 punten aan. Op de kortstondige Covid-dip na, het laagste punt sinds tien jaar.
De grootste pijn zit dus bij de fabrikanten. Dealers en handelaren focussen nu op de verkoop van hun voorraad en hebben daarnaast meestal nog een gezonde – en zelfs stijgende – omzet uit de werkplaats en onderdelen.
Fabrikanten nemen maatregelen
Fabrikanten proberen de dip te overleven met maatregelen als extra weken fabriekssluitingen, kortere werkweken en het ontslaan van tijdelijke arbeidskrachten. Fabrikanten die een smal portfolio hebben en de afzet gericht hebben op enkele landen, zijn minder flexibel en kunnen weinig opvangen.
Vooral fabrikanten die actief zijn in de mesttechniek hebben het slecht. Met name omdat zij niet voor een wereldmarkt bouwen, maar voor enkele landen.
Bedrijven te koop en faillissementen
Onder meer het Nederlandse Kaweco in Hengelo (Gld.) heeft er last van. Dit bedrijf staat nu zelfs te koop. De productie ligt nagenoeg stil en veel medewerkers zijn zelf al vertrokken. Uit navraag blijkt dat een koper zich nog niet heeft gemeld. Een woordvoerder van Royal Reesink, de eigenaar van Kaweco, hoopt over twee weken te kunnen zeggen wie Kaweco overneemt.
Onlangs ging het Duitse Knoche failliet. De Deense mestmachinefabrikant Samson meldde tot juni -sluiting van het boekjaar 2023-2024 – een omzetdaling van 18% en een winstdaling van bijna 60%. De verwachting is dat het niet bij deze bedrijven blijft.
Auteur: Bas van Hattum
Gerelateerde tags: Bedrijfsvoering, Trekkerverkoop