fbpx
Terug naar nieuwsoverzicht

Elk doel vraagt zijn eigen smeervet

Smeervet wordt toegepast als smeermiddel voor allerlei glijlagers, rollagers en scharnierpunten. De meest eenvoudige toepassing is het aanbrengen van smeervet via een vetnippel met een vetpomp.- Foto's: Koen Pans

In de werkplaats één soort vet gebruiken, dat lukt niet altijd. Verschillende toepassingen vragen om hun eigen, meest geschikte variant. Enige basiskennis is daarbij op zijn plaats. Want, wat is smeervet eigenlijk? TREKKER duikt in deze glibberige materie.

Smeervet is een niet-vloeibaar smeermiddel dat vooral bestaat uit smeerolie. Het is eigenlijk een verdikte olie, wat iets anders is dan een dikke olie. Het bestaat uit ongeveer 85% olie, 10% verdikker en 5% additieven.

Smeervet wordt toegepast als smeermiddel voor allerlei glijlagers, rollagers, scharnierpunten en sommige tandwieloverbrengingen waar gewone smeerolie niet of moeilijk kan worden gebruikt. Vaak gaat het over smeerpunten die erg vuil of nat kunnen worden, of waar een afdichting niet mogelijk is. Het smeervet zorgt op die plaatsen voor een afdichting en voor bescherming tegen water en vuil.

De meest eenvoudige toepassing is het aanbrengen van smeervet via een vetnippel met een vetpomp. Het kan ook door een centraal smeersysteem dat het vet meestal onder hoge druk tot het smeerpunt pompt.

Verschillende soorten smeervet

Voor ongeveer 85% bestaat vet uit olie. Meestal is dat gewone minerale olie, maar het kan ook synthetische olie zijn. Desalniettemin is bij de meeste vetten de olie niet bepalend. De onderverdeling in soorten wordt bepaald door de soort verdikker die is gebruikt, meestal een metaalzeep. Naar gelang de toepassing moet een vet specifieke eigenschappen bezitten. Per soort vet staan de kenmerken in onderstaande tabel.

Smeeroliën hebben naar gelang de toepassing een bepaalde viscositeit nodig. Bij smeervetten is dat niet anders. We spreken dan van de consistentie of stijfheid van het vet. Die consistentie wordt uitgedrukt in een NLGI-waarde. De waarde gaat van 000 (vloeibaar vet) over 00, 0,1 tot NLGI 6 voor hard vet.

Voor de meeste toepassingen schrijft de fabrikant een type 2 vet voor, ook bij de meeste centrale smeersystemen. Heb je toch een type 1 of type 0 vet nodig, dan gaat het waarschijnlijk om een gesloten tandwielkast met vetsmering.

Op het reservoir van dit centraal smeersysteem staat het voorschrift voor het te gebruiken vet: NLGI type 2 met EP-additieven.

Op het reservoir van dit centraal smeersysteem staat het voorschrift voor het te gebruiken vet: NLGI type 2 met EP-additieven.

Welk smeervet kies je?

  • Om te beginnen zul je in de gebruikshandleiding van je machine moeten nakijken welke consistentie het vet moet hebben. Meestal zoals gezegd een NLGI 2-vet.

  • Wat de kwaliteit van het vet betreft, zal voor de meeste toepassingen een gewoon lithiumvet volstaan. Dat is gewoon een prima en multifunctioneel vet met een goede score op de meeste eigenschappen.

  • Is de belasting van de toepassing hoger dan gemiddeld, dan kun je naar een vet met minstens een EP-additief gaan (extreme pressure), of eventueel een lithiumcomplex vet. Krijgt het smeerpunt vaak te maken met water, dan biedt een lithium-calciumvet de beste uitkomst.

  • Bij scharnierpunten of glijlagers met lage snelheid kun je overwegen om een vet te nemen met een MoS2– (molybdeendisulfide), grafiet- of PTFE-additief. Let wel: vet met grafiet mag niet in een centraal smeersysteem. Het grafiet kan de verdeelblokjes blokkeren.

