Oldtimer-liefhebber: ‘Fordson Super Major met voorwielaandrijving dun gezaaid’
In de jaren vijftig en zestig was een trekker met voorwielaandrijving iets bijzonders. Af fabriek was een dergelijke trekker nauwelijks te koop. Fabrikanten Roadless en Selene hadden daar wel een oplossing voor, met dank aan de Amerikaanse legerdump na de Tweede Wereldoorlog, vertelt Gerard Schoenmakers, de trotse eigenaar van een Fordson Super Major met Roadless-voorwielaandrijving.
Gerard Schoenmakers (69) in Emmen (Dr.) groeide op tussen de Ford-trekkers. Als kind was hij onder de indruk van de Fordson Major van de loonwerker. Thuis werkten ze met een Ford 3000. Daar kwam op enig moment een zwaardere trekker bij. Dat werd een Fordson Major.
Inmiddels veertig jaar geleden kocht Gerard zijn eerste Major voor de liefhebberij. Die liefde bleek geen eendagsvlieg. Nog steeds beleeft hij veel plezier aan het sleutelen aan de blauwe trekkers en de contacten met gelijkgestemden. Ook op ploegwedstrijden is de gepensioneerde kraanmachinist regelmatig te vinden met zijn Fordson Super Major met voorwielaandrijving. TREKKER vraagt oldtimer-liefhebber Gerard naar zijn voorliefde voor de Fordson Super Major en het sleutelwerk wat hij er aan heeft gehad.
Ben je toevallig zo’n Fordson Super Major met voorwielaandrijving tegengekomen?
“Majors en ook Super Majors zijn niet dik gezaaid, hoewel ze in Nederland ook wel hebben gelopen. Je hebt de exemplaren die door Roadless in Engeland van voorwielaandrijving zijn voorzien. Andere zijn door Selene in Italië omgebouwd. In detail kom je verschillen tegen, maar Roadless en Selene zijn beide gebaseerd op hetzelfde concept. Uit een speciaal geconstrueerde tussenbak komt de aftakking voor de vooras. Die vooras is afkomstig van GMC-vrachtwagens uit de legerdump na de Tweede Wereldoorlog.
Meer dan tien jaar geleden kwam ik op een sloperij in Nieuw-Weerdinge zo’n tussenbak tegen van een gesloopte Roadless. Die laat je als liefhebber niet liggen! Via Johan Tempelman, een echte Roadless-specialist, kwam ik aan een GMC-as uit België. Toen kon ik aan de slag om een Super Major om te bouwen.”
Was het ombouwklusje in een dag geklaard?
“Nee, dat niet. Destijds kon je bij zowel Selene als bij Roadless de componenten als bouwpakket kopen. Dan is zo’n trekker vrij snel om te bouwen. Maar als je met een originele GMC-as begint zoals ik heb gedaan, dan is er wel wat werk aan. Vergeleken met de vrachtwagens monteer je de vooras omgekeerd om het differentieel aan de linkerkant te krijgen. Dat betekent dat de as ook andersom gaat draaien, waardoor je het differentieel eveneens moet omdraaien. Dat is al een behoorlijke klus. En met alle onderdelen waaruit dat is opgebouwd, is het ook een beetje horlogemakerswerk. Plus: aan de differentieelzijde moet je de as een stuk inkorten. Vervolgens moet je nog steunen maken en aan de vooras lassen om de as onder de trekker te monteren. Dat aan de vooras lassen viel gelukkig mee. En de constructie, die zo goed als mogelijk van het origineel is nagemaakt, houdt het goed.”
Lees verder onder de foto; bekijk meer foto’s onderaan dit artikel
Rijdt je Fordson Super Major goed?
“De eerste keer rijden met ingeschakelde voorwielaandrijving was best een beetje spannend, want ook de voorloop van de aandrijving moet kloppen. Gelukkig bleek dat precies goed. Het enige minpunt is dat de trekker vrij zwaar stuurt. Het plan is daarom om er nog een keer stuurbekrachtiging op te bouwen. Ook dat is destijds volop gebeurd. Verder functioneert alles naar behoren. Aan de trekker zelf, een Super Major van 1963, hoefde weinig te gebeuren. De motor heb ik wel los gehad. Een paar lagers en zuigerveren vervangen, dat was het.”
Sleuren door dik en dun?
“Met voorwielaandrijving is de trekker onder moeilijke omstandigheden inderdaad heel wat mans. Bij mijn vroegere werkgever heb ik ook met Roadless gewerkt, onder andere in de bosbouw. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de voorassen wel wat onderhoudsgevoelig waren. Je moet er een beetje met beleid mee omgaan. Met volledig uitgestuurde wielen en zwaar belast de wielen maximaal laten trekken, is geen goed plan. De draaicirkel valt best mee, dus ik ga er met plezier mee naar een ploegwedstrijd.”
Auteur: Martin Smits
Gerelateerde tags: oldtimers