  • Wie dan weer aandacht wil schenken aan het milieu, kan een bio-afbreekbaar vet gebruiken. Want vet is een verliessmering, het komt na gebruik op de bodem of in het milieu terecht. Bij een bio-vet is de smeerolie meestal een synthetische ester die bio-afbreekbaar is.

  • Wie een zeer goed vet wil gebruiken dat alle goede eigenschappen in zich verenigt en er ook veel geld voor over heeft, kan een polyurea-vet gebruiken. Hoe meer additieven een vet bevat en hoe specialer de verdikker is, des te verder de prijs van het vet de hoogte in gaat.

Een lithiumcomplex-vet is een multifunctioneel vet dat voldoet aan hoge eisen, zoals bestand zijn tegen hoge temperaturen en weerstand hebben tegen zware belasting in lagers en scharnierpunten.

Een lithiumcomplex-vet is een multifunctioneel vet dat voldoet aan hoge eisen, zoals bestand zijn tegen hoge temperaturen en weerstand hebben tegen zware belasting in lagers en scharnierpunten.

Waar zijn smeervetten koop?

Elke oliefabrikant heeft wel een gamma met de meest gebruikte vetsoorten in zijn programma, zoals lithium, lithium-calcium en andere, met of zonder eventuele additieven. Naar gelang de toepassing en persoonlijke eisen is er een ruime keuze.

Als je de technische specificaties (consistentie, soort verdikker en eventuele additieven) op de verpakking goed bekijkt, kun je normaal gesproken geen slechte koop doen. De beste garantie heb je als je een smeervet koopt van een bekend merk. Dat neemt niet weg dat een onbekend (goedkoper) vet ook goed kan zijn – maar dat is toch onder voorbehoud.

Kun je ook met één vet volstaan in de werkplaats? Ja dat kan, zeker als de gebruiksdoeleinden niet extreem zijn en de fabrikant geen speciale eisen stelt. Heb je toepassingen die echt totaal anders zijn en meer eisen van een smeervet (belasting, water, et cetera) dan kan het interessant zijn om een aantal verschillende soorten voorradig te hebben.

Voor natte smeerpunten is een lithium-calciumtype het meest geschikte vet.

Voor natte smeerpunten is een lithium-calciumtype het meest geschikte vet.

Beperkte houdbaarheid

Onthoud dat smeervet beperkt houdbaar is. Na verloop van tijd wordt het hard en kan olieafscheiding plaatsvinden. Houd vet daarom goed afgesloten in de verpakking, en afgesloten van zonlicht en hoge temperaturen.

De meeste smeervetten zijn niet mengbaar, zeker vetten met een verschillende verdikker. Bij mengen bestaat het risico dat het vet gaat verharden en dat olieafscheiding ontstaat. In het slechtste geval heb je dan een minder goede smering. Zeker bij centrale smeersystemen moet je dus goed opletten, en het reservoir niet zomaar met een ander vet bijvullen.

Tenslotte, de kleur van een vet zegt totaal niets over de kwaliteit ervan. Een smeervet is van nature geelbruin. Andere kleuren zijn meestal puur marketing. Smeervet met een MoS2– of grafietadditief hebben van nature een zwarte kleur.

Auteur: Koen Pans


Lees ook: Biodiesel de veroorzaker van sludge; hoe haal je het weg?

Gerelateerde tags: ,

Gerelateerde artikelen

Afbeelding artikel

Zuid-Afrikaanse sloperij speelt in op groeiende vraag

Sloperij Discount Used Tractor Parts heeft naast ontelbare gebruikte onderdelen inmiddels ook 8.000 nieuwe producten in de schappen.
Afbeelding artikel

Veilig de weg op? Check je K80-koppeling of trekhaak

Elke aanhangerkoppeling staat bloot aan grote belastingen en slijtage. Wat kun je zelf 'reviseren' en wat niet?
Afbeelding artikel

Biodiesel de veroorzaker van sludge

Sludge is restafval van bacteriegroei in biodiesel. Hoe kom je erachter of je last hebt van sludge, wat zijn de gevaren